Disclaimer: Deze Bijbelstudie is gemaakt door leden van onze gemeente maar kunnen interpretaties of meningen bevatten die niet per se door iedereen gedragen worden binnen onze Gemeente.

1 Petrus 2-4 (Trouw blijven ondanks vervolging)

Introductie

De brief 1 Petrus is geschreven tussen 60 en 65 na Christus door de apostel Petrus aan de gelovigen die verspreid waren over diverse gebieden en onder intense vervolging stonden.

Hoewel het een wanhopige tijd was, onthult Petrus dat het eigenlijk een tijd was om blij te zijn. Hij zegt het als een voorrecht te beschouwen om ter wille van Christus te lijden, zoals ook Christus de Verlosser voor hen leed. Deze brief verwijst naar de persoonlijke ervaringen van Petrus met Jezus en zijn preken uit het boek Handelingen. Petrus bevestigt dat Satan de grote vijand van iedere christen is, maar dat de zekerheid dat Christus terug gaat komen, hoop geeft.

Petrus’ bekendheid met de wet van Mozes in het oude testament en de profetische boeken, stelde hem in staat verschillende gedeeltes uit het oude testament uit te leggen in het licht van het leven en het werk van de Messias, Jezus Christus. In 1 Petrus 1:16 citeert hij Leviticus 11:44: “Wees heilig, want Ik ben heilig.” Hieraan vooraf legt Petrus uit dat heiligheid niet wordt bereikt door het houden van de wet, maar door de genade die wordt verleend aan allen die in Christus geloven (vers 13). Verder legt Petrus de verwijzing uit naar de “hoeksteen” in Jesaja 28:16 en Psalm 118:22 als Christus, die door de Joden werd verworpen vanwege hun ongehoorzaamheid en ongeloof. Bijkomende verwijzingen naar het Oude Testament zijn onder meer de zondeloze Christus (1 Petrus 2:22 / Jesaja 53:9) en waarschuwingen tot een heilig leven door de kracht van God die zegeningen voortbrengt (1 Petrus 3:10:12; Psalm 34:12-16; 1 Petrus 5:5; Spreuken 3:34).

Vragen

1. Lees 1 Petrus 2:1-12. Waartoe moedigen deze verzen ons aan?

2. Lees 1 Petrus 2:13-25. Wat leren deze verzen ons over onderwerping aan autoriteit?

3. Lees 1 Petrus 3:1-12. Wat leren deze verzen ons over relaties?

4. Lees 1 Petrus 3:13-22. Wat leren deze verzen ons over lijden?

5. Lees 1 Petrus 4:1-6. Waartoe moedigen deze verzen ons aan?

6. Lees 1 Petrus 4:7-11. Wat leren deze verzen ons?

7. Lees 1 Petrus 4: 12-19. Wat leren deze verzen ons over lijden?

Antwoorden

1. Lees 1 Petrus 2:1-12. Waartoe moedigen deze verzen ons aan?

1 Petrus 2:1 Leg dan af alle slechtheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst en alle kwaadsprekerij.

2. En verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de zuivere melk van het Woord, opdat u daardoor mag opgroeien,

3. indien u tenminste geproefd hebt dat de Heere goedertieren is,

4. en kom naar Hem toe als naar een levende steen, die wel door de mensen verworpen is, maar bij God uitverkoren en kostbaar,

5. dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus.

6. Daarom staat er in de Schrift: Zie, Ik leg in Sion een hoeksteen die uitverkoren en kostbaar is; en: Wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.

7. Voor u dan, die gelooft, is Hij kostbaar; maar voor de ongehoorzamen geldt: De steen die de bouwers verworpen hebben, die is de hoeksteen geworden, en een steen des aanstoots en een struikelblok;

8. voor hen namelijk die zich aan het Woord stoten, door ongehoorzaam te zijn, waartoe zij ook bestemd zijn.

9. Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht,

10. u, die voorheen geen volk was, maar nu Gods volk bent; u, die zonder ontferming was, maar nu in ontferming aangenomen bent.

11. Geliefden, ik roep u op als bijwoners en vreemdelingen u te onthouden van de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen de ziel.

12. Houd uw levenswandel onder de heidenen goed; opdat zij die nu van u kwaadspreken als van kwaaddoeners, door de goede werken die zij in u waarnemen, God verheerlijken mogen op de dag dat er naar hen omgezien wordt.

Petrus moedigt ons aan om onze oude zondige praktijken opzij te zetten. Om een honger te hebben naar het Woord als pasgeboren baby’s. We hebben het Woord nodig om geestelijk te groeien. Petrus moedigt ons aan om opgebouwd te worden als “stenen” naar het beeld van Christus. Om in Zijn kerk ingebouwd te worden, om geestelijke daden van aanbidding aan te bieden. Om Christus te volgen en aardse verlangens en lust opzij te zetten. Om een rechtvaardig leven te leiden als voorbeeld. Zo kunnen wij een impact hebben op de wereld voor God.

2. Lees 1 Petrus 2:13-25. Wat leren deze verzen ons over onderwerping aan autoriteit?

1 Petrus 2:13. Onderwerp u dan omwille van de Heere aan alle menselijke orde, hetzij aan de koning, als hoogste machthebber,

14. hetzij aan de stadhouders, als mensen die door hem gezonden worden tot straf van de kwaaddoeners, maar tot lof van hen die goeddoen.

15. Want zo is het de wil van God, dat u door goed te doen het onverstand van de dwaze mensen de mond snoert;

16. als vrije mensen, maar niet alsof u de vrijheid hebt als een dekmantel voor slechtheid, maar als dienstknechten van God.

17. Houd iedereen in ere; heb al uw broeders lief; vrees God; eer de koning.

18. Huisslaven, wees uw meesters met alle ontzag onderdanig, niet alleen hun die goed en welwillend zijn, maar ook die verkeerd handelen.

19. Want dat is genade, als iemand om het geweten voor God dingen verdraagt die hem pijn doen, en daarbij ten onrechte lijdt.

20. Want wat voor roem is er als u het geduldig verdraagt wanneer u zondigt en daarvoor slagen ontvangt? Maar als u het geduldig verdraagt wanneer u goeddoet en daarvoor lijdt, is dat genade bij God.

21. Want hiertoe bent u geroepen, omdat ook Christus voor ons geleden heeft; Hij laat ons zo een voorbeeld na, opdat u Zijn voetsporen zou navolgen;

22. Hij, Die geen zonde gedaan heeft en in Wiens mond geen bedrog gevonden is;

23. Die, toen Hij uitgescholden werd, niet terugschold, en toen Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem Die rechtvaardig oordeelt;

24. Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout, opdat wij, voor de zonden dood, voor de gerechtigheid zouden leven. Door Zijn striemen bent u genezen.

25. Want u was als dwalende schapen; maar u bent nu bekeerd tot de Herder en Opziener van uw zielen.

De verzen 13-17 leren ons om onszelf aan de overheid te onderwerpen. Om de wetten van het land te gehoorzamen. Hoewel we vrij zijn van de wet, moeten we de wet houden uit eerbied en respect voor God. We worden aangemoedigd om eervol te handelen jegens alle mensen, om liefde te tonen aan alle medegelovigen en om de Heerser te eren. We doen dit allemaal uit eerbied en respect voor God.

Op dezelfde manier worden we in de verzen 18-25 aangemoedigd om ons onderdanig te gedragen tegenover de mensen die we dienen. (Wij zijn gewend dat de overheid ons dient, maar in de tijd van de romeinen was het andersom. Die kant gaan wij nu ook weer op) Ongeacht de omstandigheden, zelfs als we oneerlijk worden behandeld. We kunnen vervolging verwachten en moeten vervolging op een manier zoals Christus ondergaan.

3. Lees 1 Petrus 3:1-12. Wat leren deze verzen ons over relaties?

1 Petrus 3:1 Evenzo, vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig; opdat ook, als sommigen aan het Woord ongehoorzaam zijn, zij door de levenswandel van de vrouwen zonder woorden gewonnen mogen worden,

2. doordat zij uw reine levenswandel in de vreze des Heeren waarnemen.

3. Uw sieraad moet niet bestaan in iets uiterlijks: het vlechten van het haar, het dragen van gouden sieraden of het aantrekken van mooie kleren;

4. maar uw sieraad moet zijn de verborgen mens van het hart, met het onvergankelijke sieraad van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is voor God.

5. Want zo tooiden zich voorheen ook de heilige vrouwen, die op God hoopten, en hun eigen mannen onderdanig waren;

6. zoals Sara Abraham gehoorzaamde en hem heer noemde. U bent kinderen van haar geworden, als u goeddoet en niet bevreesd bent voor enig ding dat u angst zou kunnen aanjagen.

7. Evenzo, mannen, woon met begrip met haar samen; geef de vrouw, als de zwakkere, haar eer; u bent immers ook mede-erfgenamen met haar van de genade van het leven; opdat uw gebeden niet verhinderd worden.

8. Ten slotte, wees allen eensgezind, vol medeleven, heb de broeders lief, wees barmhartig en vriendelijk.

9. Vergeld geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegen daarentegen, omdat u weet dat u daartoe geroepen bent, opdat u zegen zult beërven.

10. Want wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, die moet zijn tong weerhouden van het kwaad, en zijn lippen van het spreken van bedrog;

11. die moet zich afkeren van het kwaad en het goede doen; die moet vrede zoeken en die najagen.

12. Want de ogen van de Heere rusten op de rechtvaardigen, en Zijn oren zijn gericht op hun gebed; maar het aangezicht van de Heere is tegen hen die kwaad doen.

Petrus legt uit wat God mooi vindt: “een zachte en rustige geest”. Onderdanigheid in het huwelijk van een vrouw richting een ongelovige echtgenoot kan tot gevolg hebben dat zij haar man voor zich wint, zodat ook hij een gelovige kan worden. Petrus gebruikt Abrahams vrouw Sara (een gerespecteerde vrouw in de Joodse geschiedenis) als voorbeeld van onderwerping.

Mannen worden aangemoedigd hun vrouw lief te hebben (te eren) en te begrijpen dat ook zij erfgenamen van Gods genade zijn. Alle gelovigen worden aangemoedigd om op dezelfde manier te denken, rechtvaardig te leven en zo een zegen te erven. We worden aangemoedigd om goed te doen, vrede te zoeken, vrede na te streven en ons ervan bewust te zijn dat God naar ons kijkt en naar onze gebeden zal luisteren.

4. Lees 1 Petrus 3:13-22. Wat leren deze verzen ons over lijden?

1 Petrus 3:13. En wie is het die u kwaad zal doen, als u navolgers bent van het goede?

14. Maar als u ook zou moeten lijden vanwege de gerechtigheid, dan bent u zalig. En wees niet bevreesd zoals zij bevreesd zijn, laat u niet in verwarring brengen,

15. maar heilig God, de Heere, in uw hart; en wees altijd bereid tot verantwoording aan ieder die u rekenschap vraagt van de hoop die in u is, met zachtmoedigheid en ontzag.

16. En heb een goed geweten, opdat in datgene waarin zij kwaad van u spreken als van kwaaddoeners, zij beschaamd gemaakt worden die uw goede levenswandel in Christus belasteren.

17. Want het is beter te lijden – als God dat wil – terwijl u goeddoet dan terwijl u kwaad doet.

18. Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden, Hij, Die rechtvaardig was, voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen. Hij is wel ter dood gebracht in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest,

19. door Wie Hij ook, toen Hij heenging, aan de geesten in de gevangenis gepredikt heeft,

20. namelijk aan hen die voorheen ongehoorzaam waren, toen God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van Noach, terwijl de ark gebouwd werd, waarin weinige – dat is acht – mensen behouden werden door het water heen.

21. Het tegenbeeld daarvan, de doop, behoudt nu ook ons. Maar niet als een verwijderen van het vuil van het lichaam, maar als vraag aan God van een goed geweten, door de opstanding van Jezus Christus,

22. Die aan de rechterhand van God is, opgevaren naar de hemel, terwijl de engelen, machten en krachten Hem onderworpen zijn.

Als we op deze manier zouden leven – goed doen en vrede zoeken, zouden er niet veel mensen zijn die ons kwaad zouden willen doen. Zelfs als we zouden lijden omdat we goed doen, zouden we een zegen ontvangen. Wees dus niet bang voor bedreigingen. Christus stierf eens voor altijd voor alle zonden en bracht daarmee het plaatsvervangend offer, waardoor wij en anderen rechtvaardig kunnen worden gemaakt. God liet Zijn Zoon lijden terwijl Hij niets verkeerds deed en veranderde dit in iets heel goeds. God zal ons lijden in het goede veranderen (denk ook aan het lijden van Job). Dus als we moeten lijden omdat we goed doen, kunnen we weten dat God dit ten goede zal gebruiken.

Petrus moedigt ons aan om bereid te zijn uit te leggen waarop (en op wie) wij onze hoop hebben. Dit, samen met onze levensstijl, zal een getuigenis zijn voor anderen.

5. Lees 1 Petrus 4:1-6. Waartoe moedigen deze verzen ons aan?

1 Petrus 4:1 Welnu, omdat Christus voor ons in het vlees geleden heeft, moet ook u zich wapenen met dezelfde gedachte: wie in het vlees geleden heeft, is opgehouden met het dienen van de zonde,

2. om nu, in de tijd die ons nog overblijft in het vlees, niet meer naar de begeerten van mensen, maar naar de wil van God te leven.

3. Want wij hebben de voorgaande tijd van ons leven lang genoeg de wil van de heidenen gedaan en gewandeld in uitingen van losbandigheid, begeerten, dronkenschap, zwelgpartijen, drinkgelagen en allerlei walgelijke afgoderij.

4. Daarbij bevreemdt het hun dat u niet meeloopt in dezelfde uitbarsting van losbandigheid, en zij belasteren u.

5. Maar zij zullen rekenschap moeten afleggen aan Hem Die gereedstaat om de levenden en de doden te oordelen.

6. Want daartoe is aan de doden het Evangelie verkondigd, opdat zij wel geoordeeld werden naar de mens in het vlees, maar ook zouden leven naar God in de geest.

Paulus moedigt ons aan om het voorbeeld van Christus te volgen, gelijkgezind te zijn en ons af te keren van de zonde. Om het voorbeeld van Christus te volgen in het doen van de wil van God de Vader. Zelfs als dit betekent dat we belachelijk zullen worden gemaakt door onze voormalige vrienden (omgeving), die niet kunnen begrijpen waarom we niet langer willen meedoen in bepaald gedrag, maar een verandering van denken hebben.

Allen zullen door Christus worden geoordeeld. De levenden en de doden, zelfs degenen die dood waren voordat Jezus stierf.

6. Lees 1 Petrus 4:7-11. Wat leren deze verzen ons?

1 Petrus 4:7. En het einde van alle dingen is nabij; wees daarom bezonnen en nuchter in de gebeden.

8. Maar heb voor alles vurige liefde voor elkaar, want de liefde zal een menigte van zonden bedekken.

9. Wees gastvrij voor elkaar, zonder morren.

10. Laat ieder de anderen dienen met de genadegave zoals hij die ontvangen heeft, als goede beheerders van de veelsoortige genade van God.

11. Als iemand spreekt, dan als iemand die de woorden van God spreekt; als iemand dient, dan als iemand die dient uit kracht die God schenkt; zodat God in alles verheerlijkt wordt door Jezus Christus. Hem komt de heerlijkheid en de kracht toe, tot in alle eeuwigheid. Amen.

Nu het einde van de tijd nadert, doen we er goed aan ons hiervan bewust te zijn, meer tijd aan gebed te besteden en grote liefde voor elkaar te tonen.

We hebben allemaal geestelijke gaven ontvangen (talenten voor het opbouwen van de kerk – toen we gered werden). Welke gave er ook is ontvangen, Petrus moedigt zijn lezers aan om deze te gebruiken om elkaar te dienen of te bemoedigen. De gaven te gebruiken tot eer van God.

7. Lees 1 Petrus 4: 12-19. Wat leren deze verzen ons over lijden?

1 Petrus 4:12. Geliefden, laat de hitte van de verdrukking onder u, die tot uw beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwam.

13. Maar verblijd u naar de mate waarin u gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, opdat u zich ook in de openbaring van Zijn heerlijkheid mag verblijden en verheugen.

14. Als u smaad wordt aangedaan om de Naam van Christus, dan bent u zalig, want de Geest van de heerlijkheid en van God rust op u. Wat hen betreft wordt Hij wel gelasterd, maar wat u betreft wordt Hij verheerlijkt.

15. Maar laat niemand van u lijden als een moordenaar of dief, of kwaaddoener, of als iemand die zich met de zaken van iemand anders bemoeit.

16. Als iemand echter als christen lijdt, laat hij zich daarvoor niet schamen, maar God in dit opzicht verheerlijken.

17. Want nu is het de tijd dat het oordeel begint bij het huis van God; en als het eerst bij ons begint, wat zal het einde zijn van hen die het Evangelie van God ongehoorzaam zijn?

18. En als de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en de zondaar verschijnen?

19. Daarom, laten ook zij die lijden naar de wil van God, hun zielen aan Hem, als de getrouwe Schepper, toevertrouwen in het doen van het goede.

Degenen aan wie Petrus schreef, de gelovigen uit de eerste eeuw, kregen te maken met vervolging en vreselijke martelingen, waaronder verbranding op de brandstapel. Petrus moedigt de gelovigen aan zich te concentreren op de buitengewone vreugde die hen te wachten staat wanneer Christus in heerlijkheid zal worden geopenbaard. Hij moedigt hen aan dat lijden voor hun geloof, een zegen zal opleveren en dat God dit op de een of andere manier ten goede zal gebruiken. Petrus moedigt de gelovigen aan om ondanks de vervolgingen goed te blijven handelen. Hij moedigt hen en ons aan om op God te vertrouwen en Zijn wil te doen, ongeacht de omstandigheden.

Samenvatting

De zekerheid van het eeuwige leven wordt aan alle christenen gegeven. Eén manier om je met Christus te identificeren is door te delen in Zijn lijden. Voor ons zou dat betekenen dat we beledigingen en laster moeten verdragen van degenen die ons een ‘heilig boontje‘ noemen. Wat wij te verdragen kunnen krijgen, is klein vergeleken met wat Christus voor ons aan het kruis heeft geleden. Sta voor wat je weet en gelooft dat goed is, en zie de zegen en wees blij wanneer de wereld en Satan je op de huid zitten.

Extra Informatie

Simon Petrus, ook bekend als Kefas (Johannes 1:42), was een van de eerste volgelingen van Jezus Christus. Hij was een uitgesproken en vurige discipel, een van Jezus’ beste vrienden, een apostel en een “pilaar” van de kerk (Galaten 2:9). Petrus was enthousiast, wilskrachtig, impulsief en soms onbezonnen. Maar ondanks al zijn sterke punten had Peter verschillende tekortkomingen in zijn leven. Toch bleef de Heer die hem koos hem precies vormen tot wie Hij voor ogen had dat Petrus zou zijn.

Simon kwam oorspronkelijk uit Bethsaïda (Johannes 1:44) en woonde in Kapernaüm (Marcus 1:29), beide steden aan de kust van het Meer van Galilea. Hij was getrouwd (1 Korintiërs 9:5), en hij en Jakobus en Johannes waren partners in een winstgevende visserij (Lukas 5:10). Simon ontmoette Jezus via zijn broer Andreas, die Jezus was gevolgd nadat hij Johannes de Doper had horen verkondigen dat Jezus het Lam van God was (Johannes 1:35-36). Andreas ging onmiddellijk op zoek naar zijn broer om hem bij Jezus te brengen. Toen Jezus Simon ontmoette, gaf hij hem een nieuwe naam: Kefas (Aramees) of Petrus (Grieks), wat ‘rots’ betekent (Johannes 1:40-42). Later riep Jezus Petrus officieel om Hem te volgen, wat een wonderbaarlijke visvangst opleverde (Lucas 5:1-7). Petrus liet onmiddellijk alles achter om de Heer te volgen (vers 11).

De volgende drie jaar leefde Petrus als discipel van de Heer Jezus. Als geboren leider werd Petrus de feitelijke woordvoerder van de Twaalf (Matteüs 15:15, 18:21, 19:27; Markus 11:21; Lukas 8:45, 12:41; Johannes 6:68, 13). :6-9, 36). Belangrijker nog was dat het Petrus was die Jezus voor het eerst beleed als “de Christus, de Zoon van de levende God”, een waarheid waarvan Jezus zei dat deze op goddelijke wijze aan Petrus was geopenbaard (Mattheüs 16:16-17).

Petrus maakte deel uit van de vriendenkring van Jezus’ discipelen, samen met Jakobus en Johannes. Alleen deze drie waren aanwezig toen Jezus de dochter van Jaïrus opwekte (Marcus 5:37) en toen Jezus op de berg een transfiguratie onderging (Mattheüs 17:1). Petrus en Johannes kregen de speciale taak om de laatste Paschamaaltijd te bereiden (Lucas 22:8).

Op verschillende momenten was Peter onstuimig of onbezonnen. Hij was het die de boot verliet om over het water naar Jezus te lopen (Mattheüs 14:28-29) Nadat hij zijn ogen Jezus afwendde, begon hij te zinken (vers 30). Het was Petrus die Jezus apart nam om Hem te berispen omdat hij over Zijn dood had gesproken (Mattheüs 16:22) – en hij werd snel gecorrigeerd door de Heer (vers 23). Het was Petrus die voorstelde om drie tabernakels (tenten) op te richten ter ere van Mozes, Elia en Jezus (Mattheüs 17:4) – en hij viel in angstwekkende stilte op de grond ter ere van Gods heerlijkheid (verzen 5-6). Het was Petrus die zijn zwaard trok en de dienaar van de hogepriester aanviel (Johannes 18:10) – en hem werd onmiddellijk verteld zijn wapen weg te doen (vers 11). Het was Petrus die opschepte dat hij de Heer nooit in de steek zou laten, zelfs als alle anderen dat wel deden (Mattheüs 26:33) – en later drie keer ontkende dat hij de Heer zelfs ook maar kende (verzen 70-74).

Ondanks alle ups en downs van Petrus bleef de Heer Jezus zijn liefdevolle Heer en trouwe Gids. Jezus bevestigde Simon opnieuw als Petrus, de ‘Rots’, in Mattheüs 16:18-19, en beloofde dat hij een belangrijke rol zou spelen bij de oprichting van Jezus’ Kerk. Na Zijn opstanding noemde Jezus Petrus specifiek als iemand die het goede nieuws moest horen (Marcus 16:7). En Jezus herhaalde het wonder van de grote visvangst en maakte er een speciaal punt van om Petrus te vergeven en te herstellen, en hem opnieuw als apostel aan te stellen (Johannes 21:6, 15-17).

Op de Pinksterdag was Petrus de belangrijkste spreker voor de menigte in Jeruzalem (Handelingen 2:14 ev), en de Kerk begon met een toestroom van ongeveer 3.000 nieuwe gelovigen (vers 41). Later genas Petrus een kreupele bedelaar (Handelingen 3) en predikte hij vrijmoedig voor het Sanhedrin (Handelingen 4). Zelfs arrestaties, mishandelingen en bedreigingen konden Petrus’ besluit om de opgestane Christus te prediken niet temperen (Handelingen 5).

De belofte van Jezus dat Petrus de basis zou vormen voor de opbouw van de Kerk, werd in drie fasen vervuld: Petrus predikte op de Pinksterdag (Handelingen 2). Vervolgens was hij aanwezig toen de Samaritanen de Heilige Geest ontvingen (Handelingen 8). Ten slotte werd hij ontboden in het huis van de Romeinse hoofdman Cornelius, die ook geloofde en de Heilige Geest ontving (Handelingen 10). Op deze manier ‘ontgrendelde’ Petrus drie verschillende werelden en opende hij de deur van de Kerk voor Joden, Samaritanen en heidenen.

Zelfs als apostel kreeg Petrus te maken met groeipijnen. Aanvankelijk had hij zich ertegen verzet om het evangelie aan Cornelius, een heiden, te brengen. Toen hij echter zag dat de Romeinen de Heilige Geest op dezelfde manier ontvingen als hij, concludeerde Petrus dat “God geen blijk geeft van vriendjespolitiek” (Handelingen 10:34). Daarna verdedigde Petrus krachtig de positie van de heidenen als gelovigen en was hij ervan overtuigd dat zij zich niet hoefden te conformeren aan de Joodse wet (Handelingen 15:7-11).

Een andere episode van groei in het leven van Petrus betreft zijn bezoek aan Antiochië, waar hij genoot van de gemeenschap van niet-Joodse gelovigen. Toen echter enkele wettische joden in Antiochië arriveerden, trok Petrus zich, om hen gunstig te stemmen, terug uit de heidense christenen. De apostel Paulus zag dit als hypocrisie en noemde het Petrus in het gezicht (Galaten 2:11-14).

Later in zijn leven bracht Petrus tijd door met Johannes Marcus (1 Petrus 5:13), die het evangelie van Marcus schreef op basis van Petrus’ herinneringen aan zijn tijd met Jezus. Petrus schreef tussen 60 en 68 n.Chr. twee geïnspireerde brieven, 1 en 2 Petrus. Jezus zei dat Petrus de marteldood zou sterven (Johannes 21:18-19) – een profetie die vermoedelijk tijdens de regering van Nero in vervulling ging. Volgens de overlevering werd Petrus in Rome ondersteboven gekruisigd, en hoewel dit verhaal waar kan zijn, bestaat hier geen historisch bewijs van opgeschreven.

Wat kunnen we leren van het leven van Petrus? Hier zijn een paar lessen:

Jezus overwint de angst. Of hij nu uit een boot stapte op een woelige zee of voor de eerste keer over de drempel van een heidens huis stapte, Petrus vond moed in het volgen van Christus. “Er is geen angst in de liefde. Maar volmaakte liefde verdrijft angst” (1 Johannes 4:18).

Jezus vergeeft ontrouw. Nadat hij pochte over zijn trouw, verloochende Petrus de Heer driemaal vurig. Het leek erop dat Petrus zijn bruggen had verbrand, maar Jezus herbouwde ze liefdevol en bracht Petrus weer in gebruik. Petrus was vroeger een mislukking, maar bij Jezus is falen niet het einde. “Als wij ontrouw zijn, zal hij trouw blijven, want hij kan zichzelf niet verloochenen” (2 Timotheüs 2:13).

Jezus onderwijst geduldig. Keer op keer had Petrus correctie nodig, en de Heer gaf die met geduld, standvastigheid en liefde. De Master Teacher zoekt naar studenten die willen leren. “Ik zal u onderrichten en u leren welke weg u moet gaan” (Psalm 32:8).

Jezus ziet ons zoals Hij ons bedoeld heeft. De allereerste keer dat ze elkaar ontmoetten, noemde Jezus Simon ‘Petrus’. De ruwe en roekeloze visser was in Jezus’ ogen een stevige en trouwe rots. “Hij die een goed werk in u is begonnen, zal het tot voltooiing brengen” (Filippenzen 1:6).

Jezus gebruikt onwaarschijnlijke helden. Petrus was een visser uit Galilea, maar Jezus riep hem op om een visser van mensen te zijn (Lukas 5:10). Omdat Petrus bereid was alles wat hij had op te geven om Jezus te volgen, gebruikte God hem op geweldige manieren. Terwijl Petrus predikte, waren de mensen verbaasd over zijn stoutmoedigheid, omdat hij ‘ongeschoold’ en ‘gewoon’ was. Maar toen merkten ze op dat Petrus ‘bij Jezus was geweest’ (Handelingen 4:13). Bij Jezus zijn maakt het verschil.