Johannes 19 (De Kruisiging)
Introductie
De apostel Johannes wordt ook wel de ‘apostel van de liefde’ genoemd. In zijn eigen evangelie noemt hij zichzelf “degene die Jezus liefhad” (Johannes 13:23, 20:2, 21:7, 21:20) en is ook wel afgebeeld als degene die tegen de borst van Jezus leunt tijdens het laatste avondmaal. Johannes heeft naast het evangelie van Johannes ook twee korte brieven geschreven. 1 Johannes en 2 Johannes. Hij richt zijn eerste brief aan een groep gelovigen met uitingen van diepe liefde voor degenen die “aan zijn zorg zijn toevertrouwd en spoort hen vervolgens aan om “elkaar lief te hebben” door te wandelen in gehoorzaamheid aan Jezus’ geboden (2 Johannes 1:1, 5-6).
Het leven van Johannes laat verschillende lessen zien die we in ons eigen leven kunnen toepassen. Ten eerste hoort Passie voor de Waarheid altijd in balans te zijn met liefde voor mensen. Zonder liefde kan enthousiasme voor de Waarheid omslaan in hardheid en veroordelend gedrag. Omgekeerd kan overvloedige liefde, die niet in staat is om waarheid van dwaling te onderscheiden, uitmonden in opwellende sentimentaliteit. Zoals Johannes leerde toen hij volwassen werd, zullen wij, en degenen die we mogen raken ‘in alles toegroeien tot Hem die het Hoofd is, namelijk Christus’ (Efeziërs 4:15) als we de waarheid in liefde spreken.
Ten tweede kunnen zelfvertrouwen en vrijmoedigheid, die niet gebalanceerd worden door compassie en genade, snel veranderen in trots en zelfvoldaanheid. Vertrouwen is een prachtig goed, maar zonder nederige houding kan dit zelfvertrouwen leiden tot opschepperij en een houding van exclusiviteit. Als dat gebeurt, is ons getuigenis van de genade van God aangetast en zien anderen in ons precies het soort persoon die ze niet willen zijn. Als we net als Johannes effectieve getuigen van Christus willen zijn, moet ons gedrag zo zijn dat passie voor de waarheid, mededogen voor mensen en een standvastig verlangen om onze Heer te dienen en te vertegenwoordigen, Zijn nederigheid en genade weerspiegelt.
In hoofdstuk 19 beschrijft Johannes de kruisiging.
Lees als groep Johannes 18:33-38; Johannes 19 en 1 Corinthiërs 15:1-4
Vragen
1. We weten uit het getuigenis van de apostelen in de bijbel (1 Petrus 2:22; 1 Johannes 3:5; 2 Korintiërs 5:21; Hebreeën 4:15) dat Jezus zonder zonde was. Wat gelooft Pilatus? Is Jezus schuldig aan enige misdaad? Wat zegt hij over Jezus? (Johannes 18:38; Johannes 19:4; Johannes 19:6) 2. Wat vertellen Johannes 18:33-38 en Johannes 19:8-11 ons a. Over Jezus en Zijn autoriteit en over Pilatus en zijn autoriteit? b. Wie was schuldig aan de grootste zonde? De Joodse leiders of Pilatus? 3. Wat was de reden dat de Joden Jezus ter dood wilden brengen – vers 7? (Lees ook Leviticus 24:16 en Mattheüs 26:57-68) 4. Jezus spreekt zeven keer vanaf het kruis (zie Lucas 23:34; 23:43; Johannes 19:26; Marcus 15:34; Johannes 19:28; 19:30; Lucas 23:46) welke boodschap geeft Hij ons met deze woorden? 5. Vergelijk Psalm 22 met de verslagen van de kruisiging. Zoek de profetieën die zijn vervuld. 6. Lees Mattheüs 27:50-54. Welke 5 bijzondere wonderen vonden plaats na de dood van Christus en wat was hun betekenis? 7. Waarom doorstaken ze Jezus en braken ze Zijn botten niet? (Johannes 19:31-37) en welke profetieën zijn er hierover? (Lees ook Exodus 12:46; Numeri 9:12; Zacharia 12:10; Openbaring 1:7) |
Antwoorden
1. We weten uit het getuigenis van de apostelen in de bijbel (1 Petrus 2:22; 1 Johannes 3:5; 2 Korintiërs 5:21; Hebreeën 4:15) dat Jezus zonder zonde was. Wat gelooft Pilatus? Is Jezus schuldig aan enige misdaad? Wat zegt hij over Jezus? (Johannes 18:38; Johannes 19:4; Johannes 19:6)
1 Petrus 2:22 Hij, Die geen zonde gedaan heeft en in Wiens mond geen bedrog gevonden is;
1 Johannes 3:5 En u weet dat Hij geopenbaard is om onze zonden weg te nemen; en zonde is er in Hem niet.
2 Korinthe 5:21 Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.
Hebreeën 4:15 Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde.
Johannes 18:38 Pilatus zei tegen Hem: Wat is waarheid? En nadat hij dat gezegd had, ging hij opnieuw naar buiten naar de Joden, en zei tegen hen: Ik vind geen schuld in Hem.
Johannes 19:4 Pilatus dan kwam weer naar buiten en zei tegen hen: Zie, ik breng Hem tot u naar buiten, opdat u weet dat ik geen schuld in Hem vind.
Johannes 19:4 Pilatus dan kwam weer naar buiten en zei tegen hen: Zie, ik breng Hem tot u naar buiten, opdat u weet dat ik geen schuld in Hem vind.
Pilatus, een ongelovige heiden, zegt dat hij geen schuld of fout in Hem kan vinden. Dit ondersteunt wat de discipelen over Hem hebben getuigd. Dat Jezus “zonder zonde” was/is…
2. Wat vertellen Johannes 18:33-38 en Johannes 19:8-11 ons
a. Over Jezus en Zijn autoriteit en over Pilatus en zijn autoriteit?
Johannes 18:36 Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Als Mijn Koninkrijk van deze wereld was, zouden Mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden overgeleverd zou worden, maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier.
In Johannes 18:36 zegt Jezus dat Zijn koninkrijk niet van deze wereld is. Met deze zin bedoelde Jezus dat Zijn koninkrijk niet verbonden is met aardse politieke en nationale entiteiten, noch zijn oorsprong heeft in het kwaadaardige wereldsysteem dat rebelleert tegen God. Als Zijn koninkrijk van deze wereld was, zou Hij gevochten hebben. De koningschappen van deze wereld blijven overeind door met geweld te vechten. Het koninkrijk van de Messias vindt zijn oorsprong niet in de inspanningen van de mens, maar in het feit dat de Zoon des Mensen krachtig en beslissend de zonde overwint in de levens van Zijn volgelingen en op een dag het sluierwereldsysteem overwint als Hij terugkomt en wanneer Hij Zijn koninkrijk op aarde vestigt. Zijn koninkrijk vormde geen bedreiging voor de nationale identiteit van Israël of de politieke en militaire identiteit van Rome. Het koninkrijk van Jezus bestaat tot het einde der tijden in de spirituele dimensie. Zie Openbaring 11:15
Openbaring 11:15 En de zevende engel blies op de bazuin, en er klonken luide stemmen in de hemel, die zeiden: De koninkrijken van de wereld zijn van onze Heere en van Zijn Christus geworden, en Hij zal Koning zijn in alle eeuwigheid.
Johannes 19:8 Toen Pilatus dan deze woorden hoorde, werd hij nog meer bevreesd,
9. en hij ging opnieuw het gerechtsgebouw in en zei tegen Jezus: Waar komt U vandaan? Maar Jezus gaf hem geen antwoord.
10. Pilatus dan zei tegen Hem: Spreekt U niet tot mij? Weet U niet dat ik macht heb U te kruisigen, en macht heb U los te laten?
11. Jezus antwoordde: U zou geen enkele macht tegen Mij hebben, als het u niet van boven gegeven was; daarom heeft hij die Mij aan u overgeleverd heeft, een grotere zonde dan u.
De uitspraak van Jezus in vers 11 geeft aan dat zelfs het ergste kwaad niet kan ontsnappen aan de soevereiniteit van God. Pilatus had geen echte controle (verzen 10-11), maar stond nog steeds als een verantwoordelijke morele agent voor zijn daden.
b. Wie was schuldig aan de grootste zonde? De Joodse leiders of Pilatus?
Dit verwijst waarschijnlijk naar de hogepriester Kajafas die zo actief deelnam aan het complot tegen Jezus (Johannes 11:49-53) en het Sanhedrin voorzat (Johannes 18:30; 18:35)
Johannes 11:49 Maar een van hen, Kajafas, die de hogepriester van dat jaar was, zei tegen hen: U weet niets, 50. en u overweegt niet dat het nuttig voor ons is dat één Mens sterft voor het volk, en niet heel het volk verloren gaat. 51. Dit zei hij echter niet uit zichzelf, maar als hogepriester van dat jaar profeteerde hij dat Jezus sterven zou voor het volk, 52. en niet alleen voor het volk, maar ook om de kinderen van God, overal verspreid, bijeen te brengen. 53. Vanaf die dag dan waren zij vastbesloten om Hem te doden.
Johannes 18:30 Zij antwoordden en zeiden tegen hem: Als Deze geen misdadiger was, zouden wij Hem niet aan u overgeleverd hebben.
Johannes 18:35. Pilatus antwoordde: Ben ik soms een Jood? Uw eigen volk en de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd; wat hebt U gedaan?
Het kritieke punt is hier niet de identiteit van de persoon, maar de schuld vanwege de opzettelijke, eigenmachtige en koud berekende daad van het overhandigen van Jezus aan Pilatus, na het overweldigende bewijs te hebben gezien en gehoord dat Hij de Messias (en Zoon van) God was.
(Pilatus was daar niet aan blootgesteld)
3. Wat was de reden dat de Joden Jezus ter dood wilden brengen – vers 7? (Lees ook Leviticus 24:16 en Mattheüs 26:57-68)
Johannes 19:7 De Joden antwoordden hem: Wij hebben een wet en volgens onze wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelf Gods Zoon gemaakt.
Leviticus 24:16 Wie de Naam van de HEERE lastert, moet zeker ter dood gebracht worden. Heel de gemeenschap moet hem zeker stenigen. Zowel de vreemdeling als de ingezetene moet zeker gedood worden als hij de Naam gelasterd heeft.
Mattheüs 26:57 Zij die Jezus gegrepen hadden, leidden Hem weg naar Kajafas, de hogepriester, waar de schriftgeleerden en oudsten bijeengekomen waren.
58. Petrus volgde Hem op een afstand, tot aan het paleis van de hogepriester, en toen hij naar binnen gegaan was, zat hij bij de dienaars om het einde te zien.
59. De overpriesters en de oudsten en heel de Raad zochten een valse getuigenverklaring tegen Jezus, zodat zij Hem zouden kunnen doden, maar zij vonden niets.
60. En hoewel er veel valse getuigen gekomen waren, vonden zij niets.
61. Maar ten slotte kwamen er twee valse getuigen, die zeiden: Deze heeft gezegd: Ik kan de tempel van God afbreken en hem in drie dagen opbouwen.
62. En de hogepriester stond op en zei tegen Hem: Antwoordt U niets? Wat getuigen dezen tegen U?
63. Maar Jezus zweeg. En de hogepriester antwoordde Hem: Ik bezweer U bij de levende God, dat U ons zegt of U de Christus bent, de Zoon van God.
64. Jezus zei tegen hem: U hebt het gezegd. Maar Ik zeg u: Van nu aan zult u de Zoon des mensen zien zitten aan de rechterhand van de kracht van God en zien komen op de wolken van de hemel.
65. Toen scheurde de hogepriester zijn kleren en zei: Hij heeft God gelasterd. Waarom hebben wij nog getuigen nodig? Zie, nu hebt u Zijn godslastering gehoord.
66. Wat denkt u? En zij antwoordden en zeiden: Hij is schuldig en verdient de dood.
67. Toen spuwden zij in Zijn gezicht en sloegen Hem met vuisten.
68. En anderen sloegen Hem in het gezicht en zeiden: Profeteer ons, Christus: wie is het die U geslagen heeft?
We hebben uit onze eerdere studies gezien dat de Joodse leiders Jezus wilden stenigen vanwege Zijn beweringen dat hij God in het vlees was. Nogmaals, hier tijdens Zijn proces kunnen ze geen fout vinden in wat Hij had gedaan, behalve dat Hij beweerde de Christus (de Messias) (de Zoon van) God te zijn.
4. Jezus spreekt zeven keer vanaf het kruis (zie Lucas 23:34; 23:43; Johannes 19:26; Marcus 15:34; Johannes 19:28; 19:30; Lucas 23:46) welke boodschap geeft Hij ons met deze woorden?
Lukas 23:34 En Jezus zei: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. En ze verdeelden Zijn kleren en wierpen het lot.
Jezus stierf aan het kruis voor onze zonden: Uit deze verklaring weten we dat we vergeven zijn.
Lukas 23:43 En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn.
We kunnen moed putten uit dit vers, dat ook wij die in Jezus, de Zoon van God, geloven, ook naar de hemel zullen gaan en met Hem in het paradijs zullen zijn.
Johannes 19:26 Toen nu Jezus Zijn moeder zag en de discipel die Hij liefhad, bij haar zag staan, zei Hij tegen Zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon.
Ook tijdens Zijn pijn en lijden zorgt Jezus voor (zijn moeder) en troost Hij anderen. We mogen weten dat we een God hebben die om ons geeft en ons wil troosten.
Markus 15:34 En op het negende uur riep Jezus met luide stem: ELOÏ, ELOÏ, LAMA SABACHTANI, dat is vertaald: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?
Op dit punt tijdens de kruisiging voelt Jezus grote angst. Hij voelt totale scheiding van de Vader vanwege het gewicht van alle zonden van de wereld (ook onze zonden) op Hem. We kunnen weten en er op vertrouwen dat Hij de straf die wij verdienden voor onze zonde op Zich heeft genomen.
Johannes 19:28. Hierna zei Jezus, omdat Hij wist dat nu alles volbracht was, opdat het Schriftwoord vervuld zou worden: Ik heb dorst!
Ondanks de pijn en pijn aan het kruis, wist Jezus dat Hij Gods plan aan het voltooien was.
Johannes 19:30. Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zei Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest.
Jezus laat ons weten dat Hij Gods plan heeft voltooid. Dit is een kreet van overwinning!
Lukas 23:46 En Jezus riep met luide stem en zei: Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest. En toen Hij dat gezegd had, gaf Hij de geest.
Jezus laat ons weten dat Zijn Geest naar de Vader ging nadat Hij gestorven was. Daar had hij vertrouwen in, zelfs na alles wat hij zojuist had meegemaakt. Dat vertrouwen mogen wij ook hebben!
5. Vergelijk Psalm 22 met de verslagen van de kruisiging. Zoek de profetieën die zijn vervuld.
Psalm 22:1 Een psalm van David, voor de koorleider, op ‘De hinde van de dageraad’.
2 Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten, (Matthew 27:46)
8 Allen die mij zien, bespotten mij; zij trekken de lippen op, zij schudden het hoofd en zeggen:
9 Hij heeft zijn zaak op de HEERE gewenteld – laat Die hem bevrijden! Laat Die hem redden, als Hij hem genegen is. (Matthew 27:43)
16 Mijn kracht is verdroogd als een potscherf, mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; U legt mij in het stof van de dood. (Johannes 19:28)
17 Want honden hebben mij omsingeld, een horde kwaaddoeners heeft mij omgeven; zij hebben mijn handen en mijn voeten doorboord.
18 Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen; en zij, zij zien het aan, zij kijken naar mij.
19 Zij verdelen mijn kleding onder elkaar en werpen het lot om mijn gewaad. (Matthew 27:35)
Zie hierboven de gemarkeerde verzen van psalm 22, die plaatsvonden tijdens de kruisiging van Jezus.
6. Lees Mattheüs 27:50-54. Welke 5 bijzondere wonderen vonden plaats na de dood van Christus en wat was hun betekenis?
Mattheüs 27:45 En vanaf het zesde uur kwam er duisternis over heel de aarde, tot het negende uur toe.
Mattheüs 27:50 Jezus riep nogmaals met luide stem en gaf de geest.
51. En zie, het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot beneden; de aarde beefde en de rotsen scheurden;
52. ook werden de graven geopend en veel lichamen van heiligen die ontslapen waren, werden opgewekt;
53. en na Zijn opwekking gingen zij uit de graven, kwamen in de heilige stad en zijn aan velen verschenen.
54. En toen de hoofdman over honderd en zij die met hem Jezus bewaakten, de aardbeving zagen en de dingen die gebeurden, werden zij erg bevreesd en zeiden: Werkelijk, Dit was Gods Zoon!
Jezus was het Licht van de wereld – dus stopte God de Vader het licht van de zon (Mattheüs 27:45)
Jezus is de Nieuwe en Levende Weg naar God – dus scheurde God de Vader het tempelgordijn (Mattheüs 27:51a)
Jezus was de Schepper van het Universum – dus God de Vader kreeg de aardbeving (Mattheüs 27:51b)
Jezus is de Opstanding en het Leven – dus God de Vader raakte de graven aan en bracht uit de doden de heiligen tevoorschijn die in geloof waren gestorven (Mattheüs 27:52-53)
Jezus is het Lam van God dat sterft voor de zonden van de wereld – dus raakte God de Vader het hart van de hoofdman aan de voet van het kruis. (Mattheüs 27:54)
7. Waarom doorstaken ze Jezus en braken ze Zijn botten niet? (Johannes 19:31-37) en welke profetieën zijn er hierover? (Lees ook Exodus 12:46; Numeri 9:12; Zacharia 12:10; Openbaring 1:7)
Johannes 19:31 Opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op de sabbat, omdat het de voorbereiding was (want de dag van die sabbat was een grote dag), vroegen de Joden dan aan Pilatus of hun benen gebroken en zij weggenomen mochten worden.
32. De soldaten dan kwamen en braken wel de benen van de eerste en van de ander die met Hem gekruisigd was,
33. maar toen zij bij Jezus kwamen en zagen dat Hij al gestorven was, braken zij Zijn benen niet.
34. Maar een van de soldaten stak met een speer in Zijn zij en meteen kwam er bloed en water uit.
35. En die het gezien heeft, die getuigt ervan, en zijn getuigenis is waar, en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat ook u gelooft.
36. Want deze dingen zijn geschied, opdat het Schriftwoord vervuld wordt: Geen been van Hem zal gebroken worden.
37. En verder zegt een ander Schriftwoord: Zij zullen zien op Hem Die zij doorstoken hebben.
Exodus 12:46 In één huis moet het gegeten worden. U mag van het vlees niets uit het huis naar buiten brengen, en u mag er geen been van breken.
De beenderen van het paaslam mochten niet gebroken worden. Jezus is ons Paaslam en Zijn beenderen zijn niet gebroken!
Numeri 9:12 Zij mogen er niets van over laten blijven tot de volgende morgen en mogen er geen been van breken; volgens alle verordeningen voor het Pascha moeten zij het houden.
De beenderen van het paaslam mochten niet gebroken worden. Jezus is ons Paaslam en Zijn beenderen zijn niet gebroken!
Zacharia 12:10 Maar over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik de Geest van de genade en van de gebeden uitstorten. Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben. Zij zullen over Hem rouw bedrijven, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene.
De profeet Zacharia voorspelde (500 jaar voor de eerste komst van Jezus) dat wanneer Jezus terugkomt (Zijn tweede komst), zij, de inwoners van Jeruzalem, Hem zullen zien die zij hadden doorstoken.
Openbaring 1:7 Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen.
Johannes profeteert ook dat Degene die ze hadden doorstoken op de wolken zal komen, dat elk oog Hem zal zien en dat alle volkeren van de aarde om Hem zullen treuren.
Samenvatting
Paulus vertelt ons (1 Korinthe 15:1-4) wat de evangelieboodschap is:
1 Korinthe 15:1 Verder maak ik u bekend, broeders, het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat u ook aangenomen hebt, waarin u ook staat, 2. waardoor u ook zalig wordt, als u eraan vasthoudt zoals ik het u verkondigd heb, tenzij dat u tevergeefs geloofd hebt. 3. Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, 4. en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften,
De 4 evangeliën geven ons ooggetuigenverslagen van de kruisiging, van de wonderbaarlijke dingen die gebeurden en de grote liefde die Jezus voor ons heeft, Zijn schepping. Dat Hij Zichzelf offerde voor onze zonden en zodat we met God verzoend kunnen worden.
Recente reacties