1 Korintiërs 15 (Het Evangelie/ Nieuwe (na de opstanding) Lichamen)

Introductie

De brief 1 Korintiërs is geschreven rond 56 na Christus, toen Paulus in Efeze was. De Griekse cultuur in die tijd was “leven in het moment. Seks en immoraliteit werd vereerd. Onderwijs en politiek bracht mensen bij God vandaan.

Dit boek zou heel goed aan de kerk van vandaag geschreven kunnen zijn en we doen er goed aan om acht te slaan op de waarschuwingen van Paulus door ze op onszelf toe te passen. Ondanks alle berispingen en correcties, brengt 1 Korintiërs onze focus terug naar waar het zou moeten zijn: op Christus. Echte christelijke liefde is het antwoord op veel problemen.

Paulus had het evangelie van de opstanding van Christus al in Athene gepredikt (Handelingen 17) voordat hij (in Handelingen 18) naar Korinthe kwam. In Athene lachten ze hem uit, omdat de Grieken niet in de opstanding geloofden. Dus moest Paulus deze mensen, die leefden in een cultuur van Grieks heidendom, opnieuw onderwijzen met de waarheid van de opstanding. Dit hoofdstuk bevat niet alleen leerstellige (of lukrake) waarheden, maar ook krachtige toepassingen voor ons leven. Het feit dat Christus opstond uit de dood verandert alles in ons leven hier op aarde vandaag.

In hoofdstuk 15 legt Paulus ook de verandering uit die een christen ondergaat wanneer hij wordt opgewekt of wanneer Jezus terugkeert.

Lees 1 Korintiërs 15

Vragen

1. Wat bevestigen de verzen 1-4 ons?

2. Waar herinneren de verzen 5-8 ons aan? (Zie ook Handelingen 7:59 – 8:3; Handelingen 9:1-6; Handelingen 9:17-22)

3. Wat betoogt Paulus in de verzen 12-19? Vergelijk deze verzen met Johannes 14:1-3; 1 Thessalonicenzen 4:13-18.

4. Vergelijk vers 20-28 met Johannes 20:28-31; Mattheüs 27:51-54; Openbaring 19:11-14; 20:4-6

5. Wat zijn de toepassingen en implicaties van:

a. Vers 29

b. Verzen 30-32

c. Verzen 33-34 (vergelijk met Psalm 1; Efeziërs 5:6-12)

d. Verzen 35-48 (vergelijk Kol 3:1-2)

e. Verzen 49-58?

Antwoorden

1. Wat bevestigen de verzen 1-4 ons?

Paulus bevestigt de boodschap van het evangelie opnieuw aan de Korintiërs. Hij legt ze nogmaals uit wat hij eerder had gepredikt. Dat Jezus stierf voor onze zonden “volgens de Schriften” (dat Hij ‘onze’ straf op Zich nam), dat Hij werd begraven en weer opstond “volgens de Schriften” (dat Hij de dood overwon) en door hieraan te geloven en vast te houden ( hierop vertrouwend) zijn we gered.

In het evangelie staat het reddende werk van Christus aan het kruis centraal.

2. Waar herinneren de verzen 5-8 ons aan? (Zie ook Handelingen 7:59 – 8:3; Handelingen 9:1-6; Handelingen 9:17-22)

Dat er meer dan 500 ooggetuigen waren van de opstanding van Jezus. Jezus verscheen aan de gelovigen; we hebben veel ooggetuigenverslagen in de Schriften. Deze ooggetuigen, gesterkt door de Heilige Geest, waren bereid te sterven voor hun geloof, omdat ze echt geloofden dat Jezus uit de dood was opgestaan.

Handelingen 7:59 En zij stenigden Stefanus, terwijl deze Jezus aanriep en zei: Heere Jezus, ontvang mijn geest. 60. En terwijl hij op de knieën viel, riep hij met luide stem: Heere, reken hun deze zonde niet toe! En toen hij dat gezegd had, ontsliep hij.

Handelingen 8:1 En Saulus stemde van harte in met zijn dood.

En er ontstond op die dag een grote vervolging tegen de gemeente die in Jeruzalem was; en zij werden allen verspreid over de landstreken van Judea en Samaria, behalve de apostelen.

2. En godvrezende mannen droegen Stefanus samen naar het graf en bedreven grote rouw over hem.

3. En Saulus begon de gemeente te verwoesten: hij ging de huizen binnen, sleepte mannen en vrouwen mee en leverde hen over in de gevangenis.

Handelingen 9:1 Saulus nu, die tegen de discipelen van de Heere nog steeds brieste van dreiging en moord, ging naar de hogepriester toe 2. en vroeg van hem brieven voor Damascus, gericht aan de synagogen, opdat, als hij er enigen zou vinden die van die Weg waren, zowel mannen als vrouwen, hij die geboeid naar Jeruzalem zou brengen. 3. En terwijl hij onderweg was, gebeurde het dat hij dicht bij Damascus kwam. En plotseling omscheen hem een licht vanuit de hemel,

4. en toen hij op de grond gevallen was, hoorde hij een stem die tegen hem zei: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij? 5. En hij zei: Wie bent U, Heere? En de Heere zei: Ik ben Jezus, Die u vervolgt. Het is hard voor u, met de hielen tegen de prikkels te slaan. 6. En hij zei, bevend en verbaasd: Heere, wat wilt U dat ik doen zal? En de Heere zei tegen hem: Sta op en ga de stad in en daar zal u gezegd worden wat u moet doen.

Handelingen 9:17 En Ananias ging heen en ging het huis binnen; en na hem de handen opgelegd te hebben, zei hij: Saul, broeder, de Heere heeft mij gezonden, namelijk Jezus, Die u verschenen is op de weg waarlangs u gekomen bent, opdat u weer ziende zou worden en met de Heilige Geest vervuld zou worden.

18. En meteen vielen hem als het ware schellen van de ogen, en onmiddellijk werd hij weer ziende, en hij stond op en werd gedoopt. 19. En toen hij voedsel genomen had, sterkte hij aan. En Saulus verbleef enige dagen bij de discipelen in Damascus.

20. En meteen predikte hij Christus in de synagogen, dat Hij de Zoon van God is.

21. En allen die het hoorden, waren buiten zichzelf en zeiden: Is dit niet degene die in Jeruzalem hen die deze Naam aanriepen, uitroeide, en die daarom hier gekomen is om hen geboeid naar de overpriesters te brengen? 22. Maar Saulus werd meer en meer gesterkt en hij bracht de Joden die in Damascus woonden, in verwarring door aan te tonen dat Jezus de Christus is.

Paulus zelf kon ook ooggetuige zijn van wat hem overkwam. Zijn getuigenis, hoe hij begon met het vervolgen van de christenen en werd getransformeerd door zijn ontmoeting met Jezus op de weg naar Damascus.

3. Wat betoogt Paulus in de verzen 12-19? Vergelijk deze verzen met Johannes 14:1-3; 1 Thessalonicenzen 4:13-18.

Dat de opstanding van Christus centraal staat in alles wat in het evangelie wordt verkondigd.

Het ontkennen van de opstanding ontkent de macht van Christus over de dood.

Hij verkondigde van tevoren dat Hij zou sterven, naar de Vader zou gaan en terug zou komen om ons bij Hem te brengen.

Johannes 14:1 Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij.

2. In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken.

3. En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.

1 Thessalonicenzen 4:13 Maar ik wil niet, broeders, dat u onwetend bent ten aanzien van hen die ontslapen zijn, opdat u niet bedroefd bent zoals ook de anderen, die geen hoop hebben.

14. Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem.

15. Want dit zeggen wij u met een woord van de Heere, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heere, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan.

16. Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan.

17. Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn.

18. Zo dan, troost elkaar met deze woorden.

In Johannes hoofdstuk 14 vertelde Jezus zijn discipelen dat Hij wegging om een plaats voor hen klaar te maken en dat Hij terug zou komen om hen (en ons) mee te nemen om bij Hem te zijn. Hij heeft beloofd dat Hij voor ons terug zal komen.

In zijn brief aan de gemeente in Thessaloniki beschrijft Paulus de opname van de gemeente, wanneer Jezus zal terugkomen voor Zijn discipelen, Zijn volgelingen. Op die dag zullen de overleden gelovigen en zij die nog in leven zijn, Jezus in de lucht ontmoeten.

4. Vergelijk vers 20-28 met Johannes 20:28-31; Mattheüs 27:51-54; Openbaring 19:11-14; 20:4-6

Johannes 20:29 Jezus zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven.

30. Jezus nu heeft in aanwezigheid van Zijn discipelen nog wel veel andere tekenen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek,

31. maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam.

Mattheüs 27:51 En zie, het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot beneden; de aarde beefde en de rotsen scheurden;

52. ook werden de graven geopend en veel lichamen van heiligen die ontslapen waren, werden opgewekt;

53. en na Zijn opwekking gingen zij uit de graven, kwamen in de heilige stad en zijn aan velen verschenen.

54. En toen de hoofdman over honderd en zij die met hem Jezus bewaakten, de aardbeving zagen en de dingen die gebeurden, werden zij erg bevreesd en zeiden: Werkelijk, Dit was Gods Zoon!

Openbaring 19:11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid.

12. En Zijn ogen waren als een vuurvlam en op Zijn hoofd waren vele diademen. Hij had een Naam, die opgeschreven was, en die niemand kent dan Hijzelf.

13. En Hij was bekleed met een in bloed gedoopt bovenkleed, en Zijn Naam luidt: Het Woord van God.

14. En de legers in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed in fijn linnen, wit en smetteloos.

Openbaring 20:4 En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, en die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden, en die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij leefden (Andere vertalingen – En zij kwam tot leven) en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang.

5. Maar de overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen waren. Dit is de eerste opstanding.

6. Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.

Paulus legt uit dat Jezus is opgestaan en dat Hij alleen de eerste zal zijn van degenen die uit de dood zullen worden opgewekt.

In Johannes 20:29-31 vertelt Hij Zijn discipelen dat zij die in Hem geloven het (eeuwige) leven zullen hebben.

In Mattheüs 27:51-54 lezen we dat nadat Jezus aan het kruis stierf, oudtestamentische heiligen uit de dood werden opgewekt.

In het antwoord op de laatste vraag in 1 Thessalonicenzen 4:17 lezen we dat zij die leven als Jezus terugkomt Hem in de lucht zullen ontmoeten!

In Openbaring 19:14 lezen we dat de legers van de hemel (gekleed in wit linnen – dat is een teken dat ze rechtvaardig zijn gemaakt – d.w.z. de heiligen met HEM) zullen terugkomen met Jezus

In Openbaring 20:4 lezen we dat de zielen van degenen die onthoofd waren omdat ze weigerden het merkteken van het beest aan te nemen tijdens de verdrukkingsperiode, tot leven zullen komen wanneer Jezus Zijn regering begint aan het begin van de 1000 jaar.

5. Wat zijn de toepassingen en implicaties van:

a. Vers 29

Als we de opstanding ontkennen, is er geen noodzaak om te evangeliseren en mensen in de kerk te laten dopen. Wat heeft het voor zin om te evangeliseren als er geen opstanding is?

b. Verzen 30-32

Paulus had te maken gehad met – en zou vervolging blijven ondergaan omdat hij predikte en vast geloofde in de opstanding van de doden. Ondanks de vervolgingen was hij niet bang om dit te blijven doen. Dit is een getuigenis van zijn vast geloof in de opstanding.

Dit geloof stelde hem in staat, en het zal ons in staat stellen vervolging te weerstaan.

c. Verzen 33-34 (vergelijk met Psalm 1; Efeziërs 5:6-12)

Paulus moedigt ons aan om de zonde te weerstaan. Om voorzichtig te zijn met wie we omgaan. We kunnen onbetrouwbaar, oneerlijk of corrupt raken als we ons mengen met mensen zonder God leven en in staat zijn onrechtmatige of slechte dingen te doen.

Psalm 1:1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,

die niet staat op de weg van de zondaars, die niet zit op de zetel van de spotters,

2. maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE en Zijn wet dag en nacht overdenkt.

3. Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd,

waarvan het blad niet afvalt; al wat hij doet, zal goed gelukken.

4. Maar zo zijn de goddelozen niet: die zijn juist als het kaf, dat de wind wegblaast.

5. Daarom blijven de goddelozen niet staande in het gericht, de zondaars niet in de gemeenschap van de rechtvaardigen.

6. Want de HEERE kent de weg van de rechtvaardigen, maar de weg van de goddelozen zal vergaan.

Efeze 5:12 Want wat heimelijk door hen gedaan wordt, is te schandelijk om zelfs maar te vertellen.

13. Maar al deze dingen komen openbaar als ze door het licht ontmaskerd worden; want al wat openbaar maakt, is licht.

14. Daarom zegt Hij: Ontwaak, u die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten.

15. Let er dan op dat u nauwgezet wandelt, niet als dwazen, maar als wijzen,

16. en buit de geschikte tijd uit, omdat de dagen vol kwaad zijn.

d. Verzen 35-48 (vergelijk Kol 3:1-2)

Colossenzen 3:1 Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. 2. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn,

We kunnen vooruitzien naar de hemel erop anticiperen. Paulus beschrijft de verschillende soorten aardse lichamen en hun verschillen. Zoveel als het vlees van mensen en dieren verschillend is, zo zullen ook onze opstandingslichamen verschillen van onze aardse lichamen. We zullen getransformeerd worden. Het opstandingslichaam van Christus geeft ons enkele aanwijzingen over hoe deze eruit zouden kunnen zien. Jezus kon zich transporteren en door gesloten ruimten heengaan. Waardoor Hij zich niet liet tegenhouden door afstand of fysieke barrières. Toch had Hij een lichaam dat gezien en aangeraakt kon worden. Hij at en hij sprak.

e. Verzen 49-58?

Wij, die in Christus zijn, hebben nu de overwinning over de zonde, de dood en de wet. We zullen nieuw gemaakt worden!

We zullen niet allemaal sterven, MAAR we zullen allemaal veranderd worden, in een oogwenk, bij de laatste bazuin.

We zullen onsterfelijk zijn – het eeuwige leven hebben.

Laat ons leven in die overwinning!

Samenvatting

Paulus bevestigt in dit deel van zijn brief dat Jezus stierf en opstond uit de dood. Dat Hij werd gezien door meer dan 500 ooggetuigen. Dat Jezus stierf voor onze zonden in onze plaats. Dit alles was van te voren al opgeschreven in de Schriften. Als we in de dood en opstanding van Jezus geloven en onze hoop en vertrouwen op Hem stellen, zullen we ook het eeuwige leven met Hem hebben.