Paulus heeft het thema heiliging afgesloten. Hij vervolgt zijn betoog met een nieuw thema namelijk: Lijden en verheerlijking. De verbondenheid met het lijden van Christus biedt hoop voor de gelovigen want als ze met Hem zullen lijden dan zullen ze ook met Hem delen in Zijn verheerlijking. Paulus trekt het lijden wat breder, niet alleen wij lijden maar ook de schepping lijdt. Zoals wij uitzien naar de toekomstige verlossing zo is ook de schepping ‘in barensnood’ van de toekomstige heerlijkheid. Paulus rust ons in dit gedeelte toe in het omgaan met het leven binnen dit spanningsveld van het tegenwoordige lijden en de toekomstige verheerlijking.
In de vorige studie hebben we gezien dat wij kinderen van God zijn. Het is Geest die maakt dat wij roepen: ‘Abba Vader!’. Paulus gaat ons nu verder onderwijzen in wat het betekent dat wij kinderen van God zijn.
Downloads:
Rom. 8:16-17
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:16-17
Efeziërs 1:5
Galaten 4:6-7
1) Wat betekent het dat wij erfgenamen van God zijn, hoe zijn wij dit geworden en wat heeft dat voor gevolgen voor onze levens?
Toon antwoord/commentaar
Het woord erfgenaam wordt in het Nieuwe Testament op twee manieren uitgelegd. Enerzijds is het ‘de nabestaande op wie de erfenis overgaat’, anderzijds ‘de bezitter van een erfgoed’. Als gelovigen zijn we uiteraard geen nabestaanden van God, maar we worden wel bezitters van het eigendom dat God ons toevertrouwt. Op die manier zijn wij erfgenamen van God. Hij geeft ons iets wat van Hem is, Hij laat ons er in mee delen.
We zijn erfgenamen geworden omdat we ‘geadopteerd’ zijn, of anders gezegd ‘aangenomen’. In Efeziërs 1:5 staat dat ‘Hij heeft ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden’ (HSV). Het Griekse woord voor ‘aangenomen’ betekent: adoptie. De adoptie vindt plaats ‘door Jezus Christus’; het is door toedoen van Hem dat de gelovigen als kinderen van God worden aangenomen. De gelovigen zijn zo ook ‘mede-erfgenamen van Christus’. Hij is als Gods Zoon de eerstgeboren erfgenaam en door het geloof en de doop zijn wij aan Christus verbonden. Hij heeft ervoor gezorgd dat wij geen slaven meer zijn maar aangenomen kinderen van God.
Als erfgenamen van God hebben wij deel aan Zijn heerlijkheid. Doordat wij als kinderen aangenomen zijn hebben we een nieuwe identiteit gekregen die ons zekerheid biedt voor de toekomst. We zullen net als Christus verheerlijkt worden.
2) Ben jij er net zoals Paulus ook zo van overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden? Of heb je daar juist moeite mee?
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:18
3) Wat betekent het dat de schepping is onderworpen aan de zinloosheid (vers 20) en wie heeft haar daaraan onderworpen?
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:19-21
Genesis 3:17-18
Toon antwoord/commentaar
Het effect van de zondeval heeft ook doorgewerkt in de schepping. ‘Omwille van u is de aardbodem vervloekt’ zegt God tegen Adam in Genesis 3. Er wordt gesproken over doornen en distels. Deze staan wellicht voor de aspecten van de schepping waar de mens last van heeft. In bredere zin kunnen we daarbij ook denken aan natuurrampen en dergelijke.
Het is in de tekst niet duidelijk ‘wie’ de schepping aan de zinloosheid onderwerpt. Hoewel het woord ‘hem‘ (in Rom.8:20) in de meeste vertalingen niet met een hoofletter wordt geschreven kunnen we er niet zomaar van uitgaan dat het niet God zelf zou zijn. Het hele tafereel in Genesis 3 lijkt alles weg te hebben van een straf die God geeft. Het is aannemelijk dat de zinloosheid oftewel het verval van de schepping een onderdeel is van de straf die God geeft aan de mens in Genesis 3.
4) Wat betekent het dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe (vers 22)?
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:22
Johannes 16:21
Mattheüs 24:8
1Tessalonicenzen 5:3
Toon antwoord/commentaar
Het gebruik van het beeld van weeën kan hier gewoon als voorbeeld bedoeld zijn (zie Joh.16:21). op het lijden van nu volgt een heerlijkheid die al het lijden doet vergeten. Het is echter aannemelijk, dat Paulus met dit beeld doelt op de zogenaamde ‘messiaanse weeën’. Volgens Mat.24:8 & 1Tes.5:3 wordt de komst van het messiaanse heil voorafgegaan door een periode van weeën: oorlogen, natuurrampen en catastrofen. Op die manier kan Paulus zeggen dat al deze dingen niet in verhouding staan tegen de heerlijkheid die komen zal.
5) Hoe merk je in jouw leven dat de schepping is onderworpen aan de zinloosheid en hoe ga je daarmee om?
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:23-24
6) Wat betekent het dat er staat: ‘in de verwachting van de aanneming tot kinderen’?
Toon antwoord/commentaar
Enerzijds zijn we als gelovigen nu al geadopteerd tot kinderen van God (de Heilige Geest maakt ons daarvan bewust (zie vers 16). Anderzijds wachten we nog op de zichtbare manifestatie daarvan namelijk de verheerlijking van onze lichamen, zoals dat ook bij Christus gebeurd is. Vers 24 bevestigt dit want er staat dat wij in de hoop zalig geworden zijn. Het is iets wat we nu nog niet volledig zien maar in onze hoop al bestaat.
7) Wat betekent het voor jou dat de Heilige Geest voor ons pleit bij God wanneer wij niet weten wat we moeten bidden (vers 26)? Geeft het je troost of vind je het misschien moeilijk omdat je er niets van merkt?
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:25-27
8) Wat betekent het dat “God alles laat meewerken ten goede”? Wat zou dit voor jou persoonlijk kunnen betekenen in moeilijke tijden (vers 28)?
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:28-30
9) In vers 30 worden een reeks van acties van God genoemd: “bestemd, geroepen, gerechtvaardigd, verheerlijkt”. Wat betekenen deze woorden voor jou als christen?
10) In vers 34 staan 4 dingen beschreven met betrekking tot Christus. Hij is (1) gestorven (2) opgewekt (3) zit aan de rechterhand van de Vader en (4) pleit voor ons. Hoe geven deze dingen een antwoord op vragen in de verzen 31-34?
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:31-36
Toon antwoord/commentaar
In vers 31 staat: ‘Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?’ Hiermee wordt bedoeld dat niemand iets kan inbrengen tegen het geweldige verlossingsplan van God. Jezus heeft alles gedaan (alle stappen doornomen) om ons de zekerheid van totale verlossing te bieden. Wie is het die verdoemt? Zegt vers 34, niemand omdat Jezus verlossing mogelijk heeft gemaakt. Er is (zoals Rom. 8:1 zegt: geen verdoemis voor hen die in Christus Jezus zijn). Het feit dat God zijn eigen Zoon niet gespaard heeft en voor ons heeft overgegeven geeft ons de zekerheid dat ook wij Gods volle zegen zullen ontvangen. Door het sterven van Christus zijn we gerechtvaardigd, door Zijn opstandig ontvangen we nieuw leven. Door Zijn verheerlijking aan de rechterhand van de Vader hebben wij hoop op onze toekomstige verheerlijk omdat wij in alles met Hem delen. Zo zal God ons met Hem (Christus) alle dingen schenken. Er is op die manier geen enkele beschuldiging in te brengen tegen de uitverkorenen van God (vers 33) want Hij rechtvaardigt. Niets kan ons scheiden van de liefde van Christus, zoals het einde van hoofdstuk 8 zo mooi verwoord
Lees met elkaar ter afronding de verzen 37-39 en ga hierover in gesprek.
Recente reacties