Disclaimer: Deze Bijbelstudie is gemaakt door leden van onze gemeente maar kunnen interpretaties of meningen bevatten die niet per se door iedereen gedragen worden binnen onze Gemeente.

Openbaring 1 (Onze verheerlijkte Christus)

Introductie

De openbaring van Jezus Christus werd door God aan Johannes gegeven ‘om zijn dienstknechten te laten zien wat er spoedig moet gebeuren’. Het boek is waarschijnlijk geschreven tussen 90 en 95 na Christus, toen Johannes werd verbannen naar het eiland Patmos. Het is de laatste waarschuwing dat de wereld zeker zal vergaan en dat het oordeel zeker zal zijn. Het geeft ons een kleine glimp van de hemel en alle glorie die wacht op degenen die hun gewaden wit houden. Openbaring voert ons door de grote verdrukking met al zijn ellende en het laatste vuur waarmee alle ongelovigen voor eeuwig te maken zullen krijgen. Het boek herhaalt de val van Satan en de ondergang die hij en zijn engelen te wachten staan. Ons worden de werkzaamheden laten zien van alle schepselen en de beloften van de heiligen die voor altijd met Jezus in het Nieuwe Jeruzalem zullen leven.

Het boek Openbaring is het hoogtepunt van de profetieën over de eindtijd, te beginnen met het Oude Testament. De beschrijving van de antichrist genoemd in Daniël 9:27 wordt volledig uitgewerkt in hoofdstuk 13 van Openbaring. Buiten Openbaring zijn voorbeelden van apocalyptische literatuur in de Bijbel ook te vinden in Daniël hoofdstukken 7-12, Jesaja hoofdstukken 24-27, Ezechiël hoofdstukken 37-41 en Zacharia hoofdstukken 9-14. Al deze profetieën komen samen in het boek Openbaring.

Openbaring begint met de inleiding van de visioenen en gaat vervolgens verder met brieven aan de zeven kerken van Klein-Azië (als te zien op de kaart hierboven). Daarna gaat het verder met het onthullen van de reeks verwoestingen die over de aarde worden uitgestort; de opkomst van de antichrist; de beslissende strijd van Armageddon; de binding van Satan; de regering van de Heer; het Oordeel van de Grote Witte Troon; en hoe de eeuwige stad van God zal zijn.

Hoofdstuk 1 is een introductie van het boek. Johannes krijgt een visioen van Jezus en wij krijgen inzicht waarom dit boek aan ons is geschreven.

Vragen

1. Lees Openbaring 1:1-2. Wat leren deze verzen ons?

2. Lees Openbaring 1:3. Wat leren deze verzen ons over het lezen en bestuderen van het boek Openbaring?

3. Lees Openbaring 1:4-8. John groet zijn lezers.
Wie begroet ons en wat kunnen we uit deze verzen over de toekomst begrijpen?

4. Lees Openbaring 1:9-10. In welke situatie bevond Johannes zich en hoe ging hij met zijn situatie om?

5. Lees Openbaring 1:11-13; 1:16; 1:20. Wie en wat ziet Johannes? Wat begrijpen wij uit dit visioen?

6. Lees Openbaring 1:13-16. Hoe beschrijft Johannes Jezus en wat vertelt dit ons over onze Verlosser?

7. Lees Openbaring 1:17-18. Wat gebeurt er nadat Johannes dit visioen ziet?

8. Lees Openbaring 1:19-20. Wat legt Jezus aan Johannes uit?

Antwoorden

1. Lees Openbaring 1:1-2. Wat leren deze verzen ons?

Openbaring 1:1. Openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden, en Hij heeft die door Zijn engel gezonden en aan Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven. 2. Deze heeft van het Woord van God getuigd en van het getuigenis van Jezus Christus, alles wat hij gezien heeft.

Johannes ontving een openbaring (een beeld van de toekomst van onze planeet) van Jezus om met ons te delen, zodat wij Gods plan zullen kennen en hoe wij daar deel vanuit maken.

Wij zijn Gods dienstknechten, niet omdat dat moet, maar omdat we ‘kiezen’ om Hem te dienen. Het woord dienstknechten kan in het oorspronkelijke Grieks op verschillende manieren worden vertaald. In dit geval is het woord in het originele Grieks “huperetes”. Dit is het woord dat de apostel Paulus en koning David gebruikten om zichzelf en hun positie in hun dienst aan God te beschrijven. Zij kozen ervoor om: onderdanig, gevoelig, op God vertrouwend, toegewijd en nederig aan God te zijn.

Johannes krijgt deze openbaring van Jezus (God de Zoon) die deze van God (de Vader) ontving om aan Zijn kerk te geven. We zien hoe echt deze woorden zijn. Ze zijn afkomstig van God de Vader. De hele Bijbel is door Godingeblazen” (geïnspireerd door de Heilige Geest) maar dit boek is rechtstreeks door God gegeven! Wauw!

De profetieën in dit boek zullen binnenkort (of snel) uitkomen, ze staan voor de deur. We moeten er altijd op voorbereid zijn dat ze zonder enige waarschuwing kunnen gebeuren.

Het Griekse woord dat hier met ‘binnenkort’ is vertaald, is ‘tachus’, en kan vertaald worden als snel of plotseling. Het is duidelijk dat Jezus over toekomstige gebeurtenissen spreekt en dat Zijn timing niet dezelfde is als die in onze tijd.

2. Lees Openbaring 1:3. Wat leren deze verzen ons over het lezen en bestuderen van het boek Openbaring?

Openbaring 1:3. Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.

Als we dit vers in de juiste context plaatsen, zouden er in de vroege kerk maar heel weinig exemplaren van dit boek op boekrollen zijn geschreven, dus de persoon die dit aan de gelovigen voorlas zou een ouderling of predikant van de kerk zijn geweest. De persoon die Gods boodschap aan de kerk doorgeeft, zal gezegend worden, en dat geldt ook voor de persoon die deze boodschap vandaag aan de gelovigen doorgeeft. De woorden van dit boek moet de kerk horen.

Zo zullen ook de mensen die deze boodschap horen gezegend worden. ‘Horen’ en ‘houden’ betekent in dit geval dat we ons concentreren op Gods boodschap en deze ter harte nemen, proberen uit te zoeken wat God ons vertelt. Het Griekse woord hier voor “in acht nemen” betekent “bewaken” zoals iemand een schat bewaakt. Dit bericht is een schat voor ons!

3. Lees Openbaring 1:4-8. John groet zijn lezers. Wie begroet ons en wat kunnen we uit deze verzen over de toekomst begrijpen?

Openbaring 1:4. Johannes aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: genade zij u en vrede, van Hem Die is en Die was en Die komt, en van de zeven Geesten, Die voor Zijn troon zijn,

5. en van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden en de Vorst van de koningen der aarde. Hem Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed,

6. en Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters voor God en Zijn Vader, Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.

7. Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen.

8. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is en Die was en Die komt, de Almachtige.

Johannes geeft een groet door van God de Vader, van de zeven Geesten (de Heilige Geest) voor Zijn troon en van Jezus Christus. (Genade en vrede komen van de Drie-eenheid)

(De 7 geesten – de Heilige Geest: zie aanvullende opmerkingen)

Als we goed naar de tekst kijken, zien we dat de beschrijving van God de Vader en van Jezus beide hetzelfde zijn.

In vers 4 zien we een beeld van God de Vader, gezeten op de troon, en van de zeven geesten voor Zijn troon. Hij wordt beschreven als Hij die was, die is en zal komen.

In vers 5-7 wordt Jezus beschreven als: de Getrouwe Getuige; de eerste uit de dood; de Heerser over de koningen van de aarde; Hem die ons liefhad en ons reinigde door Zijn eigen bloed; Hij die ons koningen en priesters voor Zijn God en Vader heeft gemaakt; Hij die doorstoken is en op de wolken komt.

In vers 8 spreekt Jezus. Hij zegt over Zichzelf, net als de beschrijving van God de Vader in vers 4, dat Hij de Alfa en de Omega is, het Begin en het Einde; wie is en wie was en zal komen, de Almachtige. (Een titel die normaal gesproken geassocieerd wordt met God de Vader).

4. Lees Openbaring 1:9-10. In welke situatie bevond Johannes zich en hoe ging hij met zijn situatie om?

Openbaring 1:9. Ik, Johannes, die ook uw broeder ben en deelgenoot in de verdrukking en in het Koninkrijk en in de volharding van Jezus Christus, was op het eiland genaamd Patmos, omwille van het Woord van God en het getuigenis van Jezus Christus.

10. Ik was in de geest op de dag des Heeren en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin,

Johannes had in zijn leven veel dingen doorstaan: de verschrikkingen van de verwoesting van Jeruzalem en de massamoord op een miljoen van zijn mede joden door de Romeinen. Een systematische jacht op zijn mede-apostelen door het Romeinse Rijk. De slechtheid van keizer Nero tegen de christenen en de keizers die hem volgden. Nu is hij verbannen naar het eiland Patmos, ver weg van degenen van wie hij hield en die hij diende.

Ondanks de omstandigheden is Johannes echter “in de Geest”, op de Dag des Heren. Hij blijft dicht bij God, wat er ook om hem heen gebeurt. Dat is ook voor ons de sleutel, om in onze omstandigheden dicht bij God te blijven.

Een ander voorbeeld voor ons kunnen we vinden in het boek Klaagliederen, waar we kunnen zien hoe Jeremia met moeilijke omstandigheden omging.

Lees ook Klaagliederen 3:4-10; 3:17-20 vergelijk hoe Johannes met zijn omstandigheden omging en hoe Jeremia met de zijne omging (Klaagliederen 3:21-24).

4 Hij heeft mijn vlees en mijn huid doen wegteren, Hij heeft mijn beenderen gebroken.

5 Hij heeft tegen mij aan gebouwd en Hij heeft mij omsingeld met gal en moeite.

6 In duistere oorden doet Hij mij wonen, als degenen die allang dood zijn.

7 Hij heeft een muur om mij heen opgeworpen, zodat ik er niet uit kan gaan; Hij heeft mijn bronzen ketenen zwaar gemaakt.

8 Ook wanneer ik het uitschreeuw en om hulp roep, sluit Hij Zijn oren voor mijn gebed.

9 Hij heeft mijn wegen versperd met gehouwen stenen, mijn paden heeft Hij krom gemaakt.

10 Een loerende beer is Hij voor mij, een leeuw op verborgen plaatsen.

17 Van vrede verstoten is mijn ziel, ik ben het goede vergeten.

18 En ik zei: Mijn kracht is vergaan, en wat ik van de HEERE verwachtte.

19 Denk aan mijn ellende en mijn ontheemding, aan de alsem en de gal.

20 Mijn ziel denkt er onophoudelijk aan, zij buigt zich neer in mij.

21 Dit zal ik ter harte nemen, daarom zal ik hopen:

22 Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn, dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is!

23 Nieuw zijn ze, elke morgen; groot is Uw trouw!

24 Mijn deel is de HEERE, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen.

Jeremia vertrouwde tijdens zijn vervolgingen op de barmhartigheid, het mededogen en de trouw van God. Hij stelde zijn hoop op de Heer.

5. Lees Openbaring 1:11-13; 1:16; 1:20. Wie en wat ziet Johannes? Wat begrijpen wij uit deze visie?

Openbaring 1:11. die zei: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste, en: Wat u ziet, schrijf dat op een boekrol en stuur het aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: naar Efeze, naar Smyrna, naar Pergamus, naar Thyatira, naar Sardis, naar Filadelfia en naar Laodicea.

12. En ik keerde mij om, om de stem te zien die met mij had gesproken. En toen ik mij had omgekeerd, zag ik zeven gouden kandelaren.

13. En te midden van de zeven kandelaren zag ik Iemand Die op de Zoon des mensen leek, gekleed in een gewaad tot op de voeten, en op de borst omgord met een gouden gordel;

Openbaring 1:16 En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand en uit Zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht.

Openbaring1:20. Het geheimenis van de zeven sterren die u in Mijn rechterhand hebt gezien, en van de zeven gouden kandelaren is: de zeven sterren zijn de engelen van de zeven gemeenten, en de zeven kandelaren die u hebt gezien, zijn de zeven gemeenten.

Johannes ziet iemand als de Mensenzoon, met een gelaat als de zon in haar kracht, lopend te midden van zeven gouden kandelaren, met zeven sterren in Zijn rechterhand en uit Zijn mond kwam een tweesnijdend zwaard. Uit deze beschrijving kunnen we opmaken dat dit Jezus is.

De titel Mensenzoon is de titel die Jezus het vaakst voor Zichzelf gebruikte (81 keer in de evangeliën)

Zie ook Daniël 7:13-14 – Hier wordt de tweede komst van Jezus voorspeld. Met Zijn titel als de Mensenzoon.

Daniël 7:13 Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbij komen.

14. Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.

Het tweesnijdende zwaard uit Zijn mond zullen we ook zien in de beschrijving van Jezus als Hij komt om de legers van/en de antichrist in Openbaring 19 te verslaan.

Zie Openbaring 19:11-16

Openbaring 19:11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid.

12. En Zijn ogen waren als een vuurvlam en op Zijn hoofd waren vele diademen. Hij had een Naam, die opgeschreven was, en die niemand kent dan Hijzelf.

13. En Hij was bekleed met een in bloed gedoopt bovenkleed, en Zijn Naam luidt: Het Woord van God.

14. En de legers in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed in fijn linnen, wit en smetteloos.

15. En uit Zijn mond kwam een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heidenvolken zou slaan. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf. En Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmige toorn van de almachtige God.

16. Er stond op Zijn bovenkleed en op Zijn dij deze Naam geschreven: Koning der koningen en Heere der heren.

Johannes ziet Jezus te midden van zeven kandelaars, waarvan de engel uitlegt dat dit de zeven kerken zijn.

Jezus houdt ook zeven sterren in Zijn rechterhand. Jezus legt uit dat dit de zeven engelen (of boodschappers) van de zeven kerken zijn. Het woord voor boodschapper wordt normaal gesproken vertaald als engel, maar kan ook vertaald worden als pastor. De zeven sterren kunnen dus de zeven engelen zijn of de zeven pastors van de zeven kerken. De vertaling van ‘pastor’ lijkt zinvoller omdat deze predikanten in de rechterhand van Jezus een beeld geven van Jezus die over hen waakt en hoedt.

6. Lees Openbaring 1:13-16. Hoe beschrijft Johannes Jezus en wat vertelt dit ons over onze Verlosser?

Openbaring 1:13. En te midden van de zeven kandelaren zag ik Iemand Die op de Zoon des mensen leek, gekleed in een gewaad tot op de voeten, en op de borst omgord met een gouden gordel;

14. en Zijn hoofd en haar waren wit, als witte wol, als sneeuw, en Zijn ogen waren als een vuurvlam,

15. en Zijn voeten waren als blinkend koper, gloeiend gemaakt in een oven, en Zijn stem klonk als het geluid van vele wateren.

16. En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand en uit Zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht.

Het Johannesvisioen van Jezus heeft verschillende opmerkelijke afbeeldingen:

Hij droeg een kledingstuk tot aan Zijn voeten met een gouden band om Zijn borst: De meeste keren dat dit woord in de Griekse vertaling van het Oude Testament voorkomt, verwijzen naar het kledingstuk van de Hogepriester. (zie Leviticus 16:1-4 Aäron kleedde zich voor de Grote Verzoendag). (zie ook Hebreeën 2:17 – Jezus de Hogepriester)

Zijn hoofd en haar waren als wol, zo wit als sneeuw: het wit dat hier in de originele tekst wordt beschreven, verwijst niet naar een vlakke witte kleur, maar naar een laaiend, gloeiend wit licht. Vergelijk dit met de beschrijving van de Oude van Dagen in Daniël 7:9 –

Daniël 7:9 Ik keek toe totdat er tronen werden geplaatst, en de Oude van dagen Zich neerzette.

Zijn gewaad was wit als de sneeuw en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol.

Zijn troon bestond uit vuurvlammen en de wielen ervan waren laaiend vuur.

En Zijn ogen als vlammen van vuur: Vergelijk met Hebreeën 4:13

Hebreeën 4:13 En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem, maar alles ligt naakt en ontbloot voor de ogen van Hem aan Wie wij rekenschap hebben af te leggen.

Zijn voeten waren als fijn koper: het brandofferaltaar was bedekt met koper en de gebruiksvoorwerpen waren van hetzelfde materiaal gemaakt (Exodus 38:1-7). Gloeiend hete, koperen voeten zijn een verwijzing naar het goddelijke oordeel.

Zijn stem als het geluid van vele wateren: Vergelijk dit met Ezechiël 43:2 – de stem van God!

Ezechiël 43:2 En zie, de heerlijkheid van de God van Israël kwam uit de richting van het oosten, en Zijn geluid was als het bruisen van machtige wateren, en de aarde werd verlicht vanwege Zijn heerlijkheid.

Zijn gelaat was als de zon die in haar kracht scheen: Vergelijk dit met Mattheüs 17:2, toen Jezus een transfiguratie kreeg op de berg.

Mattheüs 17:2 En Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd; Zijn gezicht straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht.

In dit visioen zien we veel vergelijkingen met de oudtestamentische beschrijvingen van God.

7. Lees Openbaring 1:17-18. Wat gebeurt er nadat Johannes dit visioen ziet?

Openbaring 1:17. En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten, en Hij legde Zijn rechterhand op mij en zei tegen mij: Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste,

18. en de Levende, en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels van het rijk van de dood en van de dood zelf.

Johannes viel aan de voeten van Jezus – Een veel voorkomende reactie op het zien van de ontzagwekkende glorie van God. Vergelijk dit met andere soortgelijke gebeurtenissen:

Genesis 17:1-3

Genesis 17:1 Toen Abram negenennegentig jaar oud was, verscheen de HEERE aan Abram en zei tegen hem: Ik ben God, de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht en wees oprecht.

2. Ik zal Mijn verbond sluiten tussen Mij en u, en u uitermate talrijk maken.

3. Toen wierp Abram zich met het gezicht ter aarde en God sprak met hem:

Numeri 16:19-22

Numeri 16:19 Korach liet heel zijn aanhang vanwege hen bijeenkomen, bij de ingang van de tent van ontmoeting. Toen verscheen de heerlijkheid van de HEERE aan heel de gemeenschap.

20. En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aäron:

21. Zonder u af uit het midden van deze gemeenschap, want Ik zal hen in een ogenblik vernietigen!

22. Maar zij wierpen zich met hun gezicht ter aarde en zeiden: O God! God van de geesten van alle vlees! Als één man zondigt, zult U dan zeer toornig worden op heel de gemeenschap?

Jesaja 6:1-5

Jesaja 6:1 In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik de Heere zitten op een hoge en verheven troon, en de zomen van Zijn gewaad vulden de tempel.

2. Serafs stonden boven Hem. Ieder had zes vleugels: met twee bedekte ieder zijn gezicht, met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij.

3. De een riep tot de ander:

Heilig, heilig, heilig is de HEERE van de legermachten; heel de aarde is vol van Zijn heerlijkheid!

4. De deurpinnen in de drempels schudden door de stem van hem die riep, en het huis vulde zich met rook.

5. Toen zei ik:

Wee mij, want ik verga! Ik ben immers een man met onreine lippen en woon te midden van een volk met onreine lippen. Mijn ogen hebben namelijk de Koning, de HEERE van de legermachten, gezien.

Ezechiël 1:28-2:1

Ezechiël 1:28 Zoals het uiterlijk van de regenboog, die in de wolken verschijnt op de dag van de regen, zo was het uiterlijk van de lichtglans rondom. Het was de verschijning van de gedaante van de heerlijkheid van de HEERE. Toen ik dat zag, wierp ik mij met mijn gezicht ter aarde, en ik hoorde de stem van Iemand Die sprak.

Ezechiël 2:1 Hij zei tegen mij: Mensenkind, ga op uw voeten staan, en Ik zal met u spreken.

Handelingen 9:3-4

Handelingen 9:3 En terwijl hij onderweg was, gebeurde het dat hij dicht bij Damascus kwam. En plotseling omscheen hem een licht vanuit de hemel,

4. en toen hij op de grond gevallen was, hoorde hij een stem die tegen hem zei: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij?

Is dit de persoon die overweldigd wordt door de ontzagwekkendheid van het visioen? Of buigt Johannes zich in aanbidding vanwege het zien van de ontzagwekkendheid van God?

Nadat Johannes voor Jezus op de grond is gevallen, herstelt, troost en stelt Jezus hem gerust.

Ook hier zegt Jezus iets opmerkelijks. Hij zegt dat “Ik ben”…de eerste en de laatste…”Ik ben”…Hij die leeft en dood was. “Ik ben“..leef voor altijd.

‘Ik Ben’ was de titel die God zichzelf gaf toen Mozes Hem vroeg wie hij was bij de brandende braamstruik.

8. Lees Openbaring 1:19-20. Wat legt Jezus aan Johannes uit?

Openbaring 1:19. Schrijf nu op wat u hebt gezien, en wat is, en wat hierna zal geschieden.

20. Het geheimenis van de zeven sterren die u in Mijn rechterhand hebt gezien, en van de zeven gouden kandelaren is: de zeven sterren zijn de engelen van de zeven gemeenten, en de zeven kandelaren die u hebt gezien, zijn de zeven gemeenten.

Jezus zegt tegen Johannes dat hij alles moet opschrijven wat hem verteld zal worden. Dit is voor ons om te weten wat er is gebeurd, wat er gebeurde in de tijd van Johannes en wat er in de toekomst gaat gebeuren.

De boodschappers van de Kerk zitten aan de rechterhand van Jezus (de rechterhand van God wordt vaak geassocieerd met macht). Jezus omgeeft de boodschappers; ze staan onder Zijn bescherming. Jezus staat midden tussen de kerken, Hij is zo dichtbij hen, maar ook bij ons!

Samenvatting

Johannes krijgt een ontzagwekkend visioen van de opgestane Jezus en is getuige van de glorie en godsvrucht van Christus. Dit is een inleidend hoofdstuk voor de rest van het boek Openbaring, waarin Jezus bevestigt dat deze profetie van God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest komt. Gezegend zijn degenen die deze profetie lezen en bestuderen.

Aanvullende Opmerkingen

De identiteit van “de zeven geesten” is niet expliciet in dit stuk, maar het is vrij eenvoudig om tot de juiste interpretatie te komen. De “zeven geesten” kunnen geen zeven engelachtige wezens zijn, zoals serafijnen of cherubijnen, vanwege de context van Openbaring 1:4. Johannes zegt dat “genade en vrede” vanuit drie bronnen naar de kerken komen: “hem die is, en die was, en die zal komen” (vers 4), “de zeven geesten voor de troon” (vers 4), en ‘Jezus Christus’ (vers 5). Dit is een afbeelding van de Drie-eenheid: genade en vrede worden gegeven door de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, de drie gelijkwaardige Personen van de Godheid.

In andere stukken kunnen verwijzingen naar de zeven geesten worden gevonden:

In Openbaring 3:1 ‘houdt’ Jezus de zeven geesten van God vast. In Johannes 15:26 ‘zendt’ Jezus de Heilige Geest van de Vader. Beide stukken suggereren de bovengeschikte rol van de Zoon en de ondergeschikte rol van de Geest.

In Openbaring 4:5 worden de zeven geesten van God gesymboliseerd als zeven brandende lampen die voor Gods troon staan. Dit beeld komt overeen met het visioen van Zacharia waarin hij de Heilige Geest gesymboliseerd ziet als ‘een massief gouden kandelaar . . . met een schaal bovenaan en zeven lampen erop” (Zacharia 4:2).

In Openbaring 5:6 zijn de zeven geesten de ‘zeven ogen’ van het Lam, en ze worden ‘uitgezonden over de hele aarde’. De zeven ogen spreken van de alwetendheid van de Geest (en van het Lam), en het feit dat Hij naar de hele aarde is gezonden, spreekt van Zijn alomtegenwoordigheid.

Zodra we de “zeven geesten” identificeren als de Heilige Geest, blijft de vraag: waarom zijn er “zeven” van Hem? De Bijbel, en vooral het boek Openbaring, gebruikt het getal zeven om naar perfectie en voltooiing te verwijzen. Het visioen van Johannes bevat een beeld van de volmaakte en volledige Heilige Geest.

Jesaja 11:2 verwijst ook naar de Heilige Geest met behulp van een zevenvoudige beschrijving: “De Geest van de HEER zal op hem rusten – de Geest van wijsheid en van begrip, de Geest van raad en van kracht, de Geest van kennis en van de vrees voor de HEER.” De profetie is dat de Messias niet bekrachtigd zou worden door zeven individuele geesten, maar door de Ene Geest, op zeven manieren beschreven:

1) De Geest van de HEER

2) De geest van wijsheid

3) De Geest van begrip

4) De Geest van raad

5) De geest van kracht

6) De geest van kennis

7) De Geest van de vreze des Heren

De “zeven geesten van God” in het boek Openbaring zijn dus een verwijzing naar de Heilige Geest in de volmaaktheid van Zijn veelvuldige bediening.