In hoofdstuk 6 hebben we stilgestaan bij onze positie in Christus en het feit dat we dood zijn voor de zonde. We zijn met Christus gestorven én opgestaan om in een nieuw leven te wandelen. Paulus heeft duidelijk gemaakt dat het ons als christenen niet past om nog in de zonde te blijven. Hij heeft laten zien dat we niet zouden moeten blijven zondigen juist omdat we niet meer onder de wet staan. Veel meer heeft hij in hoofdstuk 6 niet gezegd over de wet. Je zou denken dat hij nu wel klaar zou zijn met dit thema maar niets is minder waar. Voordat hij in hoofdstuk 8 tot de kern van de heiliging zal komen heeft hij eerst nog een heel hoofdstuk nodig om ons daarop voor te bereiden. In hoofdstuk 7 zal hij ons meenemen in de vraag naar hoe de wet zich verhoudt tot heiligmaking. Blijkbaar is het nodig om nog een en ander te verduidelijken. Kennelijk vond Paulus het nodig om nog eens uit te leggen waarom de wet – die de zonde doet toenemen – in essentie toch goed is.
Hoofdstuk 7 staat bekend om vers 19 waar staat: ‘Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.’ In de kerkgeschiedenis heeft men dit op vele verschillende manieren trachten uit te leggen. Het draait daarbij steeds om de vraag of Paulus het heeft over zijn voorchristelijke strijd met de zonde, of dat hij een huidige strijd beschrijft. In deze studie gaan we uit van de laatste uitleg.
Downloads:
Vraag 1
📖 Lees de volgende verzen
Romeinen 7:1-25
Paulus heeft in hoofdstuk 6 aan de hand van het voorbeeld van de slaaf en zijn meester uitgelegd wat het betekent dat we dood zijn voor de zonde. Nu gaat hij verder en onderwijst hij ons in de verzen 1-4 over het sterven aan de wet aan de hand van het beeld van een huwelijk tussen een man en een vrouw.
1) Wat leren we uit het beeld van het huwelijk over de relatie tussen de gelovige en de wet?
Toon antwoord/commentaar
Volgens de oudtestamentische wet kon een man van zijn vrouw scheiden, maar een vrouw kon nooit van haar man scheiden tenzij de man stierf. We zijn bevrijd van de wet d.w.z. dat wij de wet niet meer hoeven te gehoorzamen om daardoor gered te worden. Dit is vergelijkbaar met een huwelijk dat eindigt met de dood van een van de gehuwden. De wet is alleen bindend voor de levenden maar wij zijn gestorven met Jezus. In het geval van een huwelijk maakt de dood van de man het voor de vrouw mogelijk om te hertrouwen. De wet echter sterft niet want die is goed zoals Paulus ons verderop in dit hoofdstuk zal uitleggen. In ons geval zijn wij door ons eigen sterven in Christus vrij van de wet.
2) Op welke manier moedigen de verzen 4-6 ons aan om (zoals in vers 5 gezegd word) vrucht te gaan dragen voor God?
Toon het antwoord/commentaar
We zitten niet meer vast aan de wet en hoeven de wet dus niet meer te gehoorzamen omdat het moet. De verandering zit in onze motivatie. We gehoorzamen de wet niet meer om gered te worden, maar omdat de Geest ons ervan verzekert dat we in Christus bij God horen en dat God van ons houdt. We gehoorzamen de wet niet omdat het moet maar vanuit liefde omdat het mag.
Romeinen 7:7-12
Uit Paulus’ betoog zouden we kunnen opmaken, dat de wet zoveel met de zonde te maken heeft, dat ze zelf eigenlijk niet goed is. Paulus wil een dergelijke kritiek voorkomen en stelt daarom zelf de vraag: ‘Is de wet zonde?’ Dit ontkent hij vervolgens met klem, om in het nu volgende gedeelte uit te leggen hoe dan wel de verhouding is tussen wet en zonde.
3) Paulus zegt dat de zonde door het gebod allerlei begeerte teweegbrengt (vers 7). Paulus spreekt hier over het 10e gebod, gij zult niet begeren. Hoe komt het in jouw leven tot uiting dat de zonde dit gebod gebruikt om begeerte in ons op te wekken?
4) Wat bedoelt Paulus in de verzen 9-10 als hij zegt dat hij gestorven is dat het gebod voor hem de dood bleek te betekenen?
📖 Lees de volgende verzen
Leviticus 18:5
Galaten 3:21
Toon antwoord/commentaar
Het gebod is op zichzelf goed en ook de bedoeling van het gebod is goed, het is immers gericht op het leven, waarmee hier het eeuwige leven bedoeld is. Het resultaat is echter geheel anders. Door tussenkomst van de zonde heeft het gebod als resultaat, dat de mens door de zonde onder het eeuwige oordeel komt. In die zin zegt Paulus dat hij gestorven is. Om die reden kan het gebod in de praktijk geen leven bewerken.
5) Wat betekent het voor onze levens dat de wet heilig is en het gebod heilig, rechtvaardig en goed (vers12)?
📖 Lees de volgende verzen
1 Johannes 5:2-3
Mattheüs 5:18
Toon antwoord/commentaar
Er wordt wel gezegd dat de wet afgeschaft is. Dat is Bijbels-theologisch geen correcte uitspraak. De wet blijft zoals Jezus zegt: ‘totdat alles geschied is’. Het gaat uiteindelijk om onze verhouding tot de wet. De wedergeboorte en de innerlijke werking van de Heilige Geest leiden ertoe dat wij vanuit liefde en vrijheid God willen gehoorzamen. Zo hebben wij geen verplichtingen ten aanzien van de wet maar dienen we de wet echter wel als heilig, goed en rechtvaardig te zien.
Rom. 7:13
De vraag van vers 7 of de wet iets met de zonde te maken heeft, is door Paulus negatief beantwoord. De wet en de geboden zijn heilig, rechtvaardig en goed. Met dit antwoord zal toch niet iedereen tevreden zijn, en daarom stelt Paulus de vraag van vers 7 nog iets scherper: ‘Is dan het goede (nl. het goede gebod, de heilige wet) mijn dood geworden?’ De achterliggende gedachte is natuurlijk, dat de wet, als zij alleen maar de dood en de veroordeling van de mensen ten gevolge heeft, nooit helemaal ‘goed’ kan zijn. Ook dit ontkent Paulus met klem.
6) De zonde heeft gebruik gemaakt van het gebod om de dood in ons te bewerken. In welk opzicht heeft God op Zijn beurt gebruik gemaakt van het gebod? (vers 13).
Toon antwoord/commentaar
Juist door het misbruik van de goede wet blijkt het kwaadaardige karakter van de zondemacht. Gods heeft door het gebod het ware karakter van de zonde openbaar gemaakt en de zonde in al haar slechtheid ontmaskerd. De zonde is als het ware in de val gelokt door het gebod. Het gebod zag er volgens de zonde begerenswaardig uit (net als de vrucht in de tuin van Eden) maar werd uiteindelijk haar ondergang. Zo zien we opnieuw dat God Zijn reddingsplan voltrekt volgens hetzelfde principe als de Satan de zondeval in ons bewerkt heeft. In Rom.5 zagen we namelijk al dat Jezus door het principe van de collectieve identiteit de zondeval omgekeerd heeft.
7) Wat betekent het als Paulus zegt dat hij is ‘verkocht onder de zonde’? (vers 14).
Toon antwoord/commentaar
Met het verkocht zijn onder de zonde doelt Paulus op de gevallen menselijke natuur die we van Adam hebben geërfd. Iedereen die niet wedergeboren is, is onder de zonde, maar wedergeboren zijn betekent niet dat de zonde haar aantrekkingskracht voor gelovigen verliest. Christenen zouden de zonde niet over zich moeten laten heersen, maar kunnen nog steeds een sterke aantrekkingskracht tot de zonde hebben, en er opnieuw door beheerst worden. Dit is niet wat er met de christen zou moeten gebeuren, maar het is wat er zal gebeuren met een worstelende christen die de zonde probeert te beheersen door de werken van de wet.
8) Is de worsteling van Paulus herkenbaar in jouw leven? (vers 15-19) Hoe komt dit tot uiting en hoe ga je er mee om?
9) Welke troost vinden we in vers 20?
Rom. 7:21-25
Paulus werkt nu toe naar wat zijn troost is in de worsteling die hij ervaart. In vers 22-23 heeft hij het over twee verschillende wetten: de wet het verstand en de wet van de zonde.
10) Wat is het verschil tussen de wet van de zonde en de wet van het verstand?
Toon antwoord/commentaar
De zonde die in ons woont voert constant strijd tegen onze nieuwe natuur. De nieuwe natuur wordt ‘de wet van het verstand’ genoemd omdat het de capaciteit heeft om morele oordelen waar te nemen en te vellen. Ondanks dit zal het de christen in dit leven niet altijd lukken om op eigen kracht weerstand bieden aan zijn inwonende zondige natuur.
11) Naar welke verlossing verlangt Paulus in vers 24?
Toon antwoord/commentaar
De zonde die in ons woont voert constant strijd tegen onze nieuwe natuur. De nieuwe natuur wordt ‘de wet van het verstand’ genoemd omdat het de capaciteit heeft om morele oordelen waar te nemen en te vellen. Ondanks dit zal het de christen in dit leven niet altijd lukken om op eigen kracht weerstand bieden aan zijn inwonende zondige natuur.
Samenvatting
Paulus verlangt enerzijds naar zekerheid van redding. Door de constante strijd die we als christen moeten voeren kan er onzekerheid ontstaan door naar ons eigen falen te kijken. Anderzijds verlangt Paulus naar meer heiliging in dit leven. Daarom zal hij in hoofdstuk 8 verder ingaan op het omgaan met deze strijd. Als laatste verlangt hij naar de toestand waarin hij straks met zijn verheerlijkte lichaam in staat zal zijn om volledig heilig te leven. In vers 25 laat hij in zijn dankzegging al zien dat Christus het antwoord op dit alles is.
Recente reacties