Genesis 12 (De roeping van Abraham)
Introductie
Abram stamde af van Sem, één van de zonen van Noach. Hij leefde tussen 2166-1991 voor Christus ongeveer 500 jaar na Noach. Abram werd werd geboren in Ur der Chaldeeën (dicht bij het huidige Babylon). Samen met zijn vrouw Saraï, zijn vader Terah en zijn neef Lot verhuisde hij naar Haran (op de grens van het huidige Turkije en Syrië). God riep Abram op 75-jarige leeftijd naar een land te gaan dat Hij hem zou laten zien. Dit gebeurde nadat zijn vader Terah was gestorven op 205 jarige leeftijd.
Wij kennen Abram beter als Abraham. God gaf deze nieuwe naam aan Abram toen Hij Zijn verbond met hem bevestigde (Gen 17).
Abraham staat bekend als de vader van de kinderen van Israël (aartsvader). Hij was de grootvader van Jacob, die later Israël zou worden genoemd en waar het volk van Israël zijn naam aan ontleent.
Lees als groep Genesis 12
Beantwoord de volgende vragen individueel. Vraag God om je/u te helpen de boodschap die Hij voor jou/u heeft door Zijn Woord te begrijpen. Als alle vragen zijn beantwoord, neem dan de antwoorden door als groep.
Vragen – Genesis 12 |
Wat
vroeg
de Heer Abram te doen en wat was zijn reactie?
Wat
was het resultaat
van Abrams daden voor hem en voor ons?
Wat voor relatie had Abram met God? (Lees ook Jakobus 2:23; 2 Kronieken 20:7; Jesaja 41:8)
Wat bouwde Abram en waarom
?
Gen 12:7; 12:8 & 13:18
?
W
at
wilde hij hiermee zeggen
?
Welk land geeft God aan Abram en zijn nakomelingen? (Lees ook Gen 13:12-15; Gen 15:18)
Wat is onze relatie tot Abraham? (Lees ook Gal 3:6-9)
In Gen 2:10-20 lezen we van Abrams vertrek naar Egypte. Wat leren we in dit gedeelte over Abram?
In het boek Hebreeën (Heb 11:8-19) wordt Abraham
bevestigd
als
zijnde
een man van geloof.
Vertrouwde hij altijd op God?
Antwoorden
God riep Abram om naar een land te gaan dat Hij hem zou laten zien
,
met de
belofte dat God
uit zijn geslacht
een groot volk zou maken. Abram deed wat de Heer
van hem vroeg
en hij nam zijn vrouw
Sara
ï
, zijn neef Lot en al zijn bezittingen en dienaren en ging naar het land Kanaän. Abram vertrouwde op God en deed wat Hij hem
opdroeg
.
God deed een belofte aan Abram.
Hij beloofde hem dat uit hem een
groot volk
zou komen.
Met andere woorden, dat Abram vele nakomelingen zou hebben en d
at hij de
vader zou
worden v
an een “grote natie”. God beloofde
dat Abraham tot zegen zou zijn voor anderen.
Iedereen die Abram zou zegenen, zouden gezegend
worden door God en wie hem
(en
indirect
zijn volk)
vervloekt,
God zou hen
vervloeken;
Door Abram zouden alle families van de aarde gezegend worden. Daar horen wij ook bij!
Jezus kwam als afstammeling van Abram zijn en door Hem zijn wij gered! Daarnaast is het geloof van Abram, en de zegeningen die hij ontving door te geloven en te handelen in geloof, een voorbeeld voor ons.
In
Jakobus
2:23 we
lezen
:
En de Schrift is vervuld die zegt: En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend van God genoemd.
In 2 Kon 20:7 we lezen:
Hebt U, onze God, niet de inwoners van dit land van voor de ogen van Uw volk Israël verdreven, en dat voor eeuwig aan het nageslacht van Abraham, die U liefhad, gegeven?
In Jes 41:8 we lezen:
Maar u, Israël, Mijn dienaar, u, Jakob, die Ik heb verkozen, het nageslacht van Abraham, die Mij liefhad,
Abram had een persoonlijke relatie met God, hij hield van Hem. God hield van Abram en hij werd Gods vriend genoemd. God sprak tot Abram; Hij gaf hem instructies. Abram vertrouwde op God en gehoorzaamde Hem. God spreekt ook tot ons o.a. door Zijn Woord, we kunnen een persoonlijke relatie met Hem hebben door te bidden, Hem ons leven te laten leiden en Zijn Woord te bestuderen. Door dit te doen luisteren we naar Zijn stem.
In Gen 12:6-7
lezen
we:
6 En Abram trok door dat land heen tot aan de heilige plaats bij Sichem, tot de eik van More. De Kanaänieten woonden toen in dat land. 7 Toen verscheen de HEERE aan Abram en zei: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven. Toen bouwde hij daar een altaar voor de HEERE, Die hem verschenen was.
In Gen 12:8 lezen we:
8 Vandaar brak hij op naar het bergland ten oosten van Bethel en zette zijn tent op tussen Bethel in het westen en Ai in het oosten. Daar bouwde hij voor de HEERE een altaar en riep de Naam van de HEERE aan. (zie Joel 2:32, Hand 2:21 en Rom 10:13)
In Gen 13:18 lezen we:
18 En Abram zette zijn tenten op en ging bij de eiken van Mamre wonen, die bij Hebron zijn, en hij bouwde daar een altaar voor de HEERE.
Abram bouwde altaren. Dit zijn belangrijke constructies geweest waar hij offers zou hebben gebracht. Hij maakte een statement: dit was een openbare belijdenis van zijn geloof en vertrouwen in God. Hij verklaarde hiermee zijn geloof in Gods belofte. Dit waren de eerste gebedshuizen die in het beloofde land werden opgericht. Telkens als we lezen over iemand in de Bijbel die een altaar bouwt, maakt deze een grote publieke verklaring.
In Gen 12:8 lezen we: Abram “riep de Naam van de HEERE aan” en we lezen ook in Joel 2:32; Hand 2:21 en Rom 10:13 “Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden”. Dit geldt niet alleen voor Abram maar ook voor ons.
(Voor een idee van de plaatsen en gebieden waar Abram reisde zie kaart beneden)
In Gen 12:5b-7 lezen we:
en zij kwamen in het land Kanaän. 6 En Abram trok door dat land heen tot aan de heilige plaats bij Sichem, tot de eik van More. De Kanaänieten woonden toen in dat land.
7 Toen verscheen de HEERE aan Abram en zei: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven. Toen bouwde hij daar een altaar voor de HEERE, Die hem verschenen was.
Verder in Gen 13:12; Gen 13:14-15 lezen we:
12 Abram woonde in het land Kanaän;
14 En de HEERE zei tegen Abram, nadat Lot zich van hem afgescheiden had: Sla toch uw ogen op en kijk vanaf de plaats waar u bent, naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen.
15 Want al het land dat u ziet, zal Ik voor eeuwig aan u en uw nageslacht geven.
En in Gen 15:18 lezen we:
18 Op die dag sloot de HEERE een verbond met Abram, en zei: Aan uw nageslacht heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat:
We kunnen uit deze Bijbelpassages zien dat God Abram beloofde dat Hij het land aan zijn nakomelingen zou geven. We kunnen ook zien waarom er zo’n groot conflict is over dit deel van de wereld. God beloofde het land aan de kinderen van Abraham.
De Joden, de afstammelingen van Isaak en Jacob, geloven dat zij de kinderen van de “belofte” zijn en dat dus het land aan hen is beloofd, maar de Arabieren stammen af van Ismaël, de zoon van Abraham en de slavin Hagar. Mohammad zou een afstammeling zijn van Ismaël en zo maken de moslims ook aanspraak op het land.
(Voor een indicatie van het gebied zie kaart beneden)
In Gen 12:2
lezen
we
:
3 Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken; en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden.
In Gal 3:6-9 de apostel Paulus schrijft:
6 Zoals Abraham God geloofde en het hem tot gerechtigheid werd gerekend.
7 Begrijp dan toch dat zij die uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn.
8 En de Schrift, die voorzag dat God uit het geloof de heidenen zou rechtvaardigen, verkondigde eertijds aan Abraham het Evangelie: In u zullen al de volken gezegend worden.
9 Daarom worden zij die uit het geloof zijn, gezegend samen met de gelovige Abraham.
Paulus legt uit hoe wij kinderen van Abraham zijn. Wij geloven in de Heere Jezus en dus zijn wij, net als Abraham, gerechtvaardigd en gezegend.
De kinderen van Abraham, zijn kinderen van de belofte. De belofte (het verbond) dat God gemaakt heeft met Abraham (Gen 17:5-8) waarin Hij Abraham veel nakomelingen beloofde. God beloofde dat het land Kanaän zou voor zijn kinderen en dat God zal zijn: de God van zijn kinderen.
Vanwege de hongersnood in het land Kanaän besluit Abram naar Egypte te reizen. Hij is bang voor
de
(macht van de)
farao.
(
j
e
kunt je voorstellen dat de enorme piramides en gebouwen van Egypte
en
de
kennis en
rijkdom
van het land
erg indrukwekkend waren.
Abrams vrouw Sarai was een mooie vrouw (toen tussen 65 en 74 jaar oud). De Farao zou zich tot haar aangetrokken kunnen voelen en Abraham was bang dat dit zou resulteren in zijn dood als hij besefte dat Saraï zijn vrouw was.
Abram was niet volmaakt. Zijn angst voor Farao was groter dan zijn vertrouwen in God! Hij wendde zijn ogen van God af – vergelijkbaar met hoe Petrus zijn ogen van Jezus afwendde toen hij naar Hem toe ging terwijl hij over het water liep.
God zorgde nog steeds voor Abram en hoewel Abram Hem niet volledig vertrouwde, hield God nog steeds van hem en zorgde voor hem ondanks dit gebrek aan vertrouwen. Wij kunnen weten dat God nog steeds van ons houdt en voor ons zorgt, zelfs als we Hem in de steek laten.
Abraham vertrouwde niet altijd op God in zijn leven.
Hij vertrouwde God niet toen hij naar Egypte ging. Hij loog over het feit dat Sarah zijn vrouw was.
Hij wachtte niet tot God hem en Sara een kind zou geven. Hij nam het heft in eigen handen door een kind te krijgen via de dienstmaagd van Sara.
Hij vertrouwde God niet toen hij zich in Gerar vestigde (Gen. 20). Hij was bang voor Abimelech, de koning van Gerar, dus vertelde hij hem opnieuw dat Sara zijn zus was. (Dit was gedeeltelijk waar, zij was zijn halfzus, de dochter van Abrams vader. Zie Gen 20:12). Hij vertelde Abimelech echter niet dat zij zijn vrouw was.
Abram had een relatie met God. Hij werd beschreven als Gods vriend. Hij geloofde God en dat werd hem als gerechtigheid toegeschreven.
Op dezelfde manier wil God een relatie met ons. Geloven in Jezus als Gods Zoon, geloven in Jezus wordt ons als gerechtigheid toegeschreven.
Samenvatting
God sprak tot Abram en hij reageerde op Gods oproep. Wij zijn door hem gezegend. De Here Jezus was een afstammeling van Abraham. God deed beloften aan Abraham en Abraham deed een openbare belijdenis van zijn geloof in God en in Zijn beloften. God sprak rechtstreeks tot Abram en hij geloofde Hem. God spreekt tot ons door Zijn Woord. Door Zijn waarheid, geschreven in Zijn Woord, te geloven, zijn ook wij kinderen van Abraham en ons geloof wordt ons toegerekend als gerechtigheid. Het is dit geloof dat onze relatie met God weer in orde maakt, zodat wij een relatie met Hem kunnen hebben.
Toepassingen in het dagelijks leven
We hebben in dit hoofdstuk en in de andere delen van het Nieuwe Testament gelezen dat God Abrahams geloof als rechtvaardig beschouwt. We kunnen er daarom op vertrouwen dat ons geloof, in de Heer Jezus, ons als gerechtigheid zal worden toegeschreven.
We hebben gezien dat Abraham Gods vriend was en dat hij als rechtvaardig werd gezien, maar we hebben ook gezien dat hij voor sommige testen van Gods niet slaagde en dat hij soms niet op God vertrouwde. God was echter nog steeds zijn vriend en zegende hem nog steeds. We kunnen bemoedigd worden te weten dat wanneer wij falen of God in de steek laten, Hij nog steeds van ons houdt en ons nog steeds zal zegenen zoals Hij heeft beloofd. God verwacht geen perfectie, Hij geeft ons Zijn genade.
Abraham altaars waarmee hij een krachtige openbare verklaring aflegde van zijn geloof in God. Onze keuze om Jezus te volgen en een leven te leiden dat Hem behaagt, is ook een krachtige publieke verklaring van ons geloof in God.
Aanvullende extra informatie en links voor verder onderzoek.
Er zijn meer dan 14 hoofdstukken van Genesis gewijd aan Abraham.
Hieronder is een lijst van de gebeurtenissen in zijn leven en de hoofdstukken die deze beschrijven:
Gen 13 – Abram en Lot scheidden hun wegen – Lot gaat naar de Jordaan vallei bij Sodom. God geeft Abram het land Kanaän
Gen 14 – Lot wordt gevangen genomen. Abram en 318 dienaren – Verslaat de 4 koningen die onder de leiding van Chedorloamer om Lot en de plundering te redden – Hij wordt gezegend door de priester Melchizedek.
Gen 15 – God sluit een verbond met Abram – Dat hij veel nakomelingen zal hebben en het land voor zijn nakomelingen zal zijn van de rivier in Egypte tot aan de rivier de Eufraat.
Gen 16 – Hagar – Egyptische dienstmeisje van Saraï- baarde hem een zoon Ismaël – toen Abram 84 jaar oud was.
Abraham werd Abram genoemd tot hoofdstuk 17
Gen 17 – (op 99 jaar oud) Toen God hem een andere naam gaf (Abraham). Sarai krijgt een nieuwe naam Sarah.
Gen 17:5 – verbond afstammelingen zo veel als de sterren. Herbevestigde het verbond met Abram. Vader van vele naties – Eeuwig verbond – om God te zijn voor u en uw nakomelingen na u
Geef het land Kanan als een eeuwig bezit. Het nageslacht moet besneden zijn als een teken van het houden van het verbond met God
Gen 18 – Abraham bezocht door God en 2 (engelen?)
Gen 19 – Vernietiging van Sodom en Gomorah
Gen 20 – Abraham en Abimelech
Gen 21 – Isaak is geboren
Gen 22 – Abrahams geloof getest (God vraagt hem Isaak te offeren)
Gen 23 – Sarah sterft en wordt begraven
Gen 24 – Er wordt een bruid gevonden voor Isaak
Gen 25 – Abraham neemt een nieuwe vrouw. Abraham sterft en wordt begraven, Isaak krijgt de volledige erfenis.
The Journeys of Abraham:
Recente reacties