Downloads:

Inleiding

Het boek Romeinen werd geschreven door de apostel Paulus.  Hij schreef de brief aan de Romeinen rond het jaar 56 na Christus toen Paulus zijn tweede zendingsreis maakte en ruim 18 maanden in de stad Korinthe (Griekenland) verbleef. Paulus kwam uit de Joodse stam van Benjamin (Filippenzen 3:5) maar was ook een Romeins staatsburger (Handelingen 16:37). Hij werd geboren in Tarsus rond de tijd van Christus’ geboorte (Handelingen 9:11) een belangrijke stad (Handelingen 21:39) gelegen in Klein-Azië (het huidige Turkije). Hij bracht een groot deel van zijn jeugd door in Jeruzalem als leerling van de beroemde rabbijn Gamaliël (Handelingen 22:3). Paulus was een Farizeeër (Handelingen 23:6) een lid van de strengste Joodse sekte (Filippenzen 3:5).

Op wonderbaarlijke wijze veranderde hij van gedachten (kwam hij tot bekering) toen hij op weg was naar Damascus (rond 33-34 na Christus) om christenen in die stad te arresteren. In plaats van verdere vervolging, begon hij de boodschap van het evangelie te verkondigen (Handelingen 9:20). Meer dan wie dan ook was Paulus verantwoordelijk voor de verspreiding van het christendom in het Romeinse Rijk. Hij maakte 3 zendingsreizen door een groot deel rond de Middellandse zee, waarbij hij onvermoeibaar het evangelie predikte dat hij ooit had geprobeerd uit te roeien. (Handelingen 26:9).

Het boek Romeinen omvat veel onderwerpen voor studie en onderwijs. Wij gaan ons concentreren op de vijf hoofdthema’s: Rechtvaardiging (hoe kunnen we gerechtvaardigd worden); Heiliging (het proces van meer en meer op Jezus gaan lijken); Verheerlijking (wanneer we volledig op Christus lijken); Gods plan voor Israël; en tot slot discipel schap (het volgen van Jezus)

Romeinen 1 is de inleiding van Paulus over de hele brief en gaat in op de vraag waarom rechtvaardiging nodig is.

Vragen

1) Hoe introduceert Paulus zichzelf, zijn bediening en zijn lezers?

📖 Lees de volgende verzen

Romeinen 1:1-7 (HSV)
1. Paulus, een dienstknecht van Jezus Christus, een geroepen apostel, afgezonderd tot het Evangelie van God, 2. dat Hij tevoren beloofd had door Zijn profeten, in de heilige Schriften, 3. ten aanzien van Zijn Zoon, Die wat het vlees betreft geboren is uit het geslacht van David. 4. Wat de Geest van heiliging betreft, is met kracht bewezen dat Hij de Zoon van God is, door Zijn opstanding uit de doden, namelijk Jezus Christus, onze Heere. 5. Door Hem hebben wij genade en het apostelschap ontvangen tot geloofsgehoorzaamheid onder alle heidenen, ter wille van Zijn Naam, 6. waartoe ook u behoort, geroepenen van Jezus Christus.

Toon antwoord/commentaar

Paulus introduceert zichzelf als een “dienstknecht” (Doulos), het gebruikelijke woord voor dienaar in het Nieuwe Testament. Hoewel het in de Griekse cultuur meestal verwijst naar de onvrijwillige, permanente dienst van een slaaf, gebruikt Paulus het woord in de Hebreeuwse betekenis om zichzelf te beschrijven als een dienaar die zich vrijwillig inzet om een meester te dienen die hij liefheeft en respecteert.

Hij noemt zichzelf ook een “apostel”. In het Grieks betekent het woord “iemand die is gezonden”. In het Nieuwe Testament verwijst “apostel” voornamelijk naar de 12 door Christus zelf uitgekozen discipelen (Marcus 3:13-19) en Matthias, die de andere apostelen kozen om Judas te vervangen (Handelingen 1:15-26).

Jezus riep ook Paulus als uitgezondene (apostel) door aan hem te verschijnen op de weg naar Damascus. Christus gaf hem de macht om zijn apostelschap te bevestigen met wonderen. (2 Korintiërs 12:12)

2 Korinthe 12:11 Ik ben door te roemen dwaas geworden! U hebt mij daartoe gedwongen, want ik zou door u aanbevolen moeten worden. Ik ben immers in niets minder geweest dan de apostelen bij uitstek, hoewel ik niets ben. 12. De tekenen van een apostel zijn onder u verricht, in al mijn volharding, in tekenen, wonderen en krachten.

Paulus had de opdracht gekregen om het evangelie van God (het Goede Nieuws) te verspreiden (zie Handelingen 13:1-3)

Handelingen 13:1 En er waren in Antiochië, in de gemeente aldaar, enkele profeten en leraars, namelijk Barnabas, Simeon, die Niger genoemd werd, Lucius van Cyrene, Manahen, die met Herodes, de viervorst, opgegroeid was, en Saulus. 2. En terwijl zij de Heere dienden en vastten, zei de Heilige Geest: Zonder voor Mij zowel Barnabas als Saulus af voor het werk waartoe Ik hen geroepen heb. 3. Toen vastten en baden zij, en nadat zij hun de handen opgelegd hadden, lieten zij hen gaan.

In de verzen 2 tot en met 6 vat hij dit Goede Nieuws samen: Dat Jezus de beloofde (in het Oude Testament) Messias is, de Zoon van God en dat Paulus genade had ontvangen om deze boodschap aan alle volken te verkondigen.

Deze brief is gericht aan 4 groepen:

  • “Allen in Rome” – de Romeinse kerk (waarschijnlijk gesticht door degenen die bekeerd werden op de dag van Pinksteren (Handelingen 2:10)
  • “Geliefden van God” – God heeft Zijn liefde op Zichzelf gericht.
  • “De Geroepenen” – Hij heeft hen niet alleen de algemene uitnodiging gegeven om het evangelie te geloven, maar ook Zijn effectieve “roeping” (of Zijn trekken naar Zichzelf allen die Hij heeft uitgekozen voor redding).
  • “De Heiligen” – God heeft gelovigen apart gezet van de zonde voor Zichzelf, zodat zij heiligen zijn.
  • Hoe stel jij jezelf voor aan anderen?
  • Is dat anders dan hoe jij jezelf zou willen voorstellen?

2) Wat is Paulus’ relatie tot zijn lezers?

📖 Lees de volgende verzen

Romeinen 1:8-15 (HSV)
Allereerst nu dank ik mijn God door Jezus Christus voor u allen, omdat uw geloof in de hele wereld wordt verkondigd. 9. Want God, Die ik in mijn geest dien in het Evangelie van Zijn Zoon, is mijn Getuige, hoe ik zonder ophouden aan u denk. 10. Steeds weer vraag ik in mijn gebeden of mij, zo mogelijk, door de wil van God eens een goede gelegenheid geboden zal worden om naar u toe te komen. 11. Want ik verlang er vurig naar u te zien, om u in enige geestelijke genadegave te laten delen, waardoor u versterkt zou worden, 12. dat is te zeggen, om in uw midden samen bemoedigd te worden door het onderlinge geloof, zowel dat van u als dat van mij. 13. Maar ik wil niet dat u er geen weet van hebt, broeders, dat ik dikwijls het voornemen had naar u toe te komen om ook onder u enige vrucht te hebben, zoals ook onder de andere heidenen. Tot nu toe was ik echter verhinderd. 14. Ik sta in de schuld bij Grieken en niet-Grieken, bij wijzen en onverstandigen. 15. Zo is wat in mij is, gewillig om ook u die in Rome bent, het Evangelie te verkondigen.

Toon het antwoord/commentaar

Paulus is betrokken met de kerk in Rome. Hij is een geestelijke leider (op afstand) van de kerk. Hij bidt voor de kerk in Rome, hij is dankbaar voor hun geloof in het evangelie. Hij heeft hen nog niet in Rome kunnen bezoeken, maar verlangt ernaar om hen te bezoeken, het evangelie in Rome te prediken, hen te versterken en aan te moedigen.

Hij verlangt ernaar om geestelijke gaven aan de kerk te kunnen meedelen, zodat zij gevestigd kunnen worden (d.w.z. de kerk kunnen opbouwen).

Hij hoopt in staat te zijn om “vrucht onder u te hebben”, d.w.z. dat zijn prediking van het evangelie in Rome ertoe zou leiden dat meer mensen tot geloof in de Heer Jezus komen.

  • Welk verlangen heb jij voor de groei in je kerk en voor je eigen geestelijke groei?

3) Wat is volgens Paulus de kracht van het evangelie?

📖 Lees de volgende verzen

Romeinen 1:16-17(HSV)
Romeinen 1:16 Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. 17. Want de gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, zoals geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.

Toon antwoord/commentaar

Deze tekst is de kern van de brief aan de Romeinen. Paulus vertelt ons dat de kracht van het evangelie, de boodschap van het hele boek Romeinen, is dat verlossing komt voor iedereen die gelooft in het evangelie dat hij predikt. Dat Jezus de Christus is, onze Redder – Hij stierf om ons te redden van de toorn van God.

Deze verlossing komt door geloof in Jezus Christus.

In de verzen hieronder zeggen we ook: “de rechtvaardige zal uit geloof leven”. Dit heeft twee kanten.

Door geloof zullen we gerechtvaardigd worden. Maar ook: omdat we tot geloof zijn gekomen, willen we rechtvaardig leven.

Zie ook Habakuk 2:4; Galaten 3:11; Hebreeën 10:37-38

Habakuk 2:4 (HSV)
Habakuk 2:4 Zie, zijn ziel is hoogmoedig, niet oprecht in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.

Galaten 3:11 (HSV)
Galaten 3:11 En dat door de wet niemand gerechtvaardigd wordt voor God, is duidelijk, want de rechtvaardige zal uit het geloof leven.

Hebreeën 10:37-38 (HSV)
Hebreeën 10:37 Want: Nog een heel korte tijd en Hij Die komt, zal komen en niet uitblijven. 38. Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven, en als iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen.

  • Zijn dit denk je alle gaven die er zijn?
  • Waarom denk je dat er zoveel verschillende gaven zijn?

4) Wat zegt Paulus over de toorn van God?

📖 Lees de volgende verzen

Romeinen 1:18-19  (HSV)
Want de toorn van God wordt geopenbaard vanuit de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen, die de waarheid in ongerechtigheid onderdrukken, 19. omdat wat van God gekend kan worden, hun bekend is. God Zelf heeft het hun immers geopenbaard.

Toon antwoord/commentaar

Dit lijkt te verwijzen naar de gevolgen van zonde, het verwerpen van de waarheid. Het verwerpen dat er een Schepper God is die van hen houdt. Het verwerpen van Jezus, de Redder die kwam om hen rechtvaardig te maken.

Door het verwerpen van Jezus kan God je niet als kind aannemen en rechtvaardig verklaren. Wij worden namelijk door en in Jezus gerechtvaardigd.

Zie ook Galaten 6:7-8

Galaten 6:7 Dwaal niet: God laat niet met Zich spotten, want wat de mens zaait, zal hij ook oogsten. 8. Want wie in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderf oogsten; maar wie in de Geest zaait, zal uit de Geest het eeuwige leven oogsten.

Hier zien we dat mensen die zonde toelaten, daar ook vaak de consequenties van zullen ervaren.  Dit is geen straf van God, maar een gevolg van hun keuze. Dit is anders dan de uitstorting van Gods toorn.

Andere teksten in de Bijbel die Gods toorn uitleggen

Psalm 78:49-51; Openbaring 6:16; Johannes 3:36

God heeft in het verleden bij gelegenheden Zijn toorn uitgestort, (in Egypte) zie Psalm 78:49-51;

Psalm 78:49 Hij zond Zijn brandende toorn op hen af, verbolgenheid, gramschap, benauwdheid, Hij zond een menigte boden van rampen. 50. Hij baande een pad voor Zijn toorn, Hij ontrukte hun ziel niet aan de dood, hun dieren leverde Hij over aan de pest. 51. Hij trof al het eerstgeborene in Egypte, de eerste vruchten van de mannelijke kracht in de tenten van Cham.

Hij zal in de toekomst opnieuw Zijn toorn uitgieten (zie Openbaring 6:16);

Openbaring 6:16 En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam.

Allen die ervoor kiezen om niet te geloven (God af te wijzen) zullen Gods toorn over zich uitgestort zien (zie Johannes 3:36;

Johannes 3:36 Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem.

  • Wat ervaar jij als je onrechtvaardig wordt behandeld? 
  • Vind jij dat het onrecht dat jou is aangedaan, rechtvaardig moet worden berecht?

5) Hebben mensen die het evangelie niet hebben gehoord een excuus om niet in God te geloven?

📖 Lees de volgende verzen

Romeinen 1:19-20 (HSV)
omdat wat van God gekend kan worden, hun bekend is. God Zelf heeft het hun immers geopenbaard. 20. Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn.

Toon antwoord/commentaar

God heeft het bewijs van Zijn bestaan ​​in de mens gelegd door ons een geweten te geven.
God bewijst Zijn bestaan in alles wat Hij geschapen heeft (wat wij om ons heen zien)  De schepping brengt een duidelijke, onmiskenbare boodschap over Gods persoon. De Schepper moet een wezen van ontzagwekkende kracht zijn.

We hebben geen excuus. God houdt alle mensen verantwoordelijk voor hun weigering om te erkennen wat Hij hen van Zichzelf heeft laten zien in Zijn schepping. Zelfs degenen die nooit de gelegenheid hebben gehad om het evangelie te horen, hebben een duidelijk getuigenis ontvangen over het bestaan ​​en karakter van God – en hebben het onderdrukt.

  • Wat in de schepping overtuigt jou over het bestaan van een Schepper?

6) Wat was het gevolg van hun ongeloof?

📖 Lees de volgende verzen

Romeinen 1:21-23 (HSV)
Want zij hebben, hoewel zij God kennen, Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar zij zijn verdwaasd in hun overwegingen en hun onverstandig hart is verduisterd. 22. Terwijl zij zich uitgaven voor wijzen, zijn zij dwaas geworden, 23. en hebben zij de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door een beeld dat lijkt op een vergankelijk mens, op vogels en op viervoetige en kruipende dieren.

Toon antwoord/commentaar

Zij kozen om God te ontkennen, om Hem niet te verheerlijken en om Hem niet te bedanken voor alles wat Hij voor ons heeft gemaakt. Dit resulteert in een verharding van het hart en een verdraaiing van het denken.

Een zoektocht naar betekenis en doel zonder God eindigt in een leeg en zinloos bestaan. Wanneer de mens de waarheid verwerpt, wordt deze vervangen door de duisternis van spirituele leugen.

In zijn verkeerde denken rationaliseert de mens zijn zonde en creëert zijn eigen waarheid. God beschrijft dit als dwaasheid wanneer de mens zijn eigen filosofieën over God, het universum en zichzelf maakt en gelooft.

Dit verkeerde denken resulteert in de aanbidding van “afgoden” in plaats van de ware God.

  • Hoe zie jij wie of wat afgoden kunnen zijn in de wereld van vandaag?

7) Wat waren de verdere gevolgen van deze veranderingen in hun denken?

📖 Lees de volgende verzen

Romeinen 1:24-32 (HSV)
Daarom ook heeft God hen in de begeerten van hun hart overgegeven aan de onreinheid om hun lichamen onder elkaar te onteren. 25. Zij hebben de waarheid van God vervangen door de leugen, en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, Die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen. 26. Daarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke hartstochten, want ook hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke. 27. En evenzo hebben ook de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven, en zijn in wellust voor elkaar ontbrand: mannen doen schandelijke dingen met mannen en ontvangen het gepaste loon voor hun dwaling in zichzelf. 28. En omdat het hun niet goeddacht God te erkennen, heeft God hen overgegeven aan verwerpelijk denken, om dingen te doen die niet passen. 29. Ze zijn vervuld van allerlei ongerechtigheid, hoererij, boosaardigheid, hebzucht, slechtheid. Ze zijn vol afgunst, moord, ruzie, bedrog, kwaadaardigheid. 30. Kwaadsprekers zijn het, lasteraars, haters van God, smaders, hoogmoedigen, grootsprekers, bedenkers van slechte dingen, ongehoorzaam aan hun ouders, 31. onverstandigen, trouwelozen, mensen zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, onbarmhartig. 32. Zij kennen het recht van God, namelijk dat zij die zulke dingen doen de dood verdienen, en toch doen zij niet alleen zelf deze dingen, maar stemmen ook van harte in met hen die ze doen.

Toon antwoord/commentaar

Schrijf Deze verzen beschrijven de neerwaartse spiraal van de consequentie van het verwerpen van God. Als de mens God blijft verwerpen en verlaten, zal Hij uiteindelijk hen verlaten en daarbij laten zien dat Hij de mens respecteert eigen keuzes te maken. 

We lezen:

  • “God gaf hen ook over…” (vers 24);
  • “God gaf hen over…” (vers 26);
  • “God gaf hen over…” (vers 28)
  • Hoe denk je dat het voor God is wanneer Zijn schepsels Hem afwijzen?

Samenvatting

Dit hoofdstuk laat ons de gevolgen zien van de verwerping van God, onze Schepper en Redder. Belangrijker nog, het laat ons zien dat de kracht van het evangelie is, dat we door te geloven in Jezus Christus gered worden van Gods toorn door geloof.