In deze Bijbelstudie ontdekken we welke gaven God ons heeft gegeven en hoe we deze op een Bijbelse manier kunnen gebruiken om elkaar te dienen en God te verheerlijken, terwijl we valkuilen van verkeerd gebruik vermijden. Laten we samen leren en actief deelnemen aan Gods plan voor Zijn kerk.

Downloads:

Inleiding

In de drukte van het dagelijks leven kunnen we soms vergeten dat we elk een speciale roeping en toewijzing hebben ontvangen. Maar de Bijbel herinnert ons eraan dat geen enkel lid van het lichaam van Christus zonder betekenis is. Ieder van ons heeft een rol te vervullen, en dat gebeurt door de gaven die God ons heeft toevertrouwd.

In deze tweedelige Bijbelstudie gaan we samen ontdekken welke prachtige gaven God aan ieder van ons heeft gegeven, en hoe we deze gaven kunnen inzetten om elkaar te dienen en God te verheerlijken.

Misschien vraag je je af: “Welke gaven heb ik eigenlijk?” of “Hoe kan ik mijn gaven op een manier gebruiken die echt een verschil maakt?” Deze studie is ontworpen om precies die vragen te beantwoorden. We zullen eerst samen ontdekken welke gaven de Bijbel noemt en wat het doel van de gaven zijn. In de tweede studie gaan we dieper in op hoe we deze gaven kunnen ontdekken en binnen de kerk kunnen toepassen.

Wat als we allemaal onze gaven zouden ontdekken en gebruiken op een manier die Gods Koninkrijk zichtbaar maakt? Wat als jouw gave precies is wat iemand anders nodig heeft om Gods liefde en genade te ervaren? Laten we samen deze reis aangaan, met een open hart en een verlangen om niet alleen te leren, maar ook om actief deel te nemen in het grootse plan dat God voor ons en voor Zijn kerk heeft.

Deel I: De geestelijke gaven ontdekken

1) Is een geestelijke genadegave hetzelfde als een natuurlijk talent?

📖 Lees de volgende verzen

1 Korintiërs 12:4–6 (HSV)
Er is verscheidenheid van genadegaven, maar het is dezelfde Geest. Er is verscheidenheid van bedieningen, en het is dezelfde Heere. Er is verscheidenheid van werkingen, maar het is dezelfde God, Die alles in allen werkt.

Exodus 31:2–5 (HSV)
Zie, Ik heb Bezaleël, de zoon van Uri, de zoon van Hur, uit de stam Juda, bij zijn naam geroepen. Ik heb hem vervuld met de Geest van God, met wijsheid, inzicht, kennis en allerlei vakmanschap, om ontwerpen te bedenken en om die uit te voeren in goud, zilver en koper; en om edelstenen te bewerken en in te zetten, en om hout te bewerken, dus om allerlei werk te verrichten.

Toon antwoord/commentaar

Nee. Het woord genadegave is in de Grieks grondtekst charisma, dat letterlijke genade betekent. Deze gaven ontvang je uit genade vanaf het moment dat je bent wedergeboren met de Heilige Geest. Je natuurlijke talenten ben je mee geboren of heb je gaandeweg op een natuurlijke wijze aangeleerd. Ook God kan hierin bepalend zijn geweest zoals hij bij Bezaleël gedaan heeft. De genadegaven zijn echter een nieuwe gave die je daarvoor niet hebt gehad.

Discussie

  • Hoe ervaar je de werking van de Geest in jouw leven?
  • Heb jij veranderingen gemerkt in karakter en vaardigheden in je leven nadat je gelovig geworden bent?

2) Wat is het doel van de geestelijke genadegaven?

📖 Lees de volgende verzen

Romeinen 12:3–5 (HSV)
Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik ieder onder u niet hoger te denken dan hij moet denken, maar laat hij denken in bescheidenheid, naar de mate van geloof zoals God die aan ieder heeft toebedeeld. Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben en de leden niet alle dezelfde functie hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar.

1 Korintiërs 12:4–7 (HSV)
Er is verscheidenheid van genadegaven, maar het is dezelfde Geest. Er is verscheidenheid van bedieningen, en het is dezelfde Heere. Er is verscheidenheid van werkingen, maar het is dezelfde God, Die alles in allen werkt. Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander.

1 Petrus 4:10–11 (HSV)
10 Laat ieder de anderen dienen met de genadegave zoals hij die ontvangen heeft, als goede beheerders van de veelsoortige genade van God. 11 Als iemand spreekt, dan als iemand die de woorden van God spreekt; als iemand dient, dan als iemand die dient uit kracht die God schenkt; zodat God in alles verheerlijkt wordt door Jezus Christus. Hem komt de heerlijkheid en de kracht toe, tot in alle eeuwigheid. Amen.

Efeziërs 4:11–13 (HSV)

11 En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, 12 om de heiligen toe te rusten, tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, 13 totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus,

Toon het antwoord

In Romeinen 12:1-8 kunnen we lezen dat God ons wil veranderen zodat wij ons leven geheel kunnen inzetten voor Zijn plannen. God doet dit door de Heilige Geest die in ons woont en ons van binnenuit veranderd, mede door de genadegaven. Wij worden meer en meer een nieuw persoon met nieuwe door de Geest gegeven vaardigheden. We krijgen nieuwe begeertes (een nieuw hart) waardoor we ons meer en meer gaan inzetten voor Gods Koninkrijk.

In 1 Korintiërs 12:4-7 staat dat deze gaven ons worden gegeven om nuttig te zijn voor anderen. 1 Petrus 4:10-11 verwoordt het als “om anderen te dienen”. Daarnaast spoort Petrus ons ook aan om als goede beheerders met onze gaven om te gaan. Dat wil zeggen dat wij bewust moeten zijn van onze geestelijke gaven en deze ook moeten inzetten voor God.

Ten slotte schrijft Paulus in Efeziërs 4:11-13 dat de Heilige Geest ons door de gaven uitrust om ons dienstbaar te maken tot opbouw van het lichaam van Christus (de gemeente).

Discussie

  • Wat zijn mogelijke gevaren als deze focus verloren gaat?
  • Hoe kan het doel van de gaven helpen om de focus te behouden op het dienen van anderen?

3) Welke gaven van de Geest benoemt de Bijbel?

📖 Lees de volgende verzen

1 Korintiërs 12:8–10 (HSV)
Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest; en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest; 10 en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen.

Romeinen 12:6–8 (HSV)
En nu hebben wij genadegaven, onderscheiden naar de genade die ons is gegeven: hetzij profetie, naar de mate van het geloof; hetzij dienstbetoon, in het dienen; hetzij wie onderwijst, in het onderwijzen; hetzij wie bemoedigt, in het bemoedigen; wie uitdeelt, in oprechtheid; wie leiding geeft, met inzet; wie zich over anderen ontfermt, met blijmoedigheid.

Efeziërs 4:11 (HSV)
11 En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars,

Toon antwoord/commentaar

Bijbelverwijzing         Geestelijke Gaven

1 Korintiërs 12:8         Wijsheid, Kennis

1 Korintiërs 12:9         Geloof, Genezing

1 Korintiërs 12:10       Krachtige werken, Profetie, Onderscheiding van geesten, Tongen, Uitleg van tongen

Romeinen 12:6           Profetie

Romeinen 12:7           Dienstbaarheid, Onderwijs

Romeinen 12:8           Bemoediging (vermaning), Uitdeling, Leiding geven (bestuur), Barmhartigheid

1 Korintiërs 12:28      Apostelschap, Profetie

Efeziërs 4:11               Apostelschap, Profetie, Evangelieverkondiging, Herderlijk zorg (pastoraat), Leraar

Discussie

  • Zijn dit denk je alle gaven die er zijn?
  • Waarom denk je dat er zoveel verschillende gaven zijn?

4) De geestelijke gaven van kennis, wijsheid en het onderscheiden van geesten hebben allen te maken met het denken. Kun je een Bijbels voorbeeld van deze gaven bedenken? Met welk doel worden de gaven hier ingezet?

Toon antwoord/commentaar

Voorbeeld: De gave van kennis en wijsheid van Stefanus.

Handelingen 6:8–10 (HSV)

En Stefanus, vol geloof en kracht, deed wonderen en grote tekenen onder het volk. En enigen van hen die behoorden tot de zogenoemde synagoge van de Libertijnen, van de Cyreneeërs, en van de Alexandrijnen en van hen die uit Cilicië en Asia afkomstig waren, stonden op en redetwistten met Stefanus. 10 Zij waren echter niet in staat de wijsheid en de Geest, door Wie hij sprak, te weerstaan.

Stefanus kon door de bovennatuurlijke gave van wijsheid inzien en uitspreken dat de Joodse leiders door de hele Bijbelse geschiedenis heen hun eigen profeten vervolgd hebben en afgoden hebben gediend en dat zij daar op dat moment nog steeds mee bezig zijn. Zij konden hem inhoudelijk helemaal niets weerleggen maar vervolgden Stefanus vanuit een grote woede. Dit bevestigde de woorden van Stefanus.

De gave van wijsheid uitte zich hier door het overbrengen van Bijbelse inzichten om iets duidelijk te maken. Het inzicht was het patroon van ongelovige Joodse leiders door de Bijbel heen en de boodschap die hiermee werd overgebracht is dat de leiders uit de tijd van de apostelen ook aan dat patroon van ongeloof voldeden.

Voorbeeld: Paulus’ gave van het onderscheiden van geesten

Handelingen 16:16–18 (HSV)

16 En het gebeurde toen wij naar de plaats van het gebed gingen, dat een zekere slavin die een waarzeggende geest had, ons tegemoetkwam. Zij verschafte haar meesters veel inkomsten met waarzeggen. 17 Zij liep achter Paulus en ons aan en riep voortdurend: Deze mensen zijn dienstknechten van God, de Allerhoogste, die ons een weg naar de zaligheid verkondigen. 18 En dat deed zij vele dagen lang. Maar Paulus, die zich daaraan ergerde, keerde zich om en zei tegen de geest: Ik gebied u in de Naam van Jezus Christus uit haar weg te gaan! En hij ging op hetzelfde moment uit haar weg.

Het kan zonder gave van onderscheiden van geesten bijzonder lastig om valse of kwade geesten te onderscheiden van goede. Dit komt doordat ook kwade geesten waarheid kunnen verkondigen (als dat hun goed uitkomt). De satan kleedt zich immers als een engel van het licht.

We zien in dit voorbeeld dat de waarzeggende geest in de vrouw wel waarheid verkondigd. Paulus onderscheid door de gave dat zij de ware woorden niet spreekt met goede intenties maar vanuit kwade.

In het Nieuwe Testament worden er talloze waarschuwingen gegeven over wolven in schaapskleren. Valse gelovigen die zelfs in de Naam van Jezus wonderen doen en spreken terwijl het komt vanuit kwade geesten en valse motieven (Matt. 7:21-23). De gave van het onderscheiden van geesten is ontzettend nodig om de kwade invloeden te kunnen herkennen en deze buiten de gemeente te houden, juist omdat ze aan de buitenkant kunnen lijken op ware Christenen.

5) De geestelijke gaven van onderwijzen, vermanen, bemoedigen en evangeliseren hebben vooral te maken met het spreken. Kun je een Bijbels voorbeeld van deze gaven bedenken? Met welk doel worden de gaven hier ingezet?

Toon antwoord/commentaar

Voorbeeld: De gave van onderwijs van Apollos, Aquilla en Priscilla

Handelingen 18:24–28 (HSV)

24 En een zekere Jood, van wie de naam Apollos was, een Alexandriër van afkomst, een welsprekend man, die kundig was op het gebied van de Schriften, kwam in Efeze aan. 25 Deze was in de weg van de Heere onderwezen en, omdat hij vurig van geest was, sprak en onderwees hij nauwkeurig de zaken van de Heere, maar hij wist alleen van de doop van Johannes. 26 En hij begon vrijmoedig te spreken in de synagoge. En toen Aquila en Priscilla hem gehoord hadden, namen zij hem apart en legden hem de weg van God nauwkeuriger uit. 27 En toen hij naar Achaje wilde reizen, bemoedigden de broeders hem en schreven aan de discipelen dat zij hem moesten ontvangen. En toen hij daar gekomen was, bood hij veel hulp aan hen die door de genade geloofden; 28 want hij bestreed de Joden krachtig in het openbaar door uit de Schriften te bewijzen dat Jezus de Christus is.

Apollos wordt omschreven als iemand die zeer kundig was met de Schriften. Wat hem onderscheidde van normale talenten die een goed onderwijzer maakt is dat hij ook vurig van Geest, vrijmoedig en krachtig was door de Heilige Geest. Zo onderwees hij de mensen om de (Oude Testamentische) Schriften op de juiste manier te interpreteren: dat Jezus de Christus is.

6) De geestelijke gaven van dienen, geven, ontfermen en leiding geven hebben vooral te maken met het doen. Kun je een Bijbels voorbeeld van deze gaven bedenken? Met welk doel worden de gaven hier ingezet?

Toon antwoord/commentaar

Voorbeeld: De gave van het geven van Joses (Barnabas)

Handelingen 4:32–37 (HSV)

32 En de menigte van hen die geloofden, was een van hart en een van ziel; en niemand zei dat iets van wat hij bezat, van hemzelf was, maar alles hadden zij gemeenschappelijk. 33 En de apostelen legden met grote kracht getuigenis af van de opstanding van de Heere Jezus; en er was grote genade over hen allen. 34 Want er was ook niemand onder hen die gebrek leed; want allen die landerijen of huizen bezaten, verkochten die en brachten de opbrengst van het verkochte en legden die aan de voeten van de apostelen. 35 En aan ieder werd uitgedeeld naar dat men nodig had. 36 En Joses, die door de apostelen ook Barnabas genoemd werd (wat vertaald betekent: een zoon van vertroosting), een Leviet, afkomstig uit Cyprus, 37 had een akker, verkocht die en bracht het geld en legde het aan de voeten van de apostelen.

Veel vroege Christenen ontvingen de gave van het geven en droegen veel van hun bezittingen af aan de gemeente. Het gevolg was dat de gemeente veel bezat waardoor niemand tekort kwam. De gemeente uit die tijd was eensgezind en volledig gemeenschappelijk. Als gevolg hiervan konden de apostelen zich volledig richten op het met grote kracht afleggen van hun getuigenis van Jezus Christus. Door de gave van geven kan de gemeente zich optimaal inzetten zonder zorgen over de middelen die daarvoor nodig zijn.

Voorbeeld: De gave van de ontferming van Tabitha (Dorkas)

Handelingen 9:36–39 (HSV)

36 En er was in Joppe een zekere discipelin van wie de naam Tabitha was, wat vertaald Dorkas betekent. Deze was overvloedig in goede werken, en in liefdegaven die zij schonk. 37 En het gebeurde in die dagen dat zij ziek werd en stierf; en toen men haar gewassen had, legde men haar in de bovenzaal. … 39 En Petrus stond op en ging met hen mee; en toen hij daar gekomen was, brachten zij hem in de bovenzaal. En alle weduwen stonden bij hem, terwijl zij huilden en de onder- en bovenkleding toonden die Dorkas gemaakt had toen zij nog bij hen was.

De gave van ontferming, of van liefdegaven zoals het hier wordt omschreven, is een zeer krachtige gave van de Geest. Je ziet wat een gemis de dood van Tabitha was voor alle mensen die haar kenden, vanwege haar liefdegaven en ontferming. Zij gaf alles wat zij had aan anderen: liefde en kleding maken. Deze gave van omzien naar elkaar houdt de onderlinge banden sterk en is zeer belangrijk in het lichaam van Christus.

7) De genadegaven van genezingen, werkingen van krachten, profetie en in tongen spreken/uitleggen zijn wondertekenen. Kun je een Bijbels voorbeeld van deze gaven bedenken? Met welk doel worden de gaven hier ingezet?

Toon antwoord/commentaar

Voorbeeld: De gave van profetie van Agabus

Handelingen 11:27–30 (HSV)
27 En in die dagen kwamen enkele profeten vanuit Jeruzalem naar Antiochië. 28 En een van hen, van wie de naam Agabus was, stond op en gaf door de Geest te kennen dat er een grote hongersnood zou zijn over heel de wereld, die ook gekomen is onder keizer Claudius. 29 En de discipelen besloten, ieder naar vermogen, iets te sturen ten dienste van de broeders die in Judea woonden, 30 en dat deden zij ook. En zij stuurden het naar de ouderlingen door de hand van Barnabas en Saulus.

In dit geval zien we dat Agabus de gave van profetie heeft ontvangen om hiermee de gemeente te waarschuwen voor een toekomstige hongersnood. De gemeente kon zich met deze kennis voorbereiden door middelen op te sparen en naar broeders in Judea te sturen.

Er zijn in de Bijbel vele profetieën beschreven over toekomstige gebeurtenissen. In alle gevallen wil God Zijn dienstknechten laten weten wat er komen in de toekomst zodat wij ons kunnen voorbereiden en niet overvallen worden (Matt. 24:25, 1 Joh, 16:13, Op. 1:1).

Naast de toekomst te voorzeggen zien we ook dat profetie op andere manieren kan. In 1 Kor. 14 zegt Paulus dat profetie vermaand en bemoedigd en zo de gemeente opbouwt. In Openbaring 19:10 schrijft Johannes dat getuigen van Jezus de Geest van de profetie is. Sommige mensen denken dat profetie inhoudt om de woorden van God over te brengen, dit hoeft dus niet per se toekomstvoorspelling te zijn.

Voorbeeld: De gave van genezing door Paulus

Handelingen 14:8–11 (HSV)
En er zat in Lystre een man die geen macht had over zijn voeten: hij was kreupel van de moederschoot af en had nooit kunnen lopen. Deze hoorde Paulus spreken. Die keek hem doordringend aan en toen hij zag dat hij geloof had om gezond te worden, 10 zei hij met luide stem: Sta recht op uw voeten! En hij sprong op en liep rond. 11 En de menigten, die zagen wat Paulus gedaan had, verhieven hun stem en zeiden in het Lycaonisch: De goden zijn aan mensen gelijk geworden en naar ons afgedaald.

Bij bijna alle gevallen van genezingen zien we dat mensen God prijzen na het zien van de genezing. Dat komt natuurlijk omdat het op geen enkele andere wijze mogelijk is dat iemand spontaan geneest, zeker niet als dat gebeurt na het uitspreken van de Naam van Jezus. Dit is een getuigenis aan de omstanders dat de ware God aan het werk is door de gelovigen die de genezingen uitvoeren.

Is het Gods doel om alle mensen gezond te maken? Nee, hoewel dat natuurlijk soms wel gebeurt. Sterker nog, soms is er juist ziekte om Gods grootsheid te demonstreren.

Johannes 9:2–3 (HSV)
En Zijn discipelen vroegen Hem: Rabbi, wie heeft er gezondigd, hij of zijn ouders, dat hij blind geboren zou worden? Jezus antwoordde: Hij heeft niet gezondigd en zijn ouders ook niet, maar dit is gebeurd, opdat de werken van God in hem geopenbaard zouden worden.

Het doel is altijd ten eerste om de ziel van de mensen gezond te maken door het kenbaar maken van het Evangelie van Jezus Christus. Door de bovennatuurlijk genezing laat God zien dat Hij de ziel van de mensen kan genezen. Dit is de ware genezing die wij moeten nastreven voor alle mensen:

1 Petrus 2:24–25 (HSV)
24 Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout, opdat wij, voor de zonden dood, voor de gerechtigheid zouden leven. Door Zijn striemen bent u genezen. 25 Want u was als dwalende schapen; maar u bent nu bekeerd tot de Herder en Opziener van uw zielen.

Dit wil niet zeggen dat er geen bovennatuurlijke genezing meer mogelijk is. Zie wat Jakobus zegt over zieke Christenen:

Jakobus 5:14 (HSV)
14 Is iemand onder u ziek? Laat hij dan de ouderlingen van de gemeente bij zich roepen en laten die voor hem bidden en hem met olie zalven in de Naam van de Heere.

Voorbeeld: De gave van krachten van Paulus bij Elymas

Handelingen 13:6–12 (HSV)
En toen zij het eiland doorgegaan waren tot Pafos toe, troffen zij een zekere tovenaar aan, een valse profeet, een Jood van wie de naam Barjezus was. Hij hoorde bij de stadhouder Sergius Paulus, een verstandig man. Die riep Barnabas en Saulus bij zich en verlangde ernaar het Woord van God te horen. Maar Elymas, de tovenaar (want zo wordt zijn naam vertaald), ging tegen hen in en probeerde de stadhouder van het geloof af te houden. Maar Saulus (die ook Paulus genoemd wordt), vervuld met de Heilige Geest, keek hem doordringend aan, en zei: 10 O duivelskind, vol van alle bedrog en van alle sluwheid, vijand van alle gerechtigheid, zult u er niet mee ophouden de rechte wegen van de Heere te verdraaien? 11 En nu, zie, de hand van de Heere is tegen u en u zult blind zijn en de zon voor een tijd niet zien. En onmiddellijk viel er donkerheid en duisternis op hem, en rondlopend zocht hij naar mensen om hem bij de hand te leiden. 12 Toen de stadhouder zag wat er gebeurd was, geloofde hij, versteld over de leer van de Heere.

Paulus, die zelf ook verblind is geweest, spreekt deze kracht uit over Elymas en het gebeurde. Dit deed hij niet uit eigen kracht, er staat dat hij vervuld was van de Heilige Geest. Het was God die dit deed door Paulus heen. Het resultaat was dat het kwaad geen macht meer had over de stadhouder en hij door deze bovennatuurlijke kracht, die groter was dan de kracht van de tovenaar Elymas, tot het geloof kwam.

We zien soortgelijke bovennatuurlijke krachten vooral als er getwist wordt tussen afgoden en de ware God. Denk aan het vuur uit de hemel door Elia bij de valse profeten van Baäl (1 Kon. 18:20-40), de tien plagen in Egypte en Jannes en Jambres, de tovenaars (Ex. 7-12) en bijvoorbeeld de Ark van het Verbond in de tempel van de afgod Dagon, waarbij het afgodsbeeld telkens omvalt en kapot gaat (1 Sam. 5:1-5).

Voorbeeld: De gave van tongen door de apostelen

Handelingen 2:1–11 (HSV)
2 En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind bijeen. En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij zaten. En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken. Nu woonden er Joden in Jeruzalem, godvrezende mannen uit alle volken die er onder de hemel zijn. Toen dan dit geluid klonk, kwam de menigte samen en raakte in verwarring, want ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. En zij waren allen buiten zichzelf en verwonderden zich, en zij zeiden tegen elkaar: Zie, zijn het niet allen Galileeërs die daar spreken? En hoe kunnen wij hen dan horen, eenieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn? Parthen, Meden en Elamieten en zij die inwoners zijn van Mesopotamië, Judea, Kappadocië, Pontus en Asia, 10 Frygië, Pamfylië, Egypte, en de streken van Libië, dat bij Cyrene ligt, alsook de nu hier verblijvende Romeinen, zowel Joden als proselieten, 11 Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze taal over de grote werken van God spreken.

Het woord tongen in de Bijbel is het Griekse woord glossa (letterlijk tong) maar betekent “spraakorgaan/tong” of “manier van spreken” of “taal”. Hier bij het uitstorten van de Heilige Geest zien de mensen meerdere tongen van vuur (glossa, tongen) waarna de apostelen met andere tongen (glossa, talen) begonnen te spreken. We weten dat het hier normale begrijpbare talen waren omdat de omstanders de apostelen hoorden prediken in hun eigen (buitenlandse) taal. Petrus legt in zijn hier opvolgende toespraak ook uit wat de apostelen zojuist in tongen hebben gesproken: de grootse daden van God.

Dit was niet een natuurlijk talent of kennis van een taal maar een bovennatuurlijke vaardigheid waarbij de Heilige Geest door de apostelen heen spreekt over de grootste daden van God in de talen van de omstanders. In 1 Kor. 14 spreekt Paulus ook over de gave van tongen. Hij legt de nadruk vooral op het nuttig zijn met deze gave: we moeten niet in andere talen spreken als niemand het kan uitleggen/vertalen. Het doel van tongen is om in andere talen te spreken over Jezus zodat je mensen kunt bereiken waarvan je normaliter de taal niet spreekt. Dat is ook wat we zien als de Heilige Geest wordt uitgestort over de apostelen.

Sommige mensen geloven ook dat je in tongen de taal van de engelen kunt spreken omdat Paulus zegt “al sprak ik de taal van de engelen” (1 Kor. 13:1) en “wie in een andere taal spreekt, spreekt geheimenissen tot God” (1 Kor. 14:2). Dit zie je heel veel in charismatische kerken. Andere mensen denken dat Paulus hier vooral retorisch spreekt over heidense gebruiken in die tijd waarbij in tempels in brabbeltaal werd gesproken. Hoe dan ook, als er geen uitlegger is van de onverstaanbare taal, hoort het niet thuis tijdens een openbare dienst omdat het op die manier niet de gemeente opbouwt.

8) Geloof jij dat de wonderbaarlijke gaven en tekenen vandaag de dag nog steeds actief zijn of geloof jij dat deze (geheel of gedeeltelijk) zijn gestopt kort na de apostelen?

Deel persoonlijke ervaringen en meningen.

Toon antwoord/commentaar

Vandaag de dag zijn er over de wonderbaarlijke gaven twee grote gedachtegangen binnen het Christendom. In Charismatische kringen (van charisma, genadegaven) spelen de genadegaven een grote rol in het dagelijks Christen zijn. Er wordt daar volop in tongen gesproken, demonen uitgedreven (soms ook uit Christenen) en over elkaar geprofeteerd. Iedereen kent ook vast wel de geneesdiensten. Zij geloven dat de Christenen van vandaag in dezelfde mate als de apostelen de genadegaven (kunnen) hebben. Het belangrijkste argument is dat er in de Bijbel niks wordt gezegd over het stoppen van de wondergaven. Deze gedachtegang over het continueren van de genadegaven wordt ook wel eens het continuationisme genoemd.

De andere gedachtegang wordt het cessationisme genoemd, het ophouden (cessate). Deze Christenen geloven wel dat God nog steeds wonderen doet maar niet meer in de mate van bij het ontstaan van de gemeente. Vaak hoor je dat alleen de apostelen het gezag hadden ontvangen om deze bovennatuurlijke wonderen te kunnen doen. Het doel van deze bovennatuurlijke tekenen is om de autoriteit en de gesproken woorden van de apostelen te bekrachtigen. Als je nieuwe openbaringen geeft dan kun je die alleen vertrouwen als God die op een bovennatuurlijke wijze bekrachtigt.

In de Bijbel zie je ook de grootste en meeste wonderen rondom de momenten dat God grote openbaringen doet: de Exodus, Elia, de komst van Jezus, de komst van de Heilige Geest en ook in de eindtijd (Openbaring). Cessationisten dragen vaak o.a. deze Bijbelverzen aan:

2 Korintiërs 12:12 (HSV)
12 De tekenen van een apostel zijn onder u verricht, in al mijn volharding, in tekenen, wonderen en krachten.

Hebreeën 2:3–4 (HSV)
hoe zullen wij dan ontvluchten, als wij zo’n grote zaligheid veronachtzamen, die in het begin door de Heere is verkondigd, en die aan ons is bevestigd door hen die Hem gehoord hebben. God heeft er bovendien mede getuigenis aan gegeven door tekenen, wonderen en allerlei krachten, en gaven van de Heilige Geest, overeenkomstig Zijn wil.

Of de wondertekenen nu wel of niet door zijn gegaan na de apostelen staat los van het gevaar om het klakkeloos aan te nemen. In de Bijbel wordt namelijk ernstig gewaarschuwd over valse profeten en valse tekenen en wonderen, in het bijzonder in de eindtijd (2 Tess. 2:9-10). Laten we wonderen en tekenen dus altijd toetsen met Bijbelse voorwaarden. Een persoon waarvan de profetie niet uitkomt is een valse profeet (Deut. 18:20-22, Matt. 7:15-20). In tongentaal spreken hoort alleen als het nuttig is en als het door iemand anders wordt uitgelegd/vertaald (1 Kor. 14:5). In het algemeen worden we opgeroepen woorden te toetsen aan de Bijbel (1 Joh. 4:1) en mensen te toetsen aan hun levenswandel (Matt. 7:17-20).

Deel II: Goede beheerders van de genadegaven

1) Wat betekent het om een goede rentmeester te zijn van de geestelijke gaven die God ons heeft gegeven?

📖 Lees de volgende verzen

1 Petrus 4:10 (HSV)
10 Laat ieder de anderen dienen met de genadegave zoals hij die ontvangen heeft, als goede beheerders van de veelsoortige genade van God.

1 Korintiërs 4:1–2 (HSV)
1 Laat ieder mens ons zó beschouwen, namelijk als dienaren van Christus en beheerders van de geheimenissen van God. En verder wordt van de beheerders verlangd dat zij betrouwbaar blijken te zijn.

Lucas 12:42–44 (HSV)
42 En de Heere zei: Wie is dan de trouwe en verstandige rentmeester, die de heer over zijn huisbedienden zal aanstellen om aan hen op de juiste tijd het voedsel te geven dat hun toekomt? 43 Zalig de slaaf die door zijn heer bij zijn komst zo handelend aangetroffen zal worden. 44 Werkelijk, Ik zeg u dat hij hem over al zijn bezittingen zal aanstellen.

Toon antwoord/commentaar

Er zijn vele voorbeelden en gelijkenissen gegeven door Jezus waarbij wij, als gelovigen, worden vergeleken met een dienaar, slaaf of rentmeester. Denk bijvoorbeeld aan de gelijkenis van de maagden en de talenten (Matt. 25:1-30), de trouwe en ontrouwe dienaar (Luc. 12:42-48) en de onnutte dienaar (Luc. 17:7-10). Er is in die gelijkenissen een eigenaar die op reis gaat en het beheer over zijn eigendommen aan zijn dienaars overlaat. Als hij terugkomt, hoe is het dan gesteld met zijn eigendom? Er zijn goede en slechte dienaars geweest die worden beloond of gestraft naar hun inzet. Ook de apostelen maken gebruik van dit beeld van rentmeesterschap door de gelovigen aan te sporen om zich in te zetten voor het Koninkrijk van God, in plaats van de materiële zaken en aardse begeertes.

Het rentmeesterschap wil absoluut niet zeggen dat je redding afhankelijk is van je inzet. Het heeft te maken met wat iemand doet na het ontvangen van het Evangelie. Als iemand helemaal niets doet met de roeping door het Evangelie dan is zo iemand als diegene die zijn talent in de grond stopt. Als iemand zich wel bekeert dan zal diegene wel wat doen met zijn of haar roeping naar de mate van geloof (talenten) dat diegene ontvangen heeft.

De apostelen sporen ons, de bekeerde gelovigen, aan om ons bewust te zijn van de roeping die wij hebben. Wij zijn weliswaar gered en veilig maar we worden daarnaast wel gevraagd om ijverig te zijn binnen het Koninkrijk van God. Nogmaals, onze redding is door het geloof alleen, maar onze beloning is wél afhankelijk van onze inzet.

Discussie

  • Hoe kunnen we actief en bewust werken aan het vervullen van onze roeping, zonder te vervallen in wetticisme (zelfrechtvaardiging)?
  • Ben je tijdens het dagelijkse leven bewust van deze roeping?
  • Wat kunnen we doen om ons bewust te blijven van deze mooie opdracht die ons is toevertrouwd?

2) Waarom is het zo belangrijk dat we allemaal actief onze gaven inzetten?

📖 Lees de volgende verzen

1 Korintiërs 12:4–14 (NBV)
4 Er zijn verschillende gaven, maar er is één Geest; 5 er zijn verschillende dienende taken, maar er is één Heer; 6 er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar het is één God die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt. 7 In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente. 8 Aan de een wordt door de Geest het verkondigen van wijsheid geschonken, aan de ander door diezelfde Geest het overdragen van kennis; 9 de een ontvangt van de Geest een groot geloof, de ander de gave om te genezen. 10 En weer anderen de kracht om wonderen te verrichten, om te profeteren, om te onderscheiden wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is, om in klanktaal te spreken of om uit te leggen wat daar de betekenis van is. 11 Al deze gaven worden geschonken door een en dezelfde Geest, die ze aan iedereen afzonderlijk toebedeelt zoals hij wil. 12 Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen samen één lichaam. Zo is het ook met het lichaam van Christus. 13 Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen van één Geest doordrenkt, of we nu Joden of Grieken zijn, of we nu slaven of vrije mensen zijn. 14 Immers, een lichaam bestaat niet uit één deel, maar uit vele.

Toon antwoord/commentaar

In 1 Korintiërs 12:11 schrijft Paulus dat de Heilige Geest de gaven uitdeelt zoals Hij dat wil. In Romeinen 12 en Efeziërs 4 schrijft Paulus hoe de Heilige Geest die verdeling maakt door de gemeente te vergelijken met een lichaam. Een lichaam bestaat uit allerlei lichaamsdelen en organen die afzonderlijke dingen doen maar wel samen één groot geheel vormen. De delen zijn anders maar ze kunnen niet op zichzelf of los van elkaar leven, ze hebben elkaar nodig en zijn aan elkaar verbonden. Als er ook maar iets ontbreek of niet gezond is, heeft het hele lichaam daar last van.

Zo is het ook met de gemeente. God geeft iedereen een andere plaats in de gemeente waardoor het een samenhangend en gezond geheel wordt. Dit geldt voor de gehele Gemeente van God, maar ook voor iedere lokale gemeente. Een gezond lichaam kan zich wapenen tegen ziektes en verwondingen. Een gezond lichaam kan zich met volle energie en overgave inzetten.

De gemeente is dus niet een instituut of organisatie wat door mensen wordt opgebouwd maar het is een samenhangend geheel van mensen die door God zijn samengebracht. Iedereen is voorzien van alle benodigde geestelijke vaardigheden om de gemeente gezond te houden en op te bouwen. Christus is het Hoofd van dit lichaam, Hij bestuurt alles.

Discussievragen

  • Zijn er ook uitdagingen bij deze onderlinge verschillen?
  • Hoe ervaar jij de diversiteit van gaven in je eigen kerk?
  • Wat zijn de voordelen van deze diversiteit?

3) Hoe kunnen we onze gaven ontdekken door onze betrokkenheid in de kerk en gemeenschap?

📖 Lees de volgende verzen

Romeinen 12:4–8 (HSV)
Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben en de leden niet alle dezelfde functie hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar. En nu hebben wij genadegaven, onderscheiden naar de genade die ons is gegeven: hetzij profetie, naar de mate van het geloof; hetzij dienstbetoon, in het dienen; hetzij wie onderwijst, in het onderwijzen; hetzij wie bemoedigt, in het bemoedigen; wie uitdeelt, in oprechtheid; wie leiding geeft, met inzet; wie zich over anderen ontfermt, met blijmoedigheid.

Toon antwoord/commentaar

Paulus schrijft dat álle gelovigen gaven van bedieningen hebben ontvangen. Iedereen heeft een unieke samenstelling van gaven die gebruikt kan worden om dienstbaar te zijn naar God en in je omgeving. Niet iedereen hoeft te prediken of te evangeliseren op straat om een ‘echte’ Christen te zijn. Dit zijn roepingen en talenten die God aan sommige Christenen geeft. Aan anderen geeft Hij andere dienende gaven en roepingen zoals bijvoorbeeld bemoedigen of vrijgevig zijn. Dit zijn gaven en roepingen die minder opvallen (bij mensen) maar niet minder belangrijk zijn.

Vaak weten we zelf al wel waar we goed in zijn, al is dat onbewust. Dit zijn namelijk vaak de dingen die we al aan het doen zijn, die we gedaan hebben of heel graag zouden willen doen. Deze begeerte van waaruit wij die dingen graag doen komt voort uit de Heilige Geest.

Soms krijgen we ook van anderen complimenten of aansporingen iets te gaan doen waar we goed in zijn of wat goed bij ons past. Ook dit kan een goede indicatie zijn van onze geestelijke gaven.

Discussie

  • Zie jij gaven bij anderen waarvan ze zich misschien niet bewust van zijn?
  • Heb jij wel eens een rol op je genomen in de gemeente?
  • Welke gaven denk jij dat je hebt, als je kijkt naar jouw betrokkenheid in de gemeente of je omgeving?

4) Wat voor rol speelt het gebed in het ontvangen en gebruiken van onze gaven?

📖 Lees de volgende verzen

Jakobus 1:5–6 (HSV)
En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden. Maar laat hij er in geloof om vragen en daarbij niet twijfelen. Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt.

1 Korintiërs 14:1, 13 (HSV)
1 Jaag de liefde na en streef naar de geestelijke gaven, en vooral daarnaar dat u mag profeteren. …13 Daarom, laat hij die in een andere taal spreekt, bidden dat hij het mag uitleggen.

Toon antwoord/commentaar

Via het gebed maken wij bij God kenbaar dat wij een verlangen hebben voor een bepaalde gave. Dit verlangen zou ook heel goed door de Heilige Geest in ons hart gegeven kunnen zijn. We hoeven dus niet bang te zijn om vrijmoedig om gaven te bidden als we die verlangen omwille van onze dienstbaarheid. Onze hemelse Vader luistert naar onze gebeden en geeft overvloedig (Rom. 12:3).

Salomo vroeg God ook in het gebed om de gave van wijsheid. Niet voor eigen gewin maar om zijn bediening beter te kunnen beoefenen.

1 Koningen 3:9–12 (HSV)
Geef dan Uw dienaar een opmerkzaam hart, om recht te kunnen spreken over Uw volk, om met inzicht onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad, want wie zou over dit machtige volk van U kunnen rechtspreken? 10 Het was goed in de ogen van de Heere, dat Salomo dit gevraagd had. 11 God zei tegen hem: Omdat u hierom gevraagd hebt, en niet gevraagd hebt om een lang leven voor uzelf; omdat u niet om rijkdom voor uzelf hebt gevraagd en niet om de dood van uw vijanden hebt gevraagd, maar om inzicht hebt gevraagd voor uzelf om naar rechtszaken te kunnen luisteren, 12 zie, daarom doe Ik overeenkomstig uw woorden: zie, Ik geef u een wijs en verstandig hart, zodat uws gelijke er vóór u niet geweest is, en uws gelijke na u niet zal opstaan.

Elia vroeg God om een gave van een wonderteken, ook hij deed dat niet lukraak, hij vroeg om een wonderteken om te bewijzen dat God de enige ware God van Israël was, en niet de afgod Baäl. In die tijd waren er bijna geen gelovigen meer over (7000) en was Israël verwikkeld in een hevige geestelijke strijd.

1 Koningen 18:36–39 (HSV)
36 En het gebeurde, toen men het graanoffer bracht, dat de profeet Elia naar voren kwam en zei: HEERE, God van Abraham, Izak en Israël, laat het heden bekend worden dat U God bent in Israël, en ik Uw dienaar, en dat ik al deze dingen overeenkomstig Uw woord heb gedaan. 37 Antwoord mij, HEERE, antwoord mij, zodat dit volk weet dat U, HEERE, de ware God bent, en dat U hun hart tot inkeer gebracht hebt. 38 Toen viel er vuur van de HEERE neer, verteerde het brandoffer, het hout, de stenen en het stof. Zelfs het water in de geul likte het op. 39 Toen heel het volk dat zag, wierpen zij zich met hun gezicht ter aarde en zeiden: De HEERE is God, de HEERE is God!

Discussie

  • Wat is de juiste houding in gebed wanneer we om geestelijke gaven vragen, en hoe kunnen we ons hart daarop afstemmen?
  • Heb jij wel eens gebeden om geestelijke gaven? Wat was het resultaat?
  • Wat betekent het om naar gaven te “streven” en hoe kunnen we dit op een praktische manier in ons dagelijks leven toepassen?

5) Hoe herkennen we of een bepaalde gave echt van de Heilige Geest komt en niet uit een andere bron?

📖 Lees de volgende verzen

1 Johannes 4:1–3 (HSV)
1 Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan.

2 Thessalonicenzen 2:8–9 (HSV)
En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst; hem, wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen,

Mattheüs 7:21–23 (HSV)
21 Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. 22 Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? 23 Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!

Toon antwoord/commentaar

In het Nieuwe Testament staan talloze waarschuwingen over (valse) gaven die niet van de Heilige Geest afkomstig zijn. We weten ook dat satan gelovigen probeert te misleiden door zich voor te doen als een goede engel (2 Korintiërs 11:14-15). Dit betekent dat zijn valse gaven en tekenen heel erg lijken op de echte! Het verschil zit in de intentie en het doel van deze valse gaven.

Er zijn een aantal manieren hoe we deze gaven kunnen toetsen:

De ware Geest belijdt altijd de ware Jezus Christus en spreekt ook nooit de Bijbel tegen

1 Johannes 4:2–6 (HSV)
Hieraan leert u de Geest van God kennen: elke geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is. Lieve kinderen, u bent uit God en u hebt hen overwonnen, want Hij Die in u is, is groter dan hij die in de wereld is. Zij zijn uit de wereld; daarom spreken zij uit de wereld, en de wereld luistert naar hen. Wij zijn uit God. Wie God kent, luistert naar ons; wie niet uit God is, luistert niet naar ons. Hieraan herkennen wij de geest van de waarheid en de geest van de dwaling.

De ware Geest is te herkennen door een liefdevolle levenswandel met goede vruchten

Mattheüs 7:15–23 (HSV)
15 Maar wees op uw hoede voor de valse profeten, die in schapenvacht naar u toe komen maar van binnen roofzuchtige wolven zijn. 16 Aan hun vruchten zult u hen herkennen. Men plukt toch geen druif van doornstruiken of vijgen van distels? 17 Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort en een slechte boom brengt slechte vruchten voort. 18 Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen en een slechte boom kan geen goede vruchten voortbrengen. 19 Iedere boom die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. 20 Zo zult u hen dus aan hun vruchten herkennen.

Als iemand gaven van de Geest lijkt te hebben of uit te oefenen en het gaat gepaard met on-Bijbelse leer of een zondige levensstijl die zich richt op natuurlijke begeertes, dan dienen wij erg voorzichtig te zijn.

Discussiepunten

Welke specifieke vruchten zou je verwachten te zien in het leven van iemand die echt door de Heilige Geest geleid wordt? Hoe kunnen we onderscheid maken tussen goede werken die voortkomen uit de Geest en die welke voortkomen uit zelfzuchtige motieven?

Hoe belangrijk is de christologie (het juiste beeld van Jezus) in het onderscheiden van de geestelijke gaven? Wat betekent het praktisch om een gave te “toetsen” aan de persoon en het werk van Christus?

6) Welke relatie bestaat er tussen geestelijke gaven en de vruchten van de Geest?

📖 Lees de volgende verzen

Jakobus 3:13–18 (HSV)
13 Wie is wijs en verstandig onder u? Laat hij uit zijn goede levenswandel zijn werken laten zien, in zachtmoedige wijsheid. 14 Wanneer u echter bittere afgunst en eigenbelang in uw hart hebt, beroem u dan niet en lieg niet tegen de waarheid. 15 Dat is niet de wijsheid die van boven komt, maar ze is aards, natuurlijk, duivels. 16 Want waar afgunst en eigenbelang is, daar heersen wanorde en allerlei kwade praktijken. 17 Maar de wijsheid die van boven is, is ten eerste rein, vervolgens vreedzaam, welwillend, voor rede vatbaar, vol barmhartigheid en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd. 18 En de vrucht van de gerechtigheid wordt in vrede gezaaid voor hen die vrede stichten.

Galaten 5:16–26 (HSV)
16 Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. 17 Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen. 18 Als u echter door de Geest geleid wordt, bent u niet onder de wet. 19 Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, 20 afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, 21 jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven. 22 De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. 23 Daartegen richt de wet zich niet. 24 Maar wie van Christus zijn, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. 25 Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen. 26 Laten wij geen mensen met eigendunk worden, elkaar niet uitdagen en benijden.

Toon antwoord/commentaar

Het gevaar van goede daden doen die niet uit de Geest komen, is dat ze vaak voortkomen uit eigen kracht, eigenbelang, of een verlangen naar erkenning, in plaats van uit een oprecht verlangen om God te dienen en anderen te zegenen. Goede daden die niet geworteld zijn in de Heilige Geest, kunnen leiden tot geestelijke vermoeidheid, frustratie en zelfs trots, omdat ze niet gevoed worden door de genade en kracht die alleen de Geest kan geven.

Zoals wel eens gezegd wordt, zijn de vruchten van de Geest uitingen van een karakter dat gevormd is door Gods Geest, en de gaven van de Geest zijn daden die voortvloeien uit dat karakter. Als onze daden niet voortkomen uit een door de Geest gevormd karakter, missen ze de ware kracht en zuiverheid die alleen de Geest kan geven.

We kunnen de oorsprong van onze gaven dus herkennen aan de uitingen van ons karakter die daarmee gepaard gaan. Als een genadegave gepaard gaat met vruchten van de Geest zoals liefde, zelfbeheersing of vrede, dan is dat een duidelijk signaal dat de gave voortkomt uit de Heilige Geest. Wanneer een genadegave gepaard gaat met natuurlijke karaktertrekken als boosheid of vijandigheid of een levensstijl van bijvoorbeeld overspel of dronkenschap dan moeten we goed oppassen of de oorsprong van onze daden en gaven wel uit de Heilige Geest voortkomen of uit onze eigen natuur, zelfs onbewust.

Discussie

  • Hoe kunnen we voorkomen dat we meer gefocust raken op onze gaven dan op het ontwikkelen van christelijke deugden zoals liefde, geduld en zachtmoedigheid?
  • Welke waarschuwingssignalen kunnen erop wijzen dat onze gaven niet langer geleid worden door de Geest maar door eigenbelang of trots?

7) Hoe kunnen we onze Geestelijke roeping bovenaan ons leven plaatsen zonder onze verantwoordelijkheden in ons privéleven te verwaarlozen?

Als gelovigen worden we vaak geconfronteerd met de vraag hoe we ons privéleven in balans kunnen houden met onze geestelijke roeping. We hebben verantwoordelijkheden in onze gezinnen, op ons werk, en in onze gemeenschappen, maar tegelijkertijd voelen we de roeping om God te dienen met de gaven die Hij ons heeft gegeven. Hoe vinden we de juiste balans?

📖 Lees de volgende verzen

Mattheüs 6:33 (HSV)
33 Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.

1 Korintiërs 7:32–35 (HSV)
32 En ik wil dat u zonder zorgen bent. De ongehuwde draagt zorg voor de dingen van de Heere, hoe hij de Heere zal behagen. 33 Wie echter gehuwd is, draagt zorg voor de dingen van de wereld, hoe hij zijn vrouw zal behagen. 34 Er is onderscheid tussen de gehuwde vrouw en het meisje dat nog maagd is. De ongehuwde draagt zorg voor de dingen van de Heere om zowel naar lichaam als naar geest heilig te zijn. Zij echter die gehuwd is, draagt zorg voor de dingen van de wereld, hoe zij haar man zal behagen. 35 En dit zeg ik tot uw eigen voordeel, niet om een strik over u heen te werpen, maar om u te leiden tot eerbaar gedrag en blijvende toewijding aan de Heere, zonder afgeleid te worden.

Toon antwoord/commentaar

Het is een best bijzondere situatie waarin de mens zich begeeft. Enerzijds zijn wij natuurlijke schepselen die helemaal afhankelijk zijn van bijvoorbeeld eten, drinken, werken en gezin. Anderzijds hebben wij ook een geestelijk bestaan waar we ons van bewust zijn.

Paulus spreekt hier ook over als hij zegt dat hij graag had gezien dat iedereen zoals hem in het leven staat: zonder partner, volledig inzetbaar voor God. Volgens Paulus is het logisch dat een grote natuurlijke verantwoordelijkheid, zoals een partner en kinderen, veel aandacht en kracht vereist waardoor er minder beschikbaar blijft voor geestelijke zaken. In 1 Kor. 7:38 zegt Paulus daarover dat het goed is om te trouwen maar dat het is beter is om alleen te blijven omwille van God.

God heeft niet alleen de hemel geschapen, ook de aarde. Dit betekent dat het natuurlijke, zoals God dat geschapen heeft, ook goed is. God heeft het immers zo gemaakt dat wij hier op aarde trouwen, heersen en moeten werken (Gen. 1-3). Dit zal echter niet voor altijd zo blijven. Jezus zegt immers dat er in de hemel niemand trouwt (Matt. 22:29-30). Dit verklaart ook Paulus’ boodschap: het natuurlijke (zoals God dat geschapen heeft) is goed, maar de geestelijke zaken zijn beter. Het natuurlijke is tijdelijk en het geestelijke is eeuwig (2 Kor. 4:18).

Hoe iedereen hier mee omgaat is persoonlijk en ook deels bepaald door de roeping en de genadegaven die ons geschonken zijn. In het kader van goed rentmeesterschap moeten wij hier echter wel verstandig mee omgaan. Dit betekent dat wij niet al onze tijd en energie zouden moeten steken in aardse zaken en schatten (Matt. 6:19-21). Het is dus misschien niet verstandig ons hele leven keihard te werken als dat niet zou hoeven en vakanties te vieren.

Discussie

  • Wat zijn enkele praktische manieren om rust en vernieuwing te integreren in ons dagelijks leven, zodat we effectief kunnen blijven in zowel onze geestelijke als natuurlijke verantwoordelijkheden?
  • Hoe kunnen we onze gezinnen betrekken bij onze geestelijke roeping, zodat deze geen bron van spanning maar juist van steun en groei wordt?

Samenvatting

In deze Bijbelstudie hebben we stilgestaan bij het thema van geestelijke gaven en hoe we deze kunnen ontdekken, ontwikkelen en inzetten in ons dagelijks leven en in de dienst aan God. We begonnen met het onderzoeken van wat geestelijke gaven zijn, hoe ze verschillen van natuurlijke talenten, en waarom ze door God aan ons zijn gegeven. We hebben besproken hoe deze gaven in verschillende categorieën kunnen vallen, zoals gaven die met denken, spreken of doen te maken hebben, en hoe elk van ons is geroepen om zijn of haar unieke gaven te gebruiken.

In het tweede deel van de studie hebben we ons gericht op het concept van rentmeesterschap: hoe we goede beheerders kunnen zijn van de gaven die God ons heeft toevertrouwd. We hebben besproken waarom het belangrijk is om actief betrokken te zijn in de kerk en gemeenschap om deze gaven te ontwikkelen, en hoe gebed een cruciale rol speelt in het ontvangen en gebruiken van onze gaven. Ook hebben we stilgestaan bij de noodzaak om te toetsen of een gave daadwerkelijk van de Heilige Geest komt, en niet voortkomt uit eigenbelang of misleiding.

Een ander belangrijk aspect van deze studie was het vinden van een balans tussen onze geestelijke roeping en onze dagelijkse verantwoordelijkheden. We hebben nagedacht over hoe we onze toewijding aan God en Zijn werk kunnen combineren met onze verplichtingen in ons privéleven, zonder dat het één ten koste gaat van het ander. Tot slot hebben we de relatie tussen de vruchten van de Geest en geestelijke gaven besproken, en hoe een door de Geest gevormd karakter de basis moet vormen voor het gebruik van onze gaven. De studie heeft ons uitgedaagd om niet alleen onze eigen gaven te herkennen en te ontwikkelen, maar ook om elkaar daarin te ondersteunen, zodat we samen als gemeenschap kunnen groeien in onze dienst aan God.