Disclaimer: Deze Bijbelstudie is gemaakt door leden van onze gemeente maar kunnen interpretaties of meningen bevatten die niet per se door iedereen gedragen worden binnen onze Gemeente.

1 Johannes: Pas op voor (de geest van) Anti-Christussen

Introductie

Hoewel de schrijver van deze brief zich niet bekend heeft gemaakt, wordt deze brief toegeschreven aan de discipel en apostel Johannes vanwege de sterke, bestendigde en vroegste getuigenis van de kerk. Johannes en Jakobus (zijn oudere broer) stonden bekend als de zonen van Zebedeüs, die Jezus de naam ‘Zonen van de Donder’ gaf (Marcus 3:17). Johannes was één van de drie meest vertrouwelijke metgezellen van Jezus (samen met Petrus en Jakobus).

Johannes kreeg het voorrecht om getuige te zijn van het gesprek van Jezus met Mozes en Elia op de berg van de verheerlijking (Mattheüs 17:1-9). Hij noemde zichzelf ‘de discipel van wie Jezus hield’ in het evangelie (Johannes) dat hij schreef.

Zijn positie binnen de twaalf groeide naarmate hij ouder werd en na de kruisiging werd hij een “pilaar” in de kerk van Jeruzalem (Galaten 2:9). Hier diende hij samen met Petrus (Handelingen 3:1, 4:13, 8:14), en werd uiteindelijk door de Romeinen verbannen naar het eiland Patmos, waar hij van God de glorieuze visioenen ontving die het boek Openbaring vormen.

1 Johannes is de eerste van drie brieven die hij aan de vroege gelovigen schreef en is waarschijnlijk tussen 85 en 95 na Christus geschreven. Mogelijk tijdens zijn verblijf in Efeze voordat hij naar Patmos werd verbannen (zie de locaties van de kerken die in het boek Openbaring worden genoemd).

Valse spirituele leraren waren een groot probleem in de vroege kerk. Omdat er geen volledig Nieuw Testament was waar gelovigen in konden lezen, vielen veel kerken ten prooi aan schijnheiligen die hun eigen ideeën onderwezen en zichzelf naar voren brachten als leiders. Johannes schreef deze brief om enkele belangrijke kwesties recht te zetten, vooral met betrekking tot de identiteit van Jezus Christus.

Omdat de brief van Johannes over de grondbeginselen van het geloof in Christus ging, hielp hij zijn lezers eerlijk na te denken over hun geloof. Het hielp hen de vraag te beantwoorden: zijn wij ware gelovigen? Johannes vertelde hen dat ze het konden zien door naar hun daden te kijken. Als ze elkaar liefhadden, was dat een bewijs van Gods aanwezigheid in hun leven.

Vragen

1. Lees de volgende verzen, welke redenen gaf Johannes voor het schrijven van deze brief?

a. 1 Johannes 1:4,

b. 1 Johannes 2:1,

c. 1 Johannes 2:26 en

d. 1 Johannes 5:13.

2. Lees 1 Johannes 2:18 en 1 Johannes 4:2-3. Waar waarschuwt Johannes ons voor? En hoe kunnen we valse leraren onderscheiden?

3. Lees 1 Johannes 1:1-3. Wat vertelt Johannes zijn lezers?

4. Lees 1 Johannes 1:5-7. Wat leert Johannes ons in deze verzen?

5. Lees 1 Johannes 1:8-10. Wat vertelt Johannes ons over zonde?

Antwoorden

1. Lees de volgende verzen, welke redenen gaf Johannes voor het schrijven van deze brief?

a. 1 Johannes 1:4,

b. 1 Johannes 2:1,

c. 1 Johannes 2:26 en

d. 1 Johannes 5:13.

Johannes legt zijn lezers in de volgende verzen uit waarom hij deze brief heeft geschreven:

1. a.

1 Johannes 1:4 En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap volkomen wordt.

Johannes schreef deze brief om te laten zien dat de vreugde van God complete vreugde is. Deze vreugde is niet leeg. Jezus de Heilige Geest vervult ons, maakt ons compleet. Leegte is iets waar de wereld mee worstelt. Een innerlijk gevoel van leegte moet steeds opnieuw gevuld worden met dingen van de wereld die maar kortstondig blijdschap geven. Een gelovige zal vrij zijn van een onvervuld leven en zich tevreden en vervuld voelen.

Zie ook Johannes 7:37-39

Johannes 7:37 En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken.

38. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.

39. En dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden; want de Heilige Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.

Jezus zei dat de levens van gelovigen zouden overstromen… met rivieren van levend water… Ze zouden tevreden en vervuld zijn

Zie ook Johannes 10:10b

Johannes 10:10 De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben.

En dat gelovigen een overvloedig leven zouden hebben, met andere woorden dat ze tevreden en vervuld zouden zijn.

1. b.

1 Johannes 2:1 Mijn kinderen, ik schrijf u deze dingen, opdat u niet zondigt. En als iemand gezondigd heeft: wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige.

Johannes schreef zijn brief om de gelovigen aan te moedigen niet te zondigen, maar als ze toch zondigden, hen uit te leggen dat hun zonden vergeven zijn. Dat ze zich niet langer schuldig hoeven te voelen nu Jezus, onze Advocaat, ons verdedigt voor de Vader. Ons verdedigt omdat Hij onze straf op zich heeft genomen en daarmee onze onschuld bepleit.

Zie ook Johannes 8:11

Johannes 8:10 Jezus nu richtte Zich op en toen Hij niemand zag dan de vrouw, zei Hij tegen haar: Vrouw, waar zijn die aanklagers van u? Heeft niemand u veroordeeld?

11. En zij zei: Niemand, Heere. En Jezus zei tegen haar: Ook Ik veroordeel u niet; ga heen en zondig niet meer.

Jezus kan in het hart kijken en weten of er oprecht berouw is (wat hoogstwaarschijnlijk het geval was bij deze vrouw). Dan zal er geen oordeel meer zijn van Jezus, maar zal Hij in plaats daarvan voor ons pleiten bij de Vader.

1. c.

1 Johannes 2:26 Deze dingen heb ik u geschreven met betrekking tot hen die u misleiden.

Johannes schreef deze brief om de gelovigen te waarschuwen dat er mensen zullen zijn die hen zouden proberen te misleiden. De leugens en misleidingen door anderen heen zijn uiteindelijk afkomstig van Satan, die een leugenaar is en de Vadervan de leugen.

Zie ook Johannes 8:44

Johannes 8:44 U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.

De leraar van de wet die onwaarheden sprak en valse leerstellingen verspreidde, noemde Jezus kinderen van de duivel.

Zie ook Johannes 10:10b

Johannes 10:10 De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben.

Satan komt om te doden, te stelen en te vernietigen…. Hij komt om de waarheid weg te stelen en het geloof door bedrog te vernietigen.

We hebben de Heilige Geest die ons in de goede richting zal leiden en het Heilige Woord van God, waardoor we de waarheid zullen kennen en voor bedrog zullen worden bewaard.

1. d.

1 Johannes 5:13 Deze dingen heb ik geschreven aan u die gelooft in de Naam van de Zoon van God, opdat u weet dat u het eeuwige leven hebt en opdat u gelooft in de Naam van de Zoon van God.

Johannes schreef deze brief aan de gelovigen zodat zij er zeker van konden zijn dat zij door hun geloof en vertrouwen in de Heer Jezus verzekerd konden zijn van hun verlossing en eeuwig leven.

Deze waarheden stellen de gelovige in staat in vrijheid te leven. Vertrouwen hebbend dat Jezus hen het eeuwige leven zal geven.

Zie ook Johannes 14:2; 14:27.

Johannes 14:2 In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken.

Hier belooft Jezus tijdens het Laatste Avondmaal dat Hij naar de Vader gaat en dat Hij een plaats (in de hemel) gaat bereiden voor de gelovigen.

27. Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden.

Hier vertelt Jezus de gelovigen dat ze innerlijke vrede kunnen hebben en hun vertrouwen op Hem kunnen stellen.

2. Lees 1 Johannes 2:18 en 1 Johannes 4:2-3. Waar waarschuwt Johannes ons voor? En hoe kunnen we valse leraren onderscheiden?

1 Johannes 2:18 Kinderen, het is het laatste uur; en zoals u gehoord hebt dat de antichrist eraan komt, zijn er ook nu al veel antichristen gekomen, waaruit wij weten dat het het laatste uur is.

Uit dit vers kunnen we lezen dat “de” Antichrist komt, maar ook dat “antichristussen” (of de geest van de antichrist) in de wereld zijn.

De Antichrist is iemand die zal proberen de plaats van Christus in te nemen, zal zeggen dat hij de beloofde Messias is, zal ontkennen dat Jezus de Christus is, de Messias, de Zoon van God.

Zie ook 1 Johannes 2:19-23

19. Zij zijn uit ons midden weggegaan, maar zij waren niet uit ons; want als zij uit ons geweest waren, dan zouden zij bij ons gebleven zijn. Maar het moest openbaar worden dat zij niet allen uit ons zijn.

20. Maar u hebt de zalving van de Heilige en u weet alles.

21. Ik heb u niet geschreven omdat u de waarheid niet kent, maar omdat u die kent, en omdat er geen leugen uit de waarheid is.

22. Wie is de leugenaar anders dan hij die loochent dat Jezus de Christus is? Dat is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent.

23. Ieder die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet.

Door de Heilige Geest kunnen gelovigen valse leraren herkennen. In vers 22 zien we één voorbeeld van valse leer, namelijk dat Jezus niet de Christus is, en niet de Messias. Deze valse leraren zullen zich tegen het ware Evangelie verzetten.

1 Johannes 4:2-3

1 Johannes 4:2 Hieraan leert u de Geest van God kennen: elke geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God;

3. en elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is.

Door de Heilige Geest weten gelovigen dat Jezus de Christus is, de Messias en geloven ze dat Hij in het vlees kwam (in een menselijk lichaam). Iedereen die dit ontkent, heeft de geest van de antichrist in zich.

Zie ook 1 Timotheüs 4:1-2

1 Timotheüs 4:1 Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen afvallig zullen worden van het geloof en zich zullen wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen,

2. door huichelarij van leugenaars, die hun eigen geweten als met een brandijzer hebben toe geschroeid.

Paulus waarschuwt in zijn brief aan Timotheüs ook voor de misleidende geesten die in de laatste dagen valse leringen zullen brengen.

3. Lees 1 Johannes 1:1-3. Wat vertelt Johannes zijn lezers?

1 Johannes 1:1 Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij gezien hebben met onze ogen, wat wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens

2. – want het leven is geopenbaard en wij hebben het gezien, en wij getuigen en verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons is geopenbaard –

3. wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij u, opdat ook u gemeenschap met ons hebt; en deze gemeenschap van ons is er ook met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus.

Johannes vertelt zijn lezers dat Jezus in het vlees kwam, dat Hij het Woord van leven is, dat eeuwig leven in (en door) Hem gevonden kan worden.

Zie ook Johannes 17:1-3

Johannes 17:1 Dit sprak Jezus, en Hij sloeg Zijn ogen op naar de hemel en zei: Vader, het uur is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijkt,

2. zoals U Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat Hij eeuwig leven geeft aan allen die U Hem gegeven hebt.

3. En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt.

In deze verzen beschrijft Johannes wat Jezus deed en zei tijdens het Laatste Avondmaal, op de avond voordat Hij werd gekruisigd. Met deze woorden vertelt Jezus de gelovigen dat ze eeuwig leven zullen hebben als ze Hem kennen (met andere woorden als ze in Hem geloven en vertrouwen).

Zie ook Johannes 1:1-3; 1:14; 1:18

Johannes 1:1 In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.

2. Dit was in het begin bij God.

3. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is.

14. En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Enig geborene van de Vader), vol van genade en waarheid.

18. Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard.

In het evangelie van Johannes vinden we een soortgelijk stuk waarin Johannes de godheid van Jezus bevestigt. Waar hij bevestigt dat Jezus God is en de Schepper van alles.

4. Lees 1 Johannes 1:5-7. Wat leert Johannes ons in deze verzen?

1 Johannes 1:5 En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is.

6. Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet.

7. Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.

Johannes vertelt ons dat God licht is en dat er geen duisternis in Hem te vinden is. Intellectueel gezien verwijst licht naar Bijbelse waarheid, terwijl duisternis verwijst naar dwaling of onwaarheid. Moreel gezien verwijst licht naar heiligheid of zuiverheid, terwijl duisternis verwijst naar zonde of wangedrag. Helemaal geen duisternis: God (dus ook Jezus) is absoluut perfect (er was geen zonde in Hem). Er bestaat niets in Gods karakter dat in strijd is met Zijn waarheid of heiligheid.

Als iemand beweert gemeenschap met Jezus te hebben, maar opzettelijk zondige levens blijft leiden, is het duidelijk dat hij of zij Hem niet volgt. Door hun daden kunnen mensen zien dat zij geen ware volgelingen van Jezus zijn.

Een echte Christen wandelt gewoonlijk in het licht (waarheid en heiligheid), niet in de duisternis (onwaarheid en zonde). Niet omdat het moet, maar uit een gewillig hart Hem te willen volgen. Ze zijn gereinigd van al hun zonden.

5. Lees 1 Johannes 1:8-10. Wat vertelt Johannes ons over zonde?

1 Johannes 1:8 Als wij zeggen dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en is de waarheid niet in ons.

9. Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.

10. Als wij zeggen dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot leugenaar en is Zijn woord niet in ons.

Niet alleen wandelen valse leraren in duisternis (leven in onwaarheid en zonde), maar zij ontkennen zelfs dat zonde bestaat. Dit is een grote leugen. Als er geen zonde is, hebben we geen vergeving nodig. Dan hebben wij geen Redder nodig. We lezen in het Oude en Nieuwe Testament (zie de twee bijbel gedeelten hieronder) dat er niemand is die niet gezondigd heeft (behalve onze Heer Jezus Christus)

Zie ook Romeinen 3:23

Romeinen 3:23 Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God,

Paulus vertelt ons dat iedereen heeft gezondigd en daardoor Gods heerlijkheid misloopt. We kunnen niet bij God zijn als we niet heilig zijn gemaakt door het verzoenende offer van Jezus.

Zie ook Prediker 7:20

Prediker 7:20 Voorzeker, er is geen mens rechtvaardig op de aarde, die goeddoet en niet zondigt.

Salomo ontdekte in zijn zoektocht naar wijsheid ook dat er niemand is zonder zonde.

Johannes leert ons dat het belangrijk is dat we onze zonden belijden, dit is iets wat Jezus Zijn discipelen vertelde te doen (het Onze Vader: Mattheüs 6:12; Lucas 11:4) en Hij zei ook tegen de vroege kerken dat ze dit moesten doen (Openbaring 2: 5; 2:16; 3:3; 3:19)

Zie Mattheüs 6:12

Mattheüs 6:12 En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven.

Zie Lukas 11:4

Lukas 11:4 En vergeef ons onze zonden, want ook wij vergeven aan iedereen die ons iets schuldig is. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.

Zie Openbaring 2:5

Openbaring 2:5 Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert.

Zie Openbaring 2:16

Openbaring 2:16 Bekeer u. En zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal Ik tegen hen oorlog voeren met het zwaard van Mijn mond.

Zie Openbaring 3:3

Openbaring 3:3 Bedenk dan hoe u het hebt ontvangen en gehoord, en houd het vast en bekeer u. Als u dan niet waakzaam bent, zal Ik bij u komen als een dief en u zult beslist niet weten op welk uur Ik bij u zal komen.

Zie Openbaring 3:19

Openbaring 3:19 Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u.

Zie Efeze 4:32

Efeze 4:32 maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.

Uit alle bovenstaande teksten kunnen we duidelijk zien dat zonde bestaat en dat God ons roept om onze zonden te belijden en ons te bekeren. Merk op dat de verzen uit het boek Openbaring en uit de brief aan de Efeziërs zijn geschreven aan de vroege kerken, aan christenen. Ook al zijn al onze zonden vergeven door het eenmalige offer van Jezus, we moeten voortdurend onze zonden erkennen en ons ervan bekeren en onze (verkeerde) manier van leven veranderen, groeien en meer op Christus gaan lijken.

Als we zeggen dat we niet gezondigd hebben, gaan we tegen Zijn Woord in en daarom zeggen we dat Zijn Woord niet waar is, of met andere woorden: we zeggen dat God een leugenaar is. Als we dit zouden doen, zouden we Hem lasteren.

Samenvatting

Johannes waarschuwt ons dat er valse leraren en antichristussen in de wereld zijn en dat zij zullen proberen ons te misleiden met valse leringen voordat de Antichrist verschijnt en zal beweren dat hij de Messias is.

Het is belangrijk voor ons om de Ware Christus te kennen, dan zullen we (de geest van) antichristussen kunnen identificeren. Het enige dat het christendom onderscheidt van andere religies is wat wij over Jezus geloven. Christenen geloven dat Jezus God is, dat Hij zondeloos was, dat er helemaal geen duisternis in Hem werd gevonden en dat Hij in onze plaats stierf als een zoenoffer voor al onze zonden.

Door Jezus zijn we vergeven van al onze zonden, maar om als christenen te groeien en meer op Christus te gaan lijken, moeten we onze zonden erkennen, om vergeving vragen en Hem vragen ons te helpen onze wegen gewillig te veranderen.