Paulus heeft vanaf Romeinen 5:12 langzaam toegewerkt naar wat hij in Rom.8:1-16 wil gaan zeggen. In Hoofdstuk 5:12-21 sprak hij over de overvloedige genade en het deelhebben aan christus. Daarmee beschreef hij niet alleen hoe de voorzienigheid van God geopenbaard wordt in de rechtvaardiging, maar anticipeerde hij ook op hoe deze geopenbaard zal worden door vernieuwing en heiliging. In hoofdstuk 6 werden we onderwezen over onze positie in Christus en werd ons uitgelegd waarom we niet meer in de zonde zouden moeten blijven. We mogen geloven dat we in Christus dood zijn voor de zonde. Dit geloof mag zo sterk zijn dat het voor ons mag vaststaan. We mogen onszelf rekenen als dood voor de zonde (Rom6:11). Het geloof stelt ons in staat om dienstbaar te worden aan de gerechtigheid.
In hoofdstuk 7 liet Paulus ons zien welke rol de wet speelt in de theologie van de heiliging. Hij laat opnieuw zien waarom wij niet in de zonde zouden moeten blijven. We staan niet meer onder de wet die, zoals we gezien hebben nooit bedoeld was om ons rechtvaardig te maken, sterker nog de wet heeft de zonde doen toenemen om zo het kwaadaardige karakter van de zondemacht te ontmaskeren. We zijn gestorven met Christus en opgestaan in een nieuw leven. We zijn de wet niets meer verplicht aangezien we nu aan een Ander (Christus) toebehoren. Vanaf dan komt het wat betreft heiliging aan op ons geloof en onze discipline om in gehoorzaamheid te leven door de Geest. Dat is niet eenvoudig zoals we gezien hebben aan het einde van Rom.7. Het normale christelijke leven bestaat uit een voortdurende strijd tussen onze oude natuur (het vlees) en de Geest (Christus die in ons woont). Paulus noemde het al in Rom.7:6 dat het de bedoeling is: ‘dat wij in nieuwheid van Geest dienen’.
In Rom.8:1-16 zal Paulus zijn conclusie trekken uit al het voorgaande en ons verder onderwijzen in de praktijk van het dienen in nieuwheid van Geest of anders gezegd: heiligmaking.
Downloads:
Rom. 8:1-4
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:1-16
In Rom.8:1 zegt Paulus dat er: ‘geen verdoemenis (veroordeling) is voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.’ Het is even geleden dat Paulus sprak over het oordeel. De laatste keer dat hij dit thema aanhaalde was in Rom.5. Daar legde hij in vers 9 uit dat wij omdat we: ‘gerechtvaardigd zijn door Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn.’ Nu wordt duidelijk dat alles wat hij daarna gezegd heeft tot aan het einde van hoofdstuk 7 als een soort van intermezzo gediend heeft.
Paulus had na Rom.5:12-21 de intentie om de rechtvaardiging en de heiliging als een eenheid met elkaar te verbinden. De uitgebreide onderbreking van de hoofdstukken 6-7 was nodig om ons te laten begrijpen hoe de twee onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Opmerking: Bij een aantal vertalingen (o.a. NBV, NBG) mist het 2e deel van vers 1. ‘…die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest….’ In deze studie wordt uitgegaan van het 2e zinsdeel als volwaardig onderdeel van de Bijbel. Vers 4 ondersteund deze visie.
1) Hoe dienen we vers 1 te interpreteren? Is het 2e zinsdeel een vereiste om niet onder het oordeel te zijn en zo niet wat betekent het dan?
Toon antwoord/commentaar
Er is niets toe te voegen aan het verlossende werk van Christus. Dat legt Paulus nog eens haarfijn uit in de verzen 2-4. We zijn vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood (vers 2). De Zoon (Christus) heeft de zonde veroordeeld in het vlees. De rechtvaardige eis van de wet wordt vervuld in ons (vers 4). Aan het einde van vers 4 klinken dezelfde woorden als aan het einde van vers 1: ‘…die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.’ Dit is geen vereiste om niet veroordeeld te worden, het is geen wet maar een wetmatigheid. Zij die in Christus Jezus zijn, wandelen niet naar het vlees maar naar de Geest. Het is een logisch gevolg van de wedergeboorte. Rechtvaardiging én heiligmaking zijn onlosmakelijk verbonden.
2) Wat betekent het dat de rechtvaardige eis van de wet vervuld wordt in ons? (vers 4)
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:4
Romeinen 7:6
Jeremia 31:33
Mattheüs 22:35-40
Romeinen 13:10
2 Korintiërs 3:2-6
Toon het antwoord/commentaar
We kunnen hierbij denken aan twee aspecten:
Ten eerste heeft het betrekking tot de rechtvaardiging. De rechtvaardige eis van de wet was zonder het werk van Christus en de inwoning van de Geest onmogelijk. Daarom zijn wij in Christus rechtvaardig geworden, we hebben deel aan Zijn rechtvaardigheid.
Ten tweede heeft het betrekking tot de heiliging. De rechtvaardige eis van de wet wordt in ons vervuld, niet alleen wettig gezien maar ook praktisch. Daarom zegt Paulus in Rom.7:6: ‘Maar nu zijn wij ontslagen van de wet, gestorven aan dat waaraan wij vastgebonden zaten, zodat wij in nieuwheid van Geest dienen, en niet in oudheid van letter.’
De Geest maakt ons geschikt om te dienen zoals we lezen de 2e brief aan de Korintiërs. De nog openstaande belofte die door Jeremia aan het volk Israël gegeven werd, is ons reeds toegekomen. De wet van God is in ons hart geschreven. De wet van de Geest maakt dat we willen dienen in de liefde waardoor we gehoorzaam zijn aan het grote gebod van Jezus (God liefhebben en je naaste als jezelf Matt. 22:35-40). Zo wordt de wet in ons vervuld want zoals Rom.13:10 zegt: ‘De liefde doet de naaste geen kwaad. Daarom is de liefde de vervulling van de wet.’
Romeinen 8:5-9
Paulus gaat in de volgende verzen verder uitleggen hoe de Geest in ons werkt. Hij zet het vlees tegenover de Geest. In deze verzen zien we opnieuw een bevestiging van de relevantie van de wet voor ons als Christenen. Vers 7 zegt ons namelijk dat het vlees zich niet kan onderwerpen aan de wet van God. Vers 8 zegt ons dat zij die in het vlees zijn God niet kunnen behagen. Paulus impliceert hiermee dat zij die ‘in de Geest’ zijn dit beide wél kunnen.
3) Als je je niet laat leiden door het vlees ervaar je een soort dood. Als je jezelf laat leiden door de Geest ervaar je vrede en leven. Hoe ervaar jij dit in jouw leven? Kun je voorbeelden noemen?
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:5-6
4) Vers 8 zegt ons dat zij die in het vlees zijn God niet kunnen behagen. Hoe verklaren we dit met het oog op ‘het goede’ wat ook door niet-christenen gedaan wordt?
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:7-8
Toon antwoord/commentaar
Wie de God van de Bijbel niet voor ogen heeft bij zijn daden kan Hem niet behagen simpelweg omdat hij met zijn daden niet de intentie heeft om God te behagen. Het hele gedeelte laat ons ook zien dat God behagen iets is wat per definitie dóór de Geest tot stand komt. Uiteindelijk is het Zijn Geest, Zijn werk zodat steeds Hem alle eer toekomt. Dat wil niet zeggen dat zij die de Geest hebben vanuit werelds perspectief geen goede dingen kunnen doen. Echter, alleen wie dóór de Geest leeft en handelt met het oog op God kan Hem behagen. We moeten niet vergeten dat het de Geest in ons is die ons geschikt maakt god te dienen/behagen (zoals we al lazen in 2 Korintiërs 3:2-6).
5) Vers 9 zegt ons dat wij niet in het vlees zijn, maar in de Geest, wanneer althans de Geest van God in ons woont. Hoe kunnen we weten dat de Geest in ons woont?
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:9
Romeinen 8:14-16
Toon antwoord/commentaar
We lopen even wat vooruit in de tekst om daarna weer op de verzen 10-13 terug te komen. De verzen 14-16 vormen een de meest prachtige beloften uit Gods woord. Zovelen zijn vaak bezig met de vraag naar geloofszekerheid. Hoe weet ik nu of de Geest van God in mijn is? Dit gedeelte laat ons zien dat we ten eerste niet naar onze eigen levens moeten kijken maar naar wat de Geest in ons doet. Wat doet hij? Hij maakt dat wij roepen: Abba Vader! (vers 15). Het is de Heilige Geest zelf die ons verzekert dat wij Gods kinderen zijn (vers 16) en een ieder die door de Geest van God geleidt wordt, is een kind van God (vers 14). Zo is de cirkel rond en mogen wij onszelf identificeren als kinderen van God. De enige vraag is of jij het verlangen hebt om de God van hemel en aarde jouw Vader te noemen. Als dat zo is mag je geloven dat Geest in jou woont.
Rom. 8:10-11
Deze verzen gaan over leven en levend maken. Als we het hebben over de Geest dan hebben we het over leven! Paulus spreekt over geestelijk leven in dit huidige leven (vers 10). In vers 11 echter anticipeert hij al op zijn volgende thema: Verheerlijking (Rom.8:17-30). Daarbij gaat het om ons sterfelijke leven dat niet allen geestelijk maar ook fysiek levend (onsterfelijk) gemaakt zal worden. Zoals Christus is opgewekt uit de dood zo zullen ook wij opgewekt worden en een verheerlijkt lichaam ontvangen. De volgende studie zal gaan aan dit thema: Verheerlijking.
6) Op welke manier is de geestelijke opwekking die wij in dit huidige leven mogen ervaren een voorafschaduwing of voorsmaak van onze toekomstige fysieke opwekking in een verheerlijkt onsterfelijk lichaam?
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:10-12
Filippenzen 3:20-21
Efeziërs 1:13-14
Rom. 8:12-13
Paulus zal na deze verzen zijn betoog over heiliging even laten rusten. In de hoofdstukken 12-15 zal het gaan over discipelschap wat we ook wel de heiligmaking in de praktijk mogen noemen. Nu zal Paulus ons nog een laatste waardevolle handvat geven wat betreft heiligmaking. Zo zijn deze verzen de climax van zijn betoog over dit onderwerp. Als heiligmaking verkeerd uitgelegd wordt kan het een wettisch karakter krijgen, alsof het alleen maar gaat over wat we niet mogen doen en wel moeten doen. De woorden van Paulus in deze verzen kunnen zeer nuttig zijn als we er zo over denken.
7) Hoe kan vers 12 ons helpen om het thema heiliging op een minder wettische manier te benaderen?
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:12
Toon antwoord/commentaar
Heiligmaking begint met vrijmaking. De Statenvertaling zegt in vers 12 dat wij geen schuldenaars zijn ten opzichte van het vlees. We zijn dus niet verplicht om naar het vlees te leven (HSV). we hoeven ons niet langer te laten leiden door onze eigen wil (NBV).
Heiligmaking gaat niet over wat we niet meer mogen maar over wat we niet meer hoeven te doen. We zijn vrij, niet meer verplicht om in de zonde te blijven. Voorheen hadden we die verplichting wél maar door de Geest zijn we bevrijd van de zondemacht. We zondigen nog wel maar het hoeft niet meer. Samen met het volgende vers is dit de kern van de heiligmaking alleen wie er zo naar kijkt zal heiliging zien in zijn leven.
8) Hoe kunnen de woorden uit vers 13 ons tot steun en bemoediging zijn in de weg van onze heiligmaking?
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 8:13
Galaten 5:24
Galaten 2:20
Toon antwoord/commentaar
Ons is de macht gegeven om dóór de Geest de daden van ons sterfelijke lichaam (onze oude natuur of anders gezegd onze zondige wil) te kruisigen zoals Paulus ook in Gal.5:24 zegt. Hoe doen we dat? Door te geloven zoals Paulus ook zegt in Gal.2:20. ‘voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God’. Wat is dat voor geloof? Dat is het geloof wat ons zegt dat wij gestorven zijn voor de zonde (Rom.6:11).
Daarom zegt Paulus dat wij dóór de Geest de daden van het lichaam moeten doden, door te geloven dat niet meer wijzelf leven (want we waren immers gestorven Rom.6:3-4), maar dat Christus in ons leeft. Wie tegen de zonde vecht vanuit zijn vlees zal falen maar wie de zonde laat omdat hij gelooft dat hij niet meer verplicht is om ernaar te leven kruisigt de daden van zijn sterfelijke lichaam.
Dit is het normale christelijke leven wat tot nieuw leven leidt elke dag opnieuw want de zonde strijdt tegen de Geest en de Geest strijdt tegen de zonde. Als wij strijden dan strijden wij door geloof.
Wat een bemoedigende gedachte en wetenschap is het, dat naast de rechtvaardiging ook de heiligmaking niet uit onszelf is maar door het geloof.
Recente reacties