Jakobus 1-3 (Wat is een echte christen?)
Introductie
De schrijver van deze brief is Jakobus. Van hem werd gedacht dat hij de broer van Jezus is en werd ook wel Jakobus de Rechtvaardige genoemd (Mattheüs 13:55; Marcus 6:3). Jakobus ging pas geloven na de opstanding (Johannes 7:3-5) (Handelingen 1:14; 1 Korintiërs 15:7; Galaten 1:19). Hij werd het hoofd van de kerk in Jeruzalem en wordt als eerste genoemd als een pijler van de kerk (Galaten 2:9).
Het boek Jakobus is waarschijnlijk het oudste boek van het Nieuwe Testament en zou al in 45 na Christus zijn geschreven. Volgens de historicus Josephus werd Jakobus rond 62 na Christus gedood voor zijn geloof.
Er zijn mensen die geloven dat deze brief is geschreven als reactie op een “overijverige” uitleg van Paulus’ onderwijs over geloof. Deze extreme opvatting stelde dat men door het geloof in Christus volledig vrij is van alle oudtestamentische wetten, alle seculiere wetten en alle moraliteit van een samenleving. Het boek Jakobus is gericht aan Joodse christenen die over alle naties verspreid zijn (Jakobus 1:1).
De kerkhervormer Maarten Luther, die deze brief verafschuwde en hem ‘de brief van stro’ noemde, slaagde er niet in te zien dat de leer van Jakobus over de werken van mensen een aanvulling was op – en niet in tegenspraak was met – de leer van Paulus over het geloof. Terwijl Paulus zijn onderwijs zich concentreerde op onze rechtvaardiging bij God, benadrukt het onderwijs van Jakobus zich op de (goede) werken die die rechtvaardiging illustreren. Jacobus schreef aan Joden om hen aan te moedigen te blijven groeien in dit nieuwe christelijke geloof. Hij benadrukt dat goede daden een natuurlijk gevolg zijn van iemand die is met de Geest, en vraagt zich af of iemand wel of niet een reddend geloof kan hebben als de vrucht van de Geest niet gezien kan worden, zoals Paulus beschrijft in Galaten 5:22-23.
Vragen
1. Lees Jakobus 1:1-11. Welke lessen geeft Jakobus ons in deze verzen?
2. Lees Jakobus 1:12-20. Wat moedigt Jakobus ons aan om wel en niet te doen?
3. Lees Jakobus 1:21-27. Wat is de boodschap voor gelovigen in deze verzen?
4. Lees Jakobus 2:1-11. Wat vertelt Jacobus ons over oordelen?
5. Lees Jakobus 2:12-26. Wanneer is ons geloof levend?
6. Lees Jakobus 3:1-12. Wat leert Jakobus ons in deze verzen?
7. Lees Jakobus 3:13-18. Hoe moedigt Jakobus ons aan om te handelen?
Antwoorden
1. Lees Jakobus 1:1-11. Welke lessen geeft Jakobus ons in deze verzen?
Jakobus 1:1 Jakobus, een dienstknecht van God en van de Heere Jezus Christus, aan de twaalf stammen die in de verstrooiing zijn: wees verheugd!
2. Acht het enkel vreugde, mijn broeders, wanneer u in allerlei verzoekingen terechtkomt,
3. want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt.
4. Maar laat die volharding ook volledig mogen doorwerken, opdat u volmaakt bent en geheel oprecht, en in niets tekortschiet.
5. En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden.
6. Maar laat hij er in geloof om vragen en daarbij niet twijfelen. Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt.
7. Want zo iemand moet niet denken dat hij iets ontvangen zal van de Heere.
8. Hij is een dubbelhartig man, onstandvastig in al zijn wegen.
9. Maar laat de broeder die nederig is, zich beroemen op zijn hoge staat,
10. en de rijke in zijn nederige staat, want hij zal als een bloem in het gras voorbijgaan.
11. Want de zon is opgegaan met haar hitte en heeft het gras doen verdorren, ook is zijn bloem afgevallen en is de schoonheid van zijn uiterlijk verloren gegaan. Zo zal ook de rijke in zijn wegen verwelken.
Welke lessen geeft Jakobus ons in deze verzen?
Leef als Gods dienaar. Jakobus noemt zichzelf Gods slaaf, hij schepte er niet over op dat hij de (half) ‘broer van Jezus’ was.
Accepteer ‘beproevingen’ met vreugde. Beproevingen kunnen een zegen zijn als we God ze laten gebruiken om ons leven vorm te geven.
Vraag God om wijsheid. God geeft wijsheid aan degenen die oprecht vragen en zich bekeren van elke dubbelzinnigheid.
Leef niet voor dingen die voorbijgaan. De rijkdommen van deze wereld zullen vervagen, net als gemaaid gras in de zon.
2. Lees Jakobus 1:12-20. Wat moedigt Jakobus ons aan om wel en niet te doen?
Jakobus 1:12. Zalig is de man die verzoeking verdraagt, want als hij beproefd gebleken is, zal hij de kroon van het leven ontvangen, die de Heere beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben.
13. Laat niemand zeggen, als hij verzocht wordt: Ik word door God verzocht. God immers kan niet verzocht worden met het kwade en Hijzelf verzoekt niemand.
14. Maar ieder mens wordt verzocht, als hij door zijn eigen begeerte wordt meegesleurd en verlokt.
15. Daarna, wanneer de begeerte bevrucht is, baart ze zonde, en wanneer de zonde volgroeid is, baart ze de dood.
16. Dwaal niet, mijn geliefde broeders!
17. Elke goede gave en elk volmaakt geschenk is van boven en daalt neer van de Vader der lichten, bij Wie er geen verandering is, of schaduw van omkeer.
18. Overeenkomstig Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord van de waarheid, opdat wij in zeker opzicht eerstelingen van Zijn schepselen zouden zijn.
19. Zo dan, mijn geliefde broeders, ieder mens moet haastig zijn om te horen, maar traag om te spreken en traag tot toorn.
20. De toorn van een man brengt immers geen gerechtigheid voor God teweeg.
Ervaar het door God gegeven geluk door weerstand te bieden aan de zonde.
Jakobus gebruikt hier het woord ‘gezegend’ dat Jezus ook gebruikte in de Bergrede, en legt uit dat wanneer we erin slagen beproevingen te doorstaan, we het door God gegeven geluk ervaren.
Jakobus gebruikt het woord ‘volhardt’ om te beschrijven hoe we een beproeving overleven door ons te concentreren op de overwinning als doel.
Het doorstaan van beproevingen en het weerstaan van verleidingen houden verband met de leerstellingen van eeuwige zekerheid en volharding van een gelovige zoals beschreven in de Schrift
(zie Mattheüs 24:13; Johannes 14:15; 1 Johannes 2:5-6; 1 Petrus 1:6-8).
Mattheüs 24:13 Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
Johannes 14:15 Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht.
1 Johannes 2:5 Maar ieder die Zijn woord in acht neemt, in hem is werkelijk de liefde van God volmaakt geworden. Hierdoor weten wij dat wij in Hem zijn.
6. Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft.
1 Petrus 1:6 Daarin verheugt u zich, ook al wordt u nu voor een korte tijd – als het nodig is – bedroefd door allerlei verzoekingen,
7. opdat de beproeving van uw geloof – die van groter waarde is dan die van goud, dat vergaat en door het vuur beproefd wordt – mag blijken te zijn tot lof en eer en heerlijkheid, bij de openbaring van Jezus Christus.
8. Hoewel u Hem niet gezien hebt, hebt u Hem toch lief. Hoewel u Hem nu niet ziet, maar gelooft, verheugt u zich met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde,
Jakobus besluit met een geïnspireerde belofte van de ‘kroon die het leven is’ (de letterlijke vertaling van de tekst in de tijd van Jakobus). Overwinnaars van de Romeinse wereld kregen een lauwerkrans op hun hoofd om de beloning aan te duiden. Voor ons als volgelingen van Christus is onze ultieme beloning het eindeloze, eeuwige leven dat uit God vloeit en dat we hier zijn gaan ervaren en dat eindeloos overvloedig zal worden op het moment dat Christus komt en ons naar huis roept. (Zie 2 Timotheüs 4:8; Openbaring 2:10-11)
2 Timotheüs 4:8 Verder is voor mij weggelegd de krans van de rechtvaardigheid die de Heere, de rechtvaardige Rechter, mij op die dag geven zal. En niet alleen mij, maar ook allen die Zijn verschijning hebben liefgehad.
Openbaring 2:10 Wees niet bevreesd voor wat u lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen, opdat u verzocht wordt. En u zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees trouw tot in de dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven.
11. Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, zal zeker geen schade toegebracht worden door de tweede dood.
Weersta verleidingen, ze zijn dodelijk.
De zonde is het gevolg van verleidingen die niet worden weerstaan!
Verleiding is een test – zeg NEE en vlucht naar God.
God biedt reddende waarheid aan. Wij zijn gered door Gods waarheid.
God wil onze tongen en ons humeur beheersen. Vermijd ijdel gepraat en woede.
3. Lees Jakobus 1:21-27. Wat is de boodschap voor gelovigen in deze verzen?
Jakobus 1:21. Leg daarom af alle vuilheid en elke uitwas van slechtheid en ontvang met zachtmoedigheid het in u geplante Woord, dat uw zielen zalig kan maken.
22. En wees daders van het Woord en niet alleen hoorders. Anders bedriegt u uzelf.
23. Als iemand immers een hoorder van het Woord is en geen dader, lijkt hij op een man die het gezicht waarmee hij geboren is, in een spiegel bekijkt,
24. want hij heeft zichzelf bekeken, is weggegaan en is meteen vergeten hoe hij eruitzag.
25. Hij echter die zich in de volmaakte wet verdiept, die van de vrijheid, en daarbij blijft, die zal, omdat hij niet een vergeetachtige hoorder geworden is, maar een dader van het werk, zalig zijn in wat hij doet.
26. Als iemand onder u denkt dat hij godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, dan is zijn godsdienst zinloos.
27. De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader is dit: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking en zichzelf onbesmet bewaren van de wereld.
We hebben geestelijke ‘ziektekieme doders’ nodig.
Gods Woord, dat in ons hart is geïmplanteerd, verdrijft vuiligheid en overvloedige goddeloosheid.
Gods manier om ons te veranderen: Hij laat ons zien wie we werkelijk zijn als we in Zijn Woord kijken.
We kunnen keuzes maken om te veranderen, als we deze ‘spiegel’ op de juiste manier gebruiken.
Nut voor God zou ons doel moeten zijn: Heiliging – (heilig gemaakt worden, meer op Christus lijkend) is kijken naar wat God verlangt en dat ook doen.
God houdt ervan dat wij de hulpeloze dienen en de zonde ontvluchten.
4. Lees Jakobus 2:1-11. Wat vertelt Jacobus ons over oordelen?
Jakobus 2:1 Mijn broeders, heb het geloof in onze Heere Jezus Christus, de Heere der heerlijkheid, zonder aanzien des persoons.
2. Want als in uw samenkomst een man zou binnenkomen met een gouden ring aan zijn vinger, in sierlijke kleding, en er kwam ook een arme man in haveloze kleding,
3. en u zou hoog opzien tegen hem die de sierlijke kleding draagt, en tegen hem zeggen: Gaat u hier zitten op een mooie plaats, en u zou tegen de arme zeggen: Gaat u daar maar staan, of: Ga hier zitten bij mijn voetbank,
4. hebt u dan niet onder elkaar een onderscheid gemaakt en bent u zo geen rechters geworden met verkeerde overwegingen?
5. Luister, mijn geliefde broeders, heeft God de armen van deze wereld niet uitverkoren om rijk te zijn in het geloof, en erfgenamen te zijn van het Koninkrijk, dat Hij beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben?
6. U hebt daarentegen de arme schandelijk behandeld. Zijn het niet de rijken die u overweldigen en slepen juist zij u niet naar de rechtbank?
7. Lasteren zij niet de goede Naam, Die over u is aangeroepen?
8. Als u echter de koninklijke wet volbrengt, volgens de Schrift: U zult uw naaste liefhebben als uzelf, dan handelt u goed.
9. Maar als u met aanzien des persoons handelt, begaat u een zonde en wordt u door de wet ontmaskerd als overtreders.
10. Want wie de hele wet in acht neemt, maar op één punt struikelt, die is schuldig geworden aan alle geboden.
11. Immers, Hij Die gezegd heeft: U zult geen overspel plegen, heeft ook gezegd: U zult niet doodslaan. Als u dan geen overspel bedrijft, maar wel doodslaat, bent u toch een wetsovertreder geworden.
12. Spreek zó en handel zó als mensen die geoordeeld zullen worden door de wet van de vrijheid.
13. Want onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem die geen barmhartigheid heeft bewezen. En de barmhartigheid triomfeert over het oordeel.
Ontvlucht alle discriminatie, vriendjespolitiek en racisme.
God gebiedt ons om binnen de kerk geen enkele vorm van vriendjespolitiek te hebben.
Weerspiegel Gods liefde. God wil dat wij Zijn liefde voor anderen hebben.
God haat ‘gedeeltelijke gehoorzaamheid’. Gedeeltelijke gehoorzaamheid is ongehoorzaamheid aan God (zie ook Openbaring 2:12-17; 3:14-22)
Extra verzen Openbaring 2:12-17; 3:14-22.
Openbaring 2:12 En schrijf aan de engel van de gemeente in Pergamus: Dit zegt Hij Die het tweesnijdende, scherpe zwaard heeft:
13. Ik ken uw werken en weet waar u woont, namelijk waar de troon van de satan is. U houdt vast aan Mijn Naam, en u hebt het geloof in Mij niet verloochend, zelfs niet in de dagen van Antipas, Mijn trouwe getuige, die gedood werd bij u, waar de satan woont.
14. Maar Ik heb enkele dingen tegen u, namelijk dat u daar mensen hebt die zich houden aan de leer van Bileam, die Balak leerde voor de Israëlieten een struikelblok neer te leggen, opdat zij afgodenoffers zouden eten en hoererij bedrijven.
15. Zo hebt u er ook die zich houden aan de leer van de Nikolaïeten en dat haat Ik.
16. Bekeer u. En zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal Ik tegen hen oorlog voeren met het zwaard van Mijn mond.
17. Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Aan wie overwint, zal Ik van het verborgen manna te eten geven, en Ik zal hem een witte steen geven met op die steen een nieuwe naam geschreven, die niemand kent dan wie hem ontvangt.
Openbaring 3:14 En schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige Getuige, het begin van Gods schepping:
15. Ik ken uw werken, en weet dat u niet koud en niet heet bent. Was u maar koud of heet!
16. Maar omdat u lauw bent en niet koud en ook niet heet, zal Ik u uit Mijn mond spuwen.
17. Want u zegt: Ik ben rijk en steeds rijker geworden en heb aan niets gebrek, maar u weet niet dat juist u ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt bent.
18. Ik raad u aan dat u van Mij goud koopt, gelouterd door het vuur, opdat u rijk wordt, en witte kleren, opdat u bekleed bent en de schande van uw naaktheid niet openbaar wordt. En zalf uw ogen met ogenzalf, opdat u zult kunnen zien.
19. Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u.
20. Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij.
21. Wie overwint, zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb.
22. Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.
5. Lees Jakobus 2:12-26. Wanneer is ons geloof levend?
Jakobus 2:14. Wat voor nut heeft het, mijn broeders, als iemand zegt dat hij geloof heeft, en hij heeft geen werken? Kan dat geloof hem zalig maken?
15. Als er nu een broeder of zuster zonder kleding zou zijn en gebrek zou hebben aan dagelijks voedsel,
16. en iemand van u zou tegen hen zeggen: Ga heen in vrede, word warm en word verzadigd, en u zou hun niet geven wat het lichaam nodig heeft, wat voor nut heeft dat dan?
17. Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood.
18. Maar nu zal iemand zeggen: U hebt geloof en ik heb werken. Laat mij dan uw geloof zien uit uw werken en ik zal u uit mijn werken mijn geloof laten zien.
19. U gelooft dat God één is; daar doet u goed aan. Maar ook de demonen geloven dit, en zij sidderen.
20. Maar wilt u weten, o dwaze mens, dat het geloof zonder de werken dood is?
21. Is Abraham, onze vader, niet uit de werken gerechtvaardigd, toen hij Izak, zijn zoon, op het altaar offerde?
22. Ziet u wel dat het geloof samenwerkte met zijn werken en dat door de werken het geloof volmaakt is geworden?
23. En de Schrift is vervuld die zegt: En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend van God genoemd.
24. U ziet dus nu dat een mens uit werken gerechtvaardigd wordt en niet alleen uit geloof.
25. En is Rachab, de hoer, niet op dezelfde manier uit werken gerechtvaardigd, toen zij de boden heeft ontvangen en langs een andere weg heeft laten weggaan?
26. Want zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood.
Echt geloof verandert ons leven. Dit zal zichtbaar worden door onze daden en niet alleen door onze gesprekken.
Pas op dat je niet als de “demonen”/gevallen engelen wordt. Zij kennen de waarheid, maar hebben hun vertrouwen niet op God (in Christus) gesteld.
Ze kennen de waarheid over God, Christus en de Geest, maar zijn tegen Hem in opstand gekomen.
Ware gelovigen hebben hun hoop en vertrouwen op God en Zijn reddende offer gesteld. Uit dankbaarheid willen ze Hem volgen en dienen.
De werken en diensten die we doen, zijn het bewijs van een echt geloof.
Gods vrienden zijn Hem gehoorzaam.
Extra verzen Lukas 4:41; Handelingen 19:15; Johannes 15:14-15
Lukas 4:41 Ook gingen er van velen demonen uit, die schreeuwden en zeiden: U bent de Christus, de Zoon van God! Maar Hij bestrafte hen en liet hun niet toe te spreken, omdat zij wisten dat Hij de Christus was.
Handelingen 19:15 Maar de boze geest antwoordde en zei: Jezus ken ik en van Paulus weet ik af, maar u, wie bent u?
Johannes 15:14 U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied.
15. Ik noem u niet meer dienaren, want een dienaar weet niet wat zijn heer doet, maar Ik heb u vrienden genoemd, omdat Ik u alles wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, bekendgemaakt heb.
6. Lees Jakobus 3:1-12. Wat leert Jakobus ons in deze verzen?
Jakobus 3:1 U moet niet allemaal leermeesters willen zijn, mijn broeders. U weet immers dat wij dan een strenger oordeel zullen ontvangen.
2. Want wij struikelen allen in veel opzichten. Als iemand in woorden niet struikelt, is hij een volmaakt man, die bij machte is om ook het hele lichaam in toom te houden.
3. Zie, wij leggen de paarden een bit in de mond, opdat ze ons zouden gehoorzamen, en wij sturen daarmee heel hun lichaam.
4. Zie, ook de schepen, al zijn ze nog zo groot en worden ze door harde winden voortgedreven, ze worden gestuurd door een zeer klein roer, waarheen de stuurman ook maar kiest en wil.
5. Zo is ook de tong een klein lichaamsdeel, en roemt toch van grote dingen. Zie eens hoe een klein vuur een grote hoop hout aansteekt.
6. Ook de tong is een vuur, een wereld van ongerechtigheid. Zo staat het met de tong onder onze lichaamsdelen. Ze besmet het hele lichaam, en zet onze levensloop vanaf het begin in vlam, en ze wordt zelf door de hel in vlam gezet.
7. Want elke natuur, zowel van wilde dieren en vogels als van kruipende dieren en zeedieren, wordt getemd en is getemd door de menselijke natuur.
8. Maar de tong kan geen mens temmen. Ze is een niet te bedwingen kwaad, vol dodelijk vergif.
9. Door haar loven wij God en de Vader, en door haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn.
10. Uit dezelfde mond komen zegen en vervloeking voort. Dit behoort niet zo te zijn, mijn broeders.
11. Laat soms een bron uit dezelfde ader zoet en bitter water opwellen?
12. Kan ook, mijn broeders, een vijgenboom olijven voortbrengen, of een wijnstok vijgen? Evenmin kan een bron zout én zoet water voortbrengen.
Jakobus leert ons een levend voorbeeld te zijn. Wat we doen en zeggen moet een ondersteuning zijn van wat we onderwijzen.
Alleen God kan onze tong beheersen (alleen met de hulp van de Heilige Geest). De tong onder controle houden is een geweldige discipline.
Satan gebruikt de tong om te vernietigen.
Woorden kunnen grote branden veroorzaken. James beschrijft het potentieel van de tong om dodelijke branden te veroorzaken die alles eromheen snel kunnen verwoesten.
Onze woorden onthullen ons ware hart. Dodelijke woorden komen uit vergiftigde harten.
7. Lees Jakobus 3:13-18. Hoe moedigt Jakobus ons aan om te handelen?
Jakobus 3:13. Wie is wijs en verstandig onder u? Laat hij uit zijn goede levenswandel zijn werken laten zien, in zachtmoedige wijsheid.
14. Wanneer u echter bittere afgunst en eigenbelang in uw hart hebt, beroem u dan niet en lieg niet tegen de waarheid.
15. Dat is niet de wijsheid die van boven komt, maar ze is aards, natuurlijk, duivels.
16. Want waar afgunst en eigenbelang is, daar heersen wanorde en allerlei kwade praktijken.
17. Maar de wijsheid die van boven is, is ten eerste rein, vervolgens vreedzaam, welwillend, voor rede vatbaar, vol barmhartigheid en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd.
18. En de vrucht van de gerechtigheid wordt in vrede gezaaid voor hen die vrede stichten.
Jakobus moedigt ons aan om een kanaal van hemelse genade te worden. Wijsheid komt tot uiting in de eigenschappen die Gods Geest teweegbrengt in allen die een authentiek geloof hebben.
Karaktereigenschappen
Puur: Dit verwijst naar spirituele integriteit en morele oprechtheid. Iedere echte christen heeft dit soort hartmotivatie. (Mattheüs 5:8; Romeinen 7:22-23; Hebreeën 12:14).
Vreedzaam: betekent vredelievend en vrede bevorderend (Mattheüs 5:9).
Zachtaardig: een karaktereigenschap van redelijkheid. Zo iemand zal allerlei vormen van mishandeling en moeilijkheden verduren met een houding van vriendelijke, hoffelijke, geduldige nederigheid, zonder enige gedachte aan haat of wraak (Mattheüs 5:10-11).
Bereid om toe te geven: De oorspronkelijke term beschreef iemand die leergierig, meegaand en gemakkelijk te overtuigen was en die zich bereidwillig onderwierp aan militaire discipline of morele wettelijke normen (Mattheüs 5:3-5).
Vol barmhartigheid: De gave om zorg te tonen voor degenen die pijn en ontberingen lijden, en het vermogen om snel te vergeven (Mattheüs 5:7; Romeinen 12:8).
Zonder partijdigheid: Het Griekse woord in het Nieuwe Testament duidt op een persoon die consistent, onwankelbaar en onverdeeld is in zijn toewijding en overtuiging en die geen oneerlijk onderscheid maakt.
Tekenen van Satans rijk waren: bitterheid, afgunst en egoïsme.
Vermijd het reflecteren van de duivel. Vermijd afgunst, egoïsme en verwarring.
Probeer God te weerspiegelen: Het werk van de Heilige Geest is goddelijke wijsheid (van boven), zuiverheid, vredelievendheid, barmhartig, vol goedheid, zonder partijdigheid en zonder hypocrisie (zie ook Galaten 5:22-23, de vrucht van de Geest)
Extra verzen Romeinen 7:22-23; Hebreeën 12:14; Galaten 5:22-23.
Galaten 5:22 De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.
23. Daartegen richt de wet zich niet.
Romeinen 7:22 Want naar de innerlijke mens verheug ik mij in de wet van God.
23. Maar in mijn leden zie ik een andere wet, die tegen de wet van mijn verstand strijd voert en mij tot gevangene maakt van de wet van de zonde, die in mijn leden is.
Hebreeën 12:14 Jaag de vrede na met allen, en de heiliging, zonder welke niemand de Heere zal zien.
Samenvatting
Het boek Jakobus daagt ons uit om ons geloof uit te leven, om aan de wereld te bewijzen dat ons geloof echt is en daardoor effectief te zijn in het brengen van anderen tot Christus.
Authentiek geloof: volhardt; Doet wat Gods Woord vertelt ons te doen; verwerpt discriminatie; produceert goede werken en oefent zelfbeheersing.
Extra Informatie
Korte samenvatting: Het boek Jakobus schetst de geloofswandel door middel van echte religie (1:1-27), echt geloof (2:1-3:12) en echte wijsheid (3:13-5:20). Dit boek bevat een opmerkelijke parallel met Jezus’ Bergrede in Mattheüs 5-7. Jakobus begint in het eerste hoofdstuk met het beschrijven van de algemene kenmerken van de geloofswandel. In hoofdstuk 2 en het begin van hoofdstuk 3 bespreekt hij sociale rechtvaardigheid en een discours over geloof in actie. Vervolgens vergelijkt en contrasteert hij het verschil tussen wereldse en goddelijke wijsheid en vraagt ons ons af te wenden van het kwaad en dichter tot God te naderen. Jakobus geeft een bijzonder ernstige berisping aan de rijken die spullen verzamelen en degenen die hun rijkdom vertrouwen. Tenslotte eindigt hij met de aanmoediging van gelovigen om geduldig te zijn in het lijden, te bidden en voor elkaar te zorgen en ons geloof te versterken door middel van gemeenschap.
Verbindingen: Het boek Jakobus is de ultieme beschrijving van de relatie tussen geloof en werken. De joodse christenen aan wie Jacobus schreef, waren zo ingebakken in de oud testamentische weten van Mozes en het bijbehorende systeem van het doen van werken, dat hij veel tijd besteedde aan het uitleggen dat niemand gerechtvaardigd wordt door de werken van de wet (Galaten 2:16). Hij verklaart hun dat, zelfs als ze hun uiterste best doen om alle verschillende wetten en rituelen te houden, dit onmogelijk is, en dat het overtreden van het kleinste deel van de wet hen schuldig maakt aan de hele wet (Jakobus 2:10), omdat de wet één geheel is en het breken van ook maar één deel ervan betekent dat alles is verbroken.
Praktische toepassing: We zien in het boek Jakobus een uitdaging voor trouwe volgelingen van Jezus Christus om niet alleen ‘de woorden” te spreken, maar ook ‘de daden’ te laten zien. Hoewel het vanzelfsprekend is dat we in onze geloofswandel meer Bijbelkennis tot ons nemen, spoort Jakobus ons aan om het daar niet bij te laten. Veel christenen zullen deze brief een uitdaging vinden, omdat Jakobus in slechts 108 verzen wel 60 voorschriften neerzet. Hij concentreert zich op de waarheden van Jezus’ woorden in de Bergrede en motiveert ons om te handelen naar wat Hij leerde.
De brief zet ook het idee aan de kant dat iemand een christen kan worden en toch bewust in zonde kan blijven leven, zonder de vrucht van gerechtigheid te laten zien. Zo’n ‘geloof’, zo verklaart Jakobus, wordt gedeeld door de demonen die ‘geloven en beven’ (Jakobus 2:19). Toch kan een dergelijk “geloof” niet redden, omdat het niet wordt bewezen door de werken die altijd gepaard gaan met een echt reddend geloof (Efeziërs 2:10). Goede werken zijn niet de oorzaak van de verlossing, maar zijn er het resultaat van.
Recente reacties