Disclaimer: Deze Bijbelstudie is gemaakt door leden van onze gemeente maar kunnen interpretaties of meningen bevatten die niet per se door iedereen gedragen worden binnen onze Gemeente.

Efeziërs 4 – 6 (Geestelijk levens, oorlogvoering en wapenrusting)

Introductie en achtergrond

Efeze was de hoofdstad van een Romeinse provincie in Azië. Efeze was een belangrijk handelscentrum en lag vlakbij een haven aan de monding van de rivier de Cayster in West-Klein-Azië.

Gedurende zijn tweede zendingsreis reisde Paulus naar Efeze. Priscilla en Aquila werden daar door Paul achtergelaten. Toen hij daar op zijn derde zendingsreis terugkeerde, bleef hij daar drie jaar, zodat ‘alle Joden en Grieken die in de provincie Asia woonden, het woord van de Heer hoorden’ (Hand 19:10).

Efeze stond bekend om zijn amfitheater, het grootste ter wereld, ontworpen voor maximaal 50.000 toeschouwers. Efeze was ook de locatie van de grote tempel van Artemis, of Diana.

Efeze was het decor voor veel nieuwtestamentische gebeurtenissen:

• God deed buitengewone wonderen door Paulus, zodat zelfs de door hem aangeraakte zakdoeken en schorten ziekten genazen en demonen uitdreven (Handelingen 19:11).

• De zeven zonen van Sceva, Joodse exorcisten, probeerden de macht van Paulus te imiteren. Zij werden door demonen aangevallen, omdat de demonen hun geestelijke autoriteit niet erkenden (Handelingen 19:13-16).

• Veel nieuwe gelovigen “die magische kunsten hadden beoefend, brachten hun boeken en verbrandden ze voor iedereen” (Handelingen 19:19). De totale waarde van de tovenarijboeken die ze vernietigden bedroeg 50.000 zilverstukken.

• Timotheüs was de eerste voorganger in Efeze (1 Timotheüs 1:3).

Een van de zeven brieven in het boek Openbaring door Jezus geïnspireerd en door Johannes opgeschreven, is gericht aan de stad Efeze (Openbaring 2:1–7).

Het boek (de brief) aan de Efeziërs werd geschreven tijdens Paulus’ tijd in de gevangenis, waarschijnlijk tijdens zijn eerste gevangenschap in Rome. Dit is een brief van bemoediging en vermaning, geschreven om gelovigen te herinneren aan hun onmetelijke zegeningen in Jezus Christus; en niet alleen om dankbaar te zijn voor die zegeningen, maar hen ook te leren hoe ze op een christelijke manier kunnen leven.

De focus van deze studie ligt op geestelijke oorlogvoering en de geestelijke wapenrusting beschreven in hoofdstuk 6, maar om dit volledig te begrijpen, moeten we de context onderzoeken waarin dit geschreven is. Daarvoor moeten we even kort naar de voorgaande hoofdstukken kijken.

Vragen

1. Waarover onderwijst Paulus?

a. In eenheid wandelen (Efeziërs 4:1-6),

b. geestelijke gaven (Efeziërs 4:7-16) en

c. hoe moeten we leven (Efeziërs 4:17-32)?

2. Lees Efeziërs 5:1-21. Welk praktisch advies geeft Paulus de Efeziërs?

3. Lees Efeziërs 5:22-33. Hoe wordt Jezus’ relatie met de kerk beschreven?

4. Lees Efeziërs 6:1-9. Welke adviezen worden er gegeven aan kinderen, ouders en slaven?

5. Lees Efeziërs 6:10-12.

a. Wie zijn de vijanden die tegen ons willen vechten?

b. Welke geestelijke strijd ervaar jij?

6. Lees Efeziërs 6:13-17. Wat kunnen we gebruiken als bescherming tegen de vijanden?

7. Lees Efeziërs 6:18-20. Welk advies geeft Paulus ons ter ondersteuning van onze verdediging?

8. Paulus legt de nadruk op altijd bidden. Een uitdaging voor ons allemaal. Hoe vaak bidden wij? Hoe vaak bidden wij voor elkaar?

Antwoorden

1. Waarover onderwijst Paulus?

a. In eenheid wandelen (Efeziërs 4:1-6),

Efeze 4:1 Zo roep ik, de gevangene in de Heere, u op tot een wandel die de roeping waarmee u geroepen bent, waardig is, 2. in alle nederigheid en zachtmoedigheid, met geduld, door elkaar in liefde te verdragen,

3. en u te beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede: 4. één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop van uw roeping, 5. één Heere, één geloof, één doop,

6. één God en Vader van allen, Die boven allen en door allen en in u allen is.

‘Wandelen’ wordt in het Nieuwe Testament vaak gebruikt om te verwijzen naar dagelijks gedrag. Paul bepaalt het thema voor de laatste drie hoofdstukken. Het woord ‘waardig’ heeft het idee van leven dat past bij onze positie in Christus. Paulus moedigt zijn lezers aan om alles te zijn waartoe de Heer (door de Heilige Geest) hen in staat stelt te zijn.

Paulus moedigt alle gelovigen aan om verenigd te zijn in vrede als één lichaam, verenigd door de Geest, en dezelfde hoop, geloof en doop in de Drie-eenheid (Geest, Heer (Jezus), God de Vader) te delen.

b. geestelijke gaven (Efeziërs 4:7-16) en

7. Maar aan ieder van ons is de genade gegeven naar de maat van de gave van Christus. 8. Daarom zegt Hij: Toen Hij opvoer in de hoogte, nam Hij de gevangenis gevangen en gaf Hij gaven aan de mensen.

9. Wat betekent dit ‘toen Hij opvoer’ anders dan dat Hij ook eerst neergedaald is in de diepten, namelijk de aarde? 10. Degene Die neergedaald is, is ook Degene Die opgevaren is ver boven alle hemelen om alle dingen te vervullen. 11. En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, 12. om de heiligen toe te rusten, tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, 13. totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus, 14. opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden, 15. maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alles toe zouden groeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus. 16. Van Hem uit wordt het hele lichaam samengevoegd en bijeengehouden door elke band die ondersteuning geeft, overeenkomstig de mate waarin ieder deel werkzaam is. Zo verkrijgt het lichaam zijn groei, tot opbouw van zichzelf in de liefde.

Alle gelovigen hebben Gods reddende genade ontvangen, Zijn onvoorwaardelijke liefde.

Aan sommige gelovigen zijn speciale gaven gegeven (apostelen, profeten, herders en leraren) om alle gelovigen toe te rusten om te groeien en meer op Christus te gaan lijken, zodat de hele kerk verenigd en volwassen kan worden in het geloof. Dit lichaam zal verenigd zijn in liefde, sterk volwassen en effectief, met Christus als Hoofd.

c. hoe moeten we leven (Efeziërs 4:17-32)?

17. Dit zeg ik dan en getuig ervan in de Heere, dat u niet meer wandelt zoals de andere heidenen wandelen, in de zinloosheid van hun denken, 18. verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart. 19. Zij hebben zich, ongevoelig als ze zijn geworden, overgegeven aan losbandigheid, om alle onreinheid begerig te bedrijven.

20. Maar u hebt Christus zo niet leren kennen, 21. als u Hem tenminste gehoord hebt en door Hem bent onderwezen, zoals de waarheid in Jezus is, 22. namelijk dat u, wat betreft de vroegere levenswandel, de oude mens aflegt, die te gronde gaat door de misleidende begeerten, 23. en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken, 24. en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.

25. Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid, ieder tegen zijn naaste; wij zijn immers leden van elkaar. 26. Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, 27. en geef de duivel geen plaats. 28. Wie gestolen heeft, moet niet meer stelen, maar zich liever inspannen om met de handen goed werk te doen, om iets te kunnen delen met wie gebrek heeft. 29. Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen.

30. En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing.

31. Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid, 32. maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.

Paulus moedigt de nieuwe gelovigen aan om hun “oude zelf” af te leggen en te stoppen met de dingen die ze deden voordat ze gelovigen werden. Om vernieuwd te worden in hun denken en hun “nieuwe zelf” aan te trekken.

Praktisch advies:

Lieg niet – spreek de waarheid.

Als je boos wordt, zondig dan niet en blijf niet boos.

Steel niet – werk, niet alleen voor jezelf, maar ook om anderen te helpen.

Spreek verstandig – om anderen op te bouwen en liefde te tonen.

Bedroef de Heilige Geest niet – Door niet te stoppen met de dingen die we deden voordat we gelovigen werden, kunnen we de Heilige Geest bedroeven.

We moeten stoppen: alles, bitterheid, toorn, woede, geschreeuw en boosaardigheid.

Dit vervangen door: Vriendelijkheid, tederheid en vergevingsgezindheid, net zoals Christus ons heeft vergeven.

2. Lees Efeziërs 5:1-21. Welk praktisch advies geeft Paulus de Efeziërs?

Efeze 5:1 Wees dan navolgers van God, als geliefde kinderen, 2. en wandel in de liefde, zoals ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven als een offergave en slachtoffer, tot een aangename geur voor God. 3. Maar ontucht en alle onreinheid of hebzucht, laten die onder u beslist niet genoemd worden, zoals het heiligen past, 4. en evenmin oneerbaarheid, dwaze praat en lichtzinnige taal, die onbehoorlijk zijn; maar veelmeer past dankzegging. 5. Want dit weet u, dat geen enkele ontuchtpleger, onreine of hebzuchtige, die een afgodendienaar is, een erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en van God. 6. Laat niemand u misleiden met inhoudsloze woorden, want om deze dingen komt de toorn van God over de kinderen van de ongehoorzaamheid. 7. Wees dan hun metgezellen niet.

8. Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht

9. – want de vrucht van de Geest bestaat in alle goedheid en rechtvaardigheid en waarheid – 10. en beproef wat de Heere welbehaaglijk is. 11. En neem niet deel aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ontmasker ze veeleer. 12. Want wat heimelijk door hen gedaan wordt, is te schandelijk om zelfs maar te vertellen. 13. Maar al deze dingen komen openbaar als ze door het licht ontmaskerd worden; want al wat openbaar maakt, is licht. 14. Daarom zegt Hij: Ontwaak, u die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten.

15. Let er dan op dat u nauwgezet wandelt, niet als dwazen, maar als wijzen, 16. en buit de geschikte tijd uit, omdat de dagen vol kwaad zijn. 17. Wees daarom niet onverstandig, maar begrijp wat de wil van de Heere is. 18. En word niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de Geest,

19. en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere en loof Hem in uw hart, 20. en dank altijd voor alle dingen God en de Vader in de Naam van onze Heere Jezus Christus. 21. Wees elkaar onderdanig in de vreze Gods.

Paulus moedigt ons aan om in liefde te ‘wandelen’. Ons dagelijks gedrag moet uit liefde gedreven worden. Paulus beschrijft de daden die de nieuwe gelovigen in het verleden hebben verricht en moedigt hen aan om deze dingen helemaal niet meer te doen.

De gelovige wordt aangemoedigd om in het licht te leven en geen gemeenschap te hebben met de dingen van de duisternis.

Ze worden aangemoedigd om uit te zoeken wat aanvaardbaar is voor de Heer en om bloot te leggen wat niet van het licht is.

De vrucht, de manier waarop de gelovigen zullen handelen, maakt dat we voor iedereen zichtbaar zijn. De vrucht van de Geest is goedheid, gerechtigheid en waarheid.

Gelovigen worden aangemoedigd wijs te zijn en niet als dwazen te leven. Moreel leven is verstandig leven. Bijbels gezien is een ‘dwaas’ niet iemand die niet intelligent is, maar iemand die afgezonderd van God en tegen Gods wet leeft. Hij kan de waarheid niet begrijpen, noch zijn ware toestand begrijpen. Gelovigen moeten vermijden zich als dwazen te gedragen.

3. Lees Efeziërs 5:22-33. Hoe wordt Jezus’ relatie met de kerk beschreven?

Efeze 5:22 Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig, zoals aan de Heere, 23. want de man is hoofd van de vrouw, zoals ook Christus Hoofd van de gemeente is; en Hij is de Behouder van het lichaam. 24. Daarom, zoals de gemeente aan Christus onderdanig is, zo behoren ook de vrouwen in alles hun eigen mannen onderdanig te zijn. 25. Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven, 26. opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord, 27. opdat Hij haar in heerlijkheid voor Zich zou plaatsen, een gemeente zonder smet of rimpel of iets dergelijks, maar dat zij heilig en smetteloos zou zijn. 28. Zo moeten de mannen hun eigen vrouwen liefhebben als hun eigen lichamen. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. 29. Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt en koestert het, zoals ook de Heere de gemeente.

30. Want wij zijn leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn gebeente. 31. Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn. 32. Dit geheimenis is groot; maar ik spreek met het oog op Christus en de gemeente. 33. Kortom, ook u moet, ieder in het bijzonder, uw eigen vrouw net zo liefhebben als uzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.

Paulus vergelijkt de relatie van Christus met de kerk met die van een man en zijn vrouw, en dat de man zijn vrouw op dezelfde manier moet liefhebben als Christus de kerk liefheeft.

De Kerk wordt hier beschreven als vrouwelijk.

Christus had de kerk zo lief dat Hij Zichzelf (Zijn leven) voor haar gaf.

Zodat Hij haar heilig kon maken.

Zodat Hij haar kon zuiveren.

Lees als extra ook Openbaring 21:9-14

Openbaring 21:9 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, kwam naar mij toe en hij sprak met mij en zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam, laten zien. 10. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan. 11. Zij had de heerlijkheid van God, en haar uitstraling was als een zeer kostbare edelsteen, als een kristalheldere steen jaspis.

12. Zij had een grote en hoge muur met twaalf poorten, en bij die poorten twaalf engelen. Ook waren er namen op geschreven, namelijk van de twaalf stammen van de Israëlieten. 13. Drie poorten op het oosten, drie poorten op het noorden, drie poorten op het zuiden, en drie poorten op het westen. 14. En de muur van de stad had twaalf fundamenten met daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam.

Hier zien we de bruid beschreven als de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, die de namen had van de twaalf stammen en de namen van de twaalf apostelen en haar deuren en fundamenten. Dit lijkt te impliceren dat de ‘bruid’ waarover hier wordt gesproken zowel de joden als de christenen zijn.

4. Lees Efeziërs 6:1-9. Welke adviezen worden er gegeven aan kinderen, ouders en slaven?

Efeze 6:1 Kinderen, wees je ouders gehoorzaam in de Heere, want dat is juist. 2. Eer je vader en moeder (dat is het eerste gebod met een belofte), 3. opdat het je goed gaat en je lang leeft op de aarde.

4. En vaders, wek geen toorn bij uw kinderen op, maar voed hen op in de onderwijzing en de terechtwijzing van de Heere.

5. Slaven, wees, evenals aan Christus, gehoorzaam aan uw heer naar het vlees, met vrees en beven, oprecht van hart, 6. niet met ogendienst, als mensenbehagers, maar als slaven van Christus; doe zo van harte de wil van God, 7. en dien met bereidwilligheid de Heere en niet de mensen. 8. U weet immers dat wat ieder aan goeds gedaan heeft, hij dat van de Heere terug zal krijgen, hetzij slaaf, hetzij vrije. 9. En heren, doe hetzelfde bij hen; laat het dreigen achterwege. U weet toch dat ook uw Heere in de hemelen is en dat er bij Hem geen aanzien des persoons is.

Iedereen moet zijn positie begrijpen en het gezag aanvaarden van de persoon die boven hem of haar staat. Het opvolgen van deze instructie zal gunstig zijn voor de betrokkene.

Ouders en mensen met gezag mogen hun positie niet misbruiken, maar moeten rechtvaardig en liefdevol zijn zoals God voor hen zou zijn.

5. Lees Efeziërs 6:10-12.

a. Wie zijn de vijanden die tegen ons willen vechten?

Efeze 6:10 Verder, mijn broeders, word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht. 11. Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel.

12. Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.

De vijanden die in deze verzen genoemd worden, zijn: De duivel; vorstendommen; bevoegdheden; heersers van de duisternis; geestelijke menigten van goddeloosheid in de hemelse gewesten.

De duivel – de gezalfde cherub (Ezechiël 28:14); de heerser van de demonen (Lucas 11:15); de god van deze wereld (2 Korintiërs 4:4); de prins van de macht van de lucht (Efeziërs 2:2);

De volgende vier – vorstendommen; bevoegdheden; heerser van de duisternis en geestelijke menigten van goddeloosheid in de hemelse gewesten beschrijven verschillende niveaus en rangschikkingen van demonen en het kwaadaardige bovennatuurlijke rijk waarin ze opereren.

b. Welke geestelijke strijd ervaar jij?

Dit is een persoonlijk antwoord. Neem de tijd om naar de individuele antwoorden te luisteren.

6. Lees Efeziërs 6:13-17. Wat kunnen we gebruiken als bescherming tegen de vijanden?

Efeze 6:13 Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden.

14. Houd dan stand, uw middel omgord met de waarheid, en bekleed met het borstharnas van de gerechtigheid,

15. en de voeten geschoeid met bereidheid van het Evangelie van de vrede.

16. Neem bovenal het schild van het geloof op, waarmee u alle vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen.

17. En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord,

Paulus nodigt ons uit om de GEHELE wapenrusting van God aan te trekken, zodat we weerstand kunnen bieden en standvastig kunnen blijven op de dag van het kwaad.

Omgord je middel met de waarheid – Een soldaat gebruikte een riem om alle losse eindjes vast te maken als voorbereiding op de strijd. De riem die alle spirituele losse eindjes aantrekt, is de waarheid of beter gezegd ‘waarheidsgetrouwheid’. Het idee is van een oprechte toewijding om te vechten en te winnen zonder hypocrisie. Zelfdiscipline hebben in toewijding en trouw blijven aan Christus

Trek het borstharnas van gerechtigheid aan – Houd vast aan de gerechtigheid die Christus voor u heeft verworven. Door Zijn dood heeft Hij de prijs betaald voor AL onze zonden. Wij zijn rechtvaardig gemaakt. God ziet geen van onze zonden. Verlies dat feit niet uit het oog!

Voeten uitgerust met de bereidheid die voortkomt uit het evangelie van de vrede: Romeinse soldaten droegen laarzen met spijkers erin om de grond vast te houden. Het evangelie van de vrede wijst op het goede nieuws dat gelovigen, door Christus, vrede hebben met God en daarom weten dat Hij aan hun kant staat. Het is het vertrouwen van goddelijke steun dat de gelovige in staat stelt standvastig te blijven!

Bovenal: het nemen van het schild van het geloof waarmee je ALLE vurige pijlen van de boze kunt blussen. Het schild dat de Romeinse soldaat draagt, is een groot schild dat het hele lichaam beschermde. Het geloof waar Paulus hier naar verwijst is een fundamenteel vertrouwen in God. Het voortdurend vertrouwen op Gods woord en Zijn beloften is “bovenal” absoluut noodzakelijk om de gelovige te beschermen tegen verleidingen van elke soort zonde. De vurige pijlen zijn de verleidingen. Deze worden geblust door het met olie behandelde lederen schild.

Zien

Psalm 18:31 Gods weg is volmaakt, het woord van de HEERE is gelouterd, Hij is een schild voor allen die tot Hem de toevlucht nemen.

Zien

Spreuken 30:5 Ieder woord van God is gelouterd, Hij is een schild voor hen die tot Hem de toevlucht nemen.

Neem de helm van de verlossing. De helm beschermde het hoofd, altijd een belangrijk doelwit in de strijd. Paulus spreekt tot degenen die al gered zijn, hij heeft het niet over het verkrijgen van verlossing, maar over de gelovige die vasthoudt aan de waarheid dat hij/zij gered is. Satan probeert de zekerheid van de gelovige te vernietigen met zijn wapens van twijfel en ontmoediging.

Hoewel de gevoelens van een christen over zijn/haar verlossing ernstig beschadigd kunnen worden door door Satan geïnspireerde twijfel, wordt zijn/haar verlossing voor eeuwig beschermd en hoeft hij/zij het verlies ervan niet te vrezen.

Zie hieronder een selectie schriftverzen die de hoop die we hebben bevestigen.

Zie Johannes 6:37-39

Johannes 6:37 Alles wat de Vader Mij geeft, zal tot Mij komen; en wie tot Mij komt, zal Ik beslist niet uitwerpen.

38. Want Ik ben uit de hemel neergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar de wil van Hem Die Mij gezonden heeft.

39. En dit is de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft, dat Ik van alles wat Hij Mij gegeven heeft, niets verloren laat gaan, maar het doe opstaan op de laatste dag.

Zie Johannes 10:28-29

Johannes 10:28 En Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken.

29. Mijn Vader, Die hen aan Mij gegeven heeft, is meer dan allen, en niemand kan hen uit de hand van Mijn Vader rukken.

Zie 1 Petrus 1:3-5

1 Petrus 1:3 Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden,

4. tot een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkbare erfenis, die in de hemelen bewaard wordt voor u.

5. U wordt immers door de kracht van God bewaakt door het geloof tot de zaligheid, die gereedligt om geopenbaard te worden in de laatste tijd.

Het zwaard van de Geest, dat is het woord van God

Het zwaard was het wapen van de soldaat. Gods Woord is het enige wapen dat de christen nodig heeft. Het is oneindig veel krachtiger dan welke van Satan dan ook. De gebruikte Griekse term verwijst naar een klein wapen (15-45 cm lang). Het werd gebruikt in gevechten van dichtbij. Het kan worden gebruikt om de aanvallen van Satan af te weren, en offensief om de strategieën van de vijand te vernietigen. Jezus Zelf gebruikte het toen Hij werd (aangevallen) verleid door de Satan in de woestijn.

7. Lees Efeziërs 6:18-20. Welk advies geeft Paulus ons ter ondersteuning van onze verdediging?

Efeze 6:18 terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen.

19. Bid ook voor mij, opdat mij het woord gegeven wordt bij het openen van mijn mond, om met vrijmoedigheid het geheimenis van het Evangelie bekend te maken,

20. waarvan ik een gezant ben in ketenen, opdat ik daarin vrijmoedig mag spreken, zoals ik moet spreken.

Paulus suggereert dat gebed gebruikt moet worden om ons te helpen in onze strijd. Deze verzen geven ons een richtlijn voor het bidden.

Alle gebeden en smeekbeden – Gebed gaat niet alleen over het vragen om Gods hulp – zie het Onze Vader als voorbeeld.

Altijd – Dit moedigt ons aan om vaak te bidden

In de Geest – Dit richt zich op onze onderwerping aan de Geest en het afstemmen van onze gebeden op de wil van God.

Waakzaam zijn – Dit richt zich op de manier van bidden (zie Mattheüs 26:41, Markus 13:33). Jezus zei tegen Zijn discipelen dat ze waakzaam moesten zijn tijdens het bidden. Met andere woorden: zoek naar mensen/dingen die jouw gebeden nodig hebben.

Alle doorzettingsvermogen – dit richt zich op het doorzettingsvermogen. Juist omdat God u geen antwoord op uw gebed heeft gegeven, moedigt Paulus ons aan om te blijven bidden.

Alle heiligen – Richt zich op de voorwerpen van het gebed van de gelovige. Wij worden aangemoedigd om voor elkaar te bidden.

Paulus besluit met een verzoek om persoonlijk gebed. Maar niet voor zijn persoonlijk welzijn of fysiek comfort, maar voor de durf en trouw om door te gaan met het verkondigen van het evangelie aan de mensen die verloren gaan, ongeacht de kosten.

8. Paulus legt de nadruk op altijd bidden. Een uitdaging voor ons allemaal. Hoe vaak bidden wij? Hoe vaak bidden wij voor elkaar?

Dit antwoord is persoonlijk. We kunnen open zijn over ons eigen gebedsleven en waar we willen groeien.

Samenvatting

In de hoofdstukken 4 en 5 geeft Paulus ons advies over hoe we met de Geest vervulde levens kunnen leiden, maar wetende dat de Satan zal proberen deze manier van leven aan te vallen, maakt Paulus ons ook bewust van de wapenrusting die we tegen hem moeten bevechten en standvastig moeten blijven in het geloof.