Ezechiël 37-39 (Het herstel van Israël en de laatste oorlog)
Introductie
Ezechiël was een profeet in Juda, het zuidelijke koninkrijk. Hij leefde in een soortgelijke Bijbelse tijdsperiode als de profeet Daniël. Daniël werd na de eerste Babylonische invasie (605 v. Chr.) naar Babylon gebracht. De priester Ezechiël werd na de tweede Babylonische invasie (597 v.Chr.) naar Babylon gebracht met nog 10.000 andere gevangenen (2 Koningen 24:11-18).
Ezechiël profeteerde tot de ballingen en tegen vele valse profeten. Hij waarschuwde dat hun geliefde Jeruzalem vernietigd zou worden (dit gebeurde in 586 v.Chr.) en dat hun ballingschap zou worden verlengd. Het boek Ezechiël (geschreven tussen 593-570 v.Chr.) kan in 5 delen worden verdeeld: Gods roeping/opdracht van Ezechiël; Profetie over de verwoesting van Jeruzalem; Profetie over de vergelding aan de naties; Voorziening voor Israëls berouw en; Profetieën over het herstel van Israël. De laatste profetieën in het boek Ezechiël hebben betrekking op het toekomstige herstel van Israël en de uiteindelijke zegeningen van het messiaanse koninkrijk.
Lees als groep Ezechiël 36:16-28; hoofdstukken 37-39,
Vragen 1. Hoe spreekt het Woord van God in deze tekst tot jou? 2. Wat zal er volgens God met het volk van Israël gebeuren (lees Ezechiël 36:16-28)? 3. Wat doet God met de dorre beenderen en waarom doet Hij dit? (Ezechiël 37:1-14) 4. Welke tijdsperiode beschrijft Ezechiël 37:21-28? (Lees ook Jesaja 2:2-4; Jesaja 11:6-9; Openbaring 20:1-6) 5. Wat beschrijft Ezechiël 38:1-17? 6. Wat zal er gebeuren met de legers die Israël gaan aanvallen? Waarom zal dit gebeuren? (Ezechiël 38:18 – Ezechiël 39:8) 7. Welke vergelijkingen zie je tussen Ezechiël 38:18-23 en 39:3-5, 39:17-20 met Openbaring 16:16-21 en 19:11-21? 8. Jezus beschreef de gebeurtenissen die zullen plaatsvinden voordat Hij terugkeert in Lukas 21; Markus 13 en Mattheüs 24. Lees Lukas 21:7-11; 25-28; Lees ook 1 Thessalonicenzen 4:13-18. Hoe bereidt deze passage ons voor op de wederkomst van Jezus? |
Antwoorden
1. Hoe spreekt het Woord van God in deze tekst tot jou?
Dit antwoord is persoonlijk. Neem de tijd om te horen hoe de Heilige Geest tot de groep spreekt.
2. Wat zal er volgens God met het volk van Israël gebeuren (lees Ezechiël 36:16-28)?
Ezechiël 36:16 Het woord van de HEERE kwam tot mij:
17. Mensenkind, toen het huis van Israël in hun land woonde, toen verontreinigden zij dat met hun weg en met hun daden. Hun weg was voor Mijn aangezicht als de onreinheid van een afgezonderde vrouw.
18. Toen stortte Ik Mijn grimmigheid over hen uit omwille van het bloed dat zij in het land vergoten hadden, en vanwege hun stinkgoden waarmee zij het verontreinigd hadden.
19. Ik verstrooide hen onder de heidenvolken en zij werden verspreid over de landen. Ik heb hen geoordeeld overeenkomstig hun weg en overeenkomstig hun daden.
20. Toen zij aankwamen bij de heidenvolken waarheen zij gegaan waren, ontheiligden zij Mijn heilige Naam, omdat men van hen zei: Deze mensen zijn het volk van de HEERE en toch zijn zij uit Zijn land vertrokken.
21. Maar Ik spaarde hen vanwege Mijn heilige Naam. Het huis van Israël had die ontheiligd onder de heidenvolken waarheen zij gegaan waren.
22. Zeg daarom tegen het huis van Israël: Zo zegt de Heere HEERE: Ik doe het niet om u, huis van Israël, maar om Mijn heilige Naam, die u ontheiligd hebt onder de heidenvolken waarheen u gegaan bent.
23. Ik zal Mijn grote Naam heiligen, die onder de heidenvolken ontheiligd is, die u in hun midden ontheiligd hebt. Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, spreekt de Heere HEERE, als Ik in u voor hun ogen geheiligd word.
24. Ik zal u uit de heidenvolken halen en u uit alle landen bijeenbrengen. Dan zal Ik u naar uw land brengen.
25. Ik zal rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen.
26. Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven.
27. Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt.
28. U zult wonen in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb, u zult een volk voor Mij zijn en Ík zal een God voor u zijn.
God profeteerde door Ezechiël dat Hij de Joden terug naar het land zou brengen en hen als één volk zou herenigen. Tot 1948 was dit niet gebeurd. Op één dag, 14 mei 1948, werd de staat Israël gesticht. De 12 stammen van de twee koninkrijken waren tot die tijd niet herenigd als één land. De terugkeer van de Joden gaat nog steeds door tot op de dag van vandaag. Joden uit alle naties keren nog steeds terug naar Israël.
We hebben een God die het einde vanaf het begin kent. Wat er over de Heer Jezus is geschreven, dat we in eerdere studies hebben gezien, is uitgekomen. Deze profetie is ook in onze huidige tijd uitgekomen. We kunnen vertrouwen hebben in de andere profetieën die nog moeten worden vervuld, dat ook zij zullen worden vervuld.
3. Wat doet God met de dorre beenderen en waarom doet Hij dit? (Ezechiël 37:1-14)
God kan leven brengen in droge botten. God brengt hen niet alleen terug naar hun land, maar Hij brengt de mensen weer tot leven. Ze waren verstrooid onder de volken. Hij verzamelt Israël. Hij brengt ze terug naar de Heer.
Hij beloofde dit land aan Abraham (2166-1991 v.Chr.; Genesis 15). Het werd hun gegeven (1446-1399 v. Chr.; we lezen in Exodus, Numeri, Deuteronomium en Jozua). Het noordelijke koninkrijk ging verloren aan de Assyriërs (722 v. Chr.) en het zuidelijke koninkrijk ging verloren aan Babylon (586 v. Chr.).
Waarom doet Hij dit? Zodat we kunnen weten dat “Hij de Heer is” (verzen 6;13 en 14). Hij is de Ene Ware God die alle dingen weet en Zijn profetieën komen uit.
4. Welke tijdsperiode beschrijft Ezechiël 37:21-28? (Lees ook Jesaja 2:2-4; Jesaja 11:6-9; Openbaring 20:1-6)
Jesaja 2:2 Het zal in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan
als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen.
3. Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen.
Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem.
4. Hij zal oordelen tussen de heidenvolken en veel volken vonnissen. En zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen.
Oorlog voeren zullen zij niet meer leren.
Jesaja 11:6 Een wolf zal bij een lam verblijven, een luipaard bij een geitenbok neerliggen, een kalf, een jonge leeuw en gemest vee zullen bij elkaar zijn, een kleine jongen zal ze drijven.
7. Koe en berin zullen samen weiden, hun jongen zullen bij elkaar neerliggen. Een leeuw zal stro eten als het rund.
8. Een zuigeling zal zich vermaken bij het hol van een adder, en in het nest van een gifslang zal een peuter zijn hand steken.
9. Men zal nergens kwaad doen of verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van de kennis van de HEERE, zoals het water de bodem van de zee bedekt.
Openbaring 20:1 En ik zag een engel neerdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote ketting in zijn hand.
2. En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar,
3. en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn. En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten.
4. En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zagde zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, en die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden, en die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij leefden en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang.
5. Maar de overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen waren. Dit is de eerste opstanding.
6. Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.
Dit lijkt God te zijn die profeteert over het millenniumkoninkrijk– het duizend jarig rijk. Hij kijkt verder vooruit naar de vestiging van een nieuw koninkrijk na de wederkomst van Christus. De duizendjarige heerschappij van Christus nadat Hij triomfeert over de antichrist en zijn volgelingen in Openbaring 19. Gedurende het millennium zal Jezus regeren als Koning over Israël en alle naties van de wereld (Jesaja 2:4; 42:1). De wereld zal in vrede leven (Jesaja 11:6-9; 32:18), Satan zal worden gebonden (Openbaring 20:1-3), en iedereen God aanbidden (Jesaja 2:2-3) .
(Voor meer informatie over het doel van het Millennium Koninkrijk zie – “Aanvullende opmerkingen” hieronder)
5. Wat beschrijft Ezechiël 38:1-17?
Ezechiël beschrijft een tijd waarin een grote internationale coalitie van naties zich zal verenigen om Israël aan te vallen. God Zelf zal deze naties “vasthaken” en hen aantrekken om tegen Zijn uitverkoren volk op te trekken. (Waarschijnlijk zullen de rijkdommen en grondstoffen die Israël zal bezitten aantrekkelijk zijn voor deze landen)
De leider van deze coalitie is Gog. De landen in deze coalitie zijn: Magog, Mesech en Tubal (regio van Rusland ten noorden van de Zwarte Zee) samen met Perzië (Iran), Put (Libië) Cush (Ethiopië/Soedan),
Gomer (Oost-Europa) Beth-Togarma (Turkije)
Voor extra informatie over de betrokken landen zie “Aanvullende opmerkingen” hieronder.
Deze invasie zal plaatsvinden in de “latere jaren” en als een “kwaad plan”. Zij zullen tegen het volk van Israël komen, een welvarend land, dat zich veilig voelde en dat in vrede leefde.
Maar nogmaals, God heeft een doel om deze krachten tegen Zijn volk te verzamelen: zodat de naties Hem mogen kennen!
6. Wat zal er gebeuren met de legers die Israël gaan aanvallen? Waarom zal dit gebeuren? (Ezechiël 38:18 – Ezechiël 39:8)
De toorn van God zal worden uitgestort. Er zal een grote aardbeving komen in het land Israël. Alle dieren en alle mensen op de hele aarde zullen beven voor de aanwezigheid van de Heer. De bergen zullen worden omvergeworpen en elke muur zal op de grond vallen. God zal met hem een rechtszaak voeren door pest en door bloed. (HSV). Overstromende regen, grote hagelstenen, vuur en zwavel zullen neerregenen op Gogs troepen en de vele volkeren die bij hem zijn. God zal vuur zenden op Magog en degenen die in de veiligheid van de kustlanden leven.
Waarom? God houdt van het volk van Israël. We lezen van Gods belofte in Genesis 12:2-3: “Ik zal u tot een groot volk maken en ik zal u zegenen; ik zal uw naam groot maken, en u zult een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal ik vervloeken; en alle volken op aarde zullen door u gezegend worden”
Hij wilde Zijn volk beschermen en degenen vernietigen die hen wilden vernietigen.
Dat zij die de Schriften kennen en begrijpen, zullen zien dat God dit heeft geprofeteerd en het heeft laten gebeuren.
Zodat God verheerlijkt, geheiligd en bekend zal worden in de ogen van vele naties. Dan zullen ze weten dat de God van Israël de Heer is.
7. Welke vergelijkingen zie je tussen Ezechiël 38:18-23 en 39:3-5, 39:17-20 met Openbaring 16:16-21 en 19:11-21?
Ezechiël 38:18-23 lijkt dezelfde gebeurtenis te beschrijven als Openbaring 16:16-21, wanneer de zevende schaal van Gods toorn wordt uitgegoten over de legers die rond Jeruzalem zijn verzameld.
Openbaring 16:16 En hij verzamelde hen op de plaats die in het Hebreeuws Armageddon wordt genoemd.
17. En de zevende engel goot zijn schaal uit over de lucht. En er klonk een luide stem uit de tempel in de hemel, vanaf de troon, die zei: Het is geschied.
18. En er kwamen stemmen, donderslagen en bliksemstralen. En er kwam een grote aardbeving, zo een als er niet is geweest sinds er mensen op de aarde geweest zijn: zo’n aardbeving, zo groot!
19. En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van de heidenvolken stortten in. En het grote Babylon kwam bij God in gedachtenis, en Hij gaf haar de drinkbeker met de wijn van Zijn grimmige toorn.
20. En alle eilanden zijn op de vlucht geslagen, en bergen waren er niet meer te vinden.
21. En grote hagelstenen, elk ongeveer een talentpond zwaar, vielen uit de hemel op de mensen neer. Maar de mensen lasterden God vanwege de plaag van de hagel, want de plaag van de hagel was zeer groot.
Ezechiël 39:3-5 en 39:17-20 hebben een aantal duidelijke vergelijkingen met Openbaring 19:11-21. De massale dood en het verslinden van de dode lichamen door de vogels en de wilde dieren.
Openbaring 19:11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid.
12. En Zijn ogen waren als een vuurvlam en op Zijn hoofd waren vele diademen. Hij had een Naam, die opgeschreven was, en die niemand kent dan Hijzelf.
13. En Hij was bekleed met een in bloed gedoopt bovenkleed, en Zijn Naam luidt: Het Woord van God.
14. En de legers in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed in fijn linnen, wit en smetteloos.
15. En uit Zijn mond kwam een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heidenvolken zou slaan. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf. En Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmige toorn van de almachtige God.
16. Er stond op Zijn bovenkleed en op Zijn dij deze Naam geschreven: Koning der koningen en Heere der heren.
17. En ik zag één engel dicht bij de zon staan, en hij riep met luide stem naar alle vogels die hoog aan de hemel vlogen: Kom en verzamel u voor het avondmaal van de grote God,
18. om te eten vlees van koningen, en vlees van oversten over duizend, en vlees van machtigen, en vlees van paarden en van hen die daarop zitten, en vlees van alle vrijen en van slaven, kleinen en groten.
19. En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers bijeen verzameld om oorlog te voeren tegen Hem Die op het paard zat, en tegen Zijn leger.
20. En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt.
21. En de overigen werden gedood met het zwaard van Hem Die op het paard zat, namelijk het zwaard dat uit Zijn mond kwam. En alle vogels werden verzadigd met hun vlees.
Bijbelcommentatoren zijn het er niet over eens wanneer deze oorlog zal plaatsvinden. Deze vergelijkingen leiden ongeveer 50% van de bijbelcommentatoren tot de conclusie dat de Ezechiël-oorlog plaatsvindt met de Slag van Armageddon wanneer Jezus terugkeert en het Beest en zijn legers verslaat. Andere bijbelcommentatoren geloven dat de Ezechiël-oorlog eerder zal plaatsvinden en het startpunt zal zijn voor de verdrukkingsperiode.
8. Jezus beschreef de gebeurtenissen die zullen plaatsvinden voordat Hij terugkeert in Lukas 21; Markus 13 en Mattheüs 24. Lees Lukas 21:7-11; 25-28; Lees ook 1 Thessalonicenzen 4:13-18. Hoe bereidt deze passage ons voor op de wederkomst van Jezus?
Lukas 21:7 En zij vroegen Hem: Meester, wanneer zal dat dan zijn en wat is het teken dat deze dingen zullen gebeuren?
8. En Hij zei: Pas op dat u niet misleid wordt, want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus, en: De tijd is nabijgekomen. Ga hen dan niet achterna.
9. En wanneer u zult horen van oorlogen en allerlei oproer, wees dan niet verschrikt. Want deze dingen moeten eerst geschieden, maar dat betekent niet meteen het einde.
10. Toen zei Hij tegen hen: Het ene volk zal tegen het andere volk opstaan en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk;
11. en er zullen grote aardbevingen zijn in verschillende plaatsen, hongersnoden en besmettelijke ziekten. Er zullen ook verschrikkelijke dingen en grote tekenen vanuit de hemel plaatsvinden.
Lukas 21:25 En er zullen tekenen zijn in zon, maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid vanwege het bulderen van zee en golven.
26. En het hart van de mensen zal bezwijken van vrees en verwachting van de dingen die de wereld zullen overkomen, want de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden.
27. En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid.
28. Wanneer nu deze dingen beginnen te geschieden, kijk dan omhoog en hef uw hoofd op, omdat uw verlossing nabij is.
1 Thessalonicenzen 4:13 Maar ik wil niet, broeders, dat u onwetend bent ten aanzien van hen die ontslapen zijn, opdat u niet bedroefd bent zoals ook de anderen, die geen hoop hebben.
14. Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem.
15. Want dit zeggen wij u met een woord van de Heere, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heere, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan.
16. Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan.
17. Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn.
18. Zo dan, troost elkaar met deze woorden.
We kunnen de gebeurtenissen kennen die zullen plaatsvinden voordat Jezus terugkeert. Hoewel we de dag of het uur niet kunnen weten, kunnen we de tekenen lezen en weten dat de dag en het uur naderen. Wanneer we deze tekenen beginnen te verschijnen, kunnen we onze hoofden opheffen, uitkijkend naar en verwachtend dat Jezus terugkomt en getroost worden in het feit dat we zullen worden opgenomen om Hem in de wolken te ontmoeten.
Samenvatting
Ezechiël hoofdstukken 37-39 beschreven voor Ezechiël toekomstige gebeurtenissen. Eén van deze gebeurtenissen is reeds vervuld. Na 2600 jaar is het volk Israël terug in hun eigen land. Wanneer de oorlog die in de hoofdstukken 38 en 39 is voorspeld, precies zal plaatsvinden, is niet duidelijk. Het is duidelijk welke naties zich zullen verenigen tegen Israël en dat God op bovennatuurlijke wijze zal ingrijpen om deze vijanden van Israël te verslaan. God zal de hele wereld laten weten, dat Hij de enige echte God is.
Toepassingen
We hebben veel profetieën uit het Oude Testament in vervulling zien gaan in het Nieuwe Testament in de geboorte, het leven, de dood en de opstanding van onze Heer en Heiland Jezus Christus. We kunnen ook de profetie van Ezechiël in vervulling zien gaan bij de vestiging van het land en de terugkeer naar dat land van het volk Israël. We weten dat God Zijn beloften nakomt en dat wat Hij profeteert zal gebeuren. We weten daarom dat de resterende profetieën in de hoofdstukken 38-39 van Ezechiël ook zullen uitkomen.
We weten misschien niet precies wanneer dingen zullen gebeuren of de “dag en het uur” wanneer Jezus zal terugkeren, maar door bijbelprofetieën te bestuderen, zullen we weten dat de tijd nabij is, hierop voorbereid zijn en in staat zijn om te getuigen en te waarschuwen anderen.
De profetische boeken zijn niet geschreven om ons bang te maken, maar om ons voor te bereiden.
Aanvullende opmerkingen
Het boek Ezechiël is geschreven in de tijd van de ballingschap van het koninkrijk Juda in Babylon.
Ezechiël 38:1 Het woord van de HEERE kwam tot mij:
2. Mensenkind, richt uw blik op Gog, het land van Magog, de oppervorst van Mesech en Tubal, en profeteer tegen hem.
3. Zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zál u, Gog, oppervorst van Mesech en Tubal!
4. Ik zal u omkeren, Ik zal haken in uw kaken slaan en Ik zal u doen uittrekken: u, met heel uw leger, paarden en ruiters, allen uitmuntend gekleed, een grote strijdmacht met grote en kleine schilden, die allen het zwaard hanteren.
5. Bij hen zijn Perzen, Cusjieten en Puteeërs, allen met schild en helm,
6. Gomer met al zijn troepen, Beth-Togarma, in het uiterste noorden, met al zijn troepen, vele volken met u.
Gog Heerser over Magog – Hoofdprins over Mesech en Tubal
Mesech (ook gespeld als Mesek) en Tubal waren zonen van Jafeth, een van de drie zonen van Noach die met hem de vloed overleefden (Genesis 10:1-2). Mesech (wiens naam betekent “lang, lang of met geweld uitgetrokken”) is de zesde zoon van Jafeth. Het land Mesech is nauw verbonden met dat van Tubal, vooral in een profetie van Ezechiël. De regio Mesech wordt vaak geïdentificeerd als zijnde ten noorden van de Zwarte Zee (Zuid-Rusland en Oekraïne en mogelijk de Republiek Georgië), en Tubal als een gebied in centraal Turkije.
Het land van Mesech wordt in Psalm 120:5 gebruikt als een algemene verwijzing naar barbaarse gebieden waar “zij die vrede haten” wonen (vers 6). De landen waar de nakomelingen van Mesech en Tubal zich vestigden, spelen een belangrijke rol in sommige profetieën van Ezechiël, en in dat boek worden ze het meest genoemd. In de profetie van Ezechiël 38 worden Mesech en Tubal geregeerd door Gog, een vorst over die gebieden: “Het woord van de HEER kwam tot mij: ‘Mensenzoon, richt uw aangezicht naar Gog, van het land van Magog, de belangrijkste vorst van Mesech en Tubal, en profeteer tegen hem en zeg: “Zo zegt de Here Here: Zie, ik ben tegen u, o Gog, oppervorst van Mesech en Tubal“‘” (Ezechiël 38:1-3). Ezechiël herhaalt Gods oordeelswoorden tegen de nakomelingen van de twee zonen van Jafeth wanneer hij profeteert dat God hen zal verslaan in een oorlog tegen Israël (Ezechiël 39:1-5).
Veel bijbelgeleerden stellen het land Gog in de profetieën van Ezechiël gelijk aan Rusland, dat Israël zal aanvallen “vanuit het verre noorden” (Ezechiël 38:15). Mesech en Tubal zouden twee van de “vele naties” kunnen zijn die zich bij Rusland voegen bij hun invasie van Israël (vers 6).
De opmars van de alliantie waarbij Mesech en Tubal betrokken zijn, zal zijn als “een wolk die het land bedekt” (Ezechiël 38:9). Sommige commentatoren geloven dat deze oorlog, vaak de Slag bij Gog en Magog genoemd, een van de gebeurtenissen zal zijn die zullen leiden tot de verdrukking in de eindtijd. Anderen geloven dat het dicht bij het midden van de verdrukking zal plaatsvinden, aangezien Israël zich op dat moment veilig zal voelen, “wonend zonder muren en zonder grendels of poorten” (vers 11).
Wat is het doel van de duizendjarige regering van Christus?
Het doel van de 1000-jarige regering is het vervullen van verschillende beloften die God aan de wereld heeft gedaan. Sommige van deze beloften, verbonden genoemd, werden specifiek aan Israël gegeven. Anderen werden aan Jezus, de naties van de wereld en de schepping gegeven. Jezus’ 1000-jarige regering zal een tijd zijn waarin beloften worden nagekomen.
Het Palestijnse verbond, ook wel het landverbond genoemd (Deuteronomium 30:1-10)
God heeft de persoonlijke aspecten van het Abrahamitische verbond al vervuld; Abraham ging naar het Beloofde Land, hij had vele nakomelingen en hij is de voorvader van vele naties. Enkele honderden jaren na Abraham leidde Jozua de Israëlieten ertoe het eigendom van het Beloofde Land op te eisen. Maar Israël heeft nooit de specifieke grenzen gehad die God beloofde in Genesis 15:18-20 en Numeri 34:1-12. Zelfs Salomo regeerde niet over dit specifieke gebied (1 Koningen 4:21-24). Hoewel hij regeerde van de rivier van Egypte tot aan de Eufraat, bezat hij niet het gebied van de berg Hor tot Hazarenan (Numeri 34:7-9) – tot in het huidige Libanon en Syrië. Bovendien was het verbond dat God met Abraham sloot dat hij en zijn nakomelingen het land voor altijd zouden hebben (Genesis 13:15; 17:8; Ezechiël 16:60). De huidige Israëlische staat kan een stap in deze richting zijn, maar ze hebben nog steeds niet de grenzen die God heeft vastgesteld.
Het Davidische verbond (2 Samuël 7)
Gods verbond met David was dat zijn geslachtslijn nooit zou uitsterven en dat Davids erfgenaam voor altijd op de troon van Israël zou zitten (2 Samuël 7:16). Bijbelgeleerden zijn het erover eens dat Jezus de vervulling van dit verbond is – een van de redenen waarom zijn genealogie wordt gegeven voor zowel zijn adoptievader (Mattheüs 1:1-17) als zijn moeder (Lucas 3:23-38). De Joden begrepen dit toen ze palmtakken en hun mantels neerlegden terwijl Jezus Jeruzalem binnenreed (Mattheüs 21:1-17). Ze verwachtten dat Hij een militaire/politieke leider zou zijn die hen zou bevrijden van de Romeinen en van Israël weer een groot volk zou maken. Maar ze begrepen niet dat het werk van Jezus destijds voor het Nieuwe Verbond was, niet voor het Davidische Verbond. De 1000-jarige regering zal het begin zijn van Jezus’ regering over Israël en de aarde (Openbaring 20:4, 6).
Het nieuwe verbond (Jeremia 31:31-34)
Het werk van het Nieuwe Verbond – Jezus’ dood en opstanding om harten met God te verzoenen – is volbracht. Maar we hebben de volledige vervulling nog niet gezien. Jeremia 31:33 zegt: “Maar dit is het verbond dat ik na die dagen met het huis van Israël zal sluiten, spreekt de HEER: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en in hun hart schrijven. En ik zal hun God zijn, en zij zullen mijn volk zijn.” Ezechiël 36:28 geeft meer details: “Gij zult wonen in het land dat ik aan uw vaderen heb gegeven, en u zult mijn volk zijn, en ik zal uw God zijn.” Jesaja 59:20–21 legt uit dat dit verbond mogelijk is dankzij de Verlosser, en dat de verzoening waarin Hij voorziet voor altijd zal duren. Dit verbond betekent niet dat elke Jood gered zal worden. Maar het betekent wel dat Israël als natie hun Messias zal aanbidden. De oudtestamentische profeten die over dit verbond spraken, waaronder Jesaja, Jeremia, Hosea en Ezechiël, schreven allemaal dat het in de toekomst vervuld zal worden. Vanaf hun tijd moet Israël nog een onafhankelijke natie zijn die zijn Messias aanbad (Romeinen 9-11). Zij zullen in de 1000-jarige regering van Christus zijn.
Andere beloften
Dat zijn de verbonden die God met Israël heeft gesloten en die vervuld zullen worden tijdens de 1000-jarige regering van Jezus, maar de Bijbel somt andere beloften op die ook zullen worden vervuld. God beloofde Jezus dat Hij van Zijn vijanden een voetbank zou maken, en dat de volgelingen van Jezus Hem vrijelijk zouden aanbidden (Psalm 110). God beloofde de naties van de wereld dat ze in vrede zouden leven met Jezus als hun heerser (Daniël 7:11-14). En Hij beloofde de schepping dat de vloek zou worden opgeheven (Romeinen 8:18-23), dieren en de aarde zouden worden hersteld in vrede en welvaart (Jesaja 11:6-9; 32:13-15), en mensen zouden worden bevrijd van ziekte (Ezechiël 34:16). Ook deze zullen tijdens de 1000-jarige regering vervuld worden.
Het belangrijkste doel van de 1000-jarige regering van Jezus is de vervulling van de profetieën die aan Israël zijn gegeven en de beloften die aan Jezus, de naties en de hele aarde zijn gedaan. Gods verbonden waren vrijwillig en eenzijdig. Hij beloofde dat Hij Israël zou zegenen en de wereld op specifieke manieren zou herstellen, en dat zal Hij ook doen.
Recente reacties