Johannes 10 (De goede herder)

Introductie

Uit de geschriften leren we meer over Johannes de Apostel – niet te verwarren met Johannes de Doper.

De apostel Johannes is de broer van Jacobus die bij de 12 discipelen van Jezus hoorden. Deze broers werden door Jezus “Boanerges” genoemd, wat “zonen van de donder” betekent, en daarin vinden we een sleutel tot de persoonlijkheid van Johannes. Beide broers werden gekenmerkt door ijver, passie en ambitie. In zijn vroege dagen met Jezus handelde Johannes soms onbezonnen, roekeloos, onstuimig en agressief. We zien hoe hij in Marcus 9 een man verbood demonen uit te drijven in Jezus’ naam omdat hij geen deel uitmaakte van de twaalf (Marcus 9:38-41). In Lukas 9:51-54 zien we dat de broers vuur uit de hemel willen afroepen om de Samaritanen te vernietigen die weigerden Jezus te verwelkomen. Opnieuw moest Jezus hen berispen voor hun intolerantie en gebrek aan oprechte liefde voor de verlorenen. Johannes zijn ijver voor Jezus werd ook beïnvloed door zijn natuurlijke ambitie, zoals te zien is in zijn verzoek (via zijn moeder) dat hij en zijn broer in het koninkrijk aan Jezus’ rechter- en linkerhand zouden zitten, een incident dat een tijdelijke breuk tussen de broers en de andere discipelen veroorzaakte (Mattheüs 20:20-24).

Ondanks deze jeugdige uitingen van verkeerd gerichte passie, kon Jezus hem gebruiken en hield Hij veel van hem. Johannes begon de behoefte aan nederigheid te begrijpen bij degenen die groot wilden zijn. Het evangelie van Johannes is het enige evangelie waarin staat dat Jezus de voeten van de discipelen waste (Johannes 13:4-16). Jezus Zijn eenvoudige daad van dienstbaarheid moet een grote indruk op John hebben gemaakt. Tegen de tijd van de kruisiging had Jezus genoeg vertrouwen in de jongeman om de zorg voor zijn moeder aan hem over te dragen, een taak die Johannes zeer serieus nam. Vanaf die dag zorgde John voor haar alsof ze zijn eigen moeder was (Johannes 19:25-27).

In Johannes 10 wordt uitgelegd dat Jezus de Goede Herder is, die Zijn leven zal geven voor de schapen.

Lees als groep John 10

Vragen

1. In de verzen 1-5 gebruikt Jezus een illustratie wat vergelijkt Hij?

2. In de verzen 7-9 beschrijft Jezus Zichzelf als de “Deur”, wat bedoelt Hij hiermee? (Lees ook Johannes 14:6)

3. In de verzen 10-13 vergelijkt Jezus 3 mensen, wie vertegenwoordigen zij?

4. Hoe beschreef Jezus Zichzelf en wat was de reactie van degenen die luisterden? (Verzen 14-21)

5. Later dat jaar (in de winter) is Jezus in de tempel voor het inwijdingsfeest. De Joden confronteren Hem en eisen dat Hij hen vertelt of Hij de Messias is. (Verzen 25-29) (Lees ook Joh. 5:16-18; 8:57-59)

a. Waarom denk je dat de Joden Jezus confronteerden?

b. Wat is de reactie van Jezus?

c. Welke aanmoediging kunnen we putten uit zijn antwoord?

6. In de verzen 31 en 39 wilden de Joden Jezus grijpen en stenigen.

a. Waarom wilden ze Hem doden?

b. Wat was Jezus’ verdediging?

7. Wat was het verschil tussen de Joodse leiders in Jeruzalem en de Joden aan de overkant van de Jordaan?

Antwoorden

1. In de verzen 1-5 gebruikt Jezus een illustratie wat vergelijkt Hij?

Jezus introduceert de vergelijking tussen schapen, hun herder en valse herders.

Schapen herkennen en luisteren naar de stem van de Ware Herder (Jezus).

De Ware Herder roept, leidt en gaat voor hen uit

Ze volgen Hem, omdat ze Zijn stem kennen.

2. In de verzen 7-9 beschrijft Jezus Zichzelf als de “Deur”, wat bedoelt Hij hiermee? (Lees ook Johannes 14:6)

Johannes 14:6 Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.

Jezus gebruikt de uitspraak “IK BEN” de “Deur” dit “IK BEN” is de derde (van zeven) keer in het evangelie van Johannes dat Jezus “IK BEN” uitspraken doet.

(1e – “IK BEN” het Brood des Levens – Johannes 6:35; 2e – “IK BEN” het Licht van de Wereld – Johannes 8:12)

Toen God in het Oude Testament tot Mozes sprak vanuit het brandende braambos, zei God tegen Mozes dat zijn naam “IK BEN” was. Zie Exodus 3:14.

Exodus 3:14 En God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN. Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden.

Terwijl in de verzen 1-5 Jezus Zichzelf voorstelt als de Ware Herder. Nu beschrijft Hij Zichzelf als de Deur (of de Poort). Hier is Hij de ingang van het hok dat naar de juiste weide leidt. Dit gedeelte weerspiegelt de woorden van Jezus in Johannes 14:6 dat Hij de enige weg naar de Vader is. Zijn punt is dat Hij het enige (enige) middel is om de Vader te benaderen en deel te hebben aan Gods beloofde redding.

3. In de verzen 10-13 vergelijkt Jezus 3 mensen, wie vertegenwoordigen zij?

De dief (de duivel, de satan) – die komt om te stelen, te doden en te vernietigen.

De huurling (de Joodse leiders) – Ze hebben de leiding over, maar geven niets om de schapen

De Goede Herder (Jezus) – Die Zijn leven geeft voor de schapen.

IK BEN de Goede Herder (vierde van zeven IK BEN uitspraken) de Goede Herder. Impliceert – gelovigen volgen Jezus

4. Hoe beschreef Jezus Zichzelf en wat was de reactie van degenen die luisterden? (Verzen 14-21)

Jezus herhaalt dat Hij de Goede Herder is, dat Hij en de Vader elkaar ‘kennen’ en een relatie met elkaar hebben.

Jezus maakt ook duidelijk dat Hij niet alleen de Herder van de Joden is. Hij is ook de Herder van de heidenen (ons!) en dat we in de toekomst allemaal in Hem verenigd zullen zijn.

Hij legt verder uit dat Hij zijn leven voor ons zal geven. Het is het plan van zijn Vader dat Hij uit eigen vrije wil zal doen, vanwege zijn liefde voor de Vader.

Hij wijst er ook op dat hij niet alleen zijn leven zal afleggen, maar dat hij het weer zal (en heeft) opnemen. Met andere woorden dat Hij zal worden opgewekt!!

De Joodse leiders waren verdeeld, ze konden Zijn leer niet begrijpen. Sommigen dachten dat Hij bezeten was door demonen, anderen konden dit niet accepteren omdat ze het wonder hadden gezien dat Hij had verricht

Let op vers 14: en ik ben bekend door de mijne – dit beschrijft een relatie. Dat Jezus een relatie heeft met Zijn schapen. Wij als christenen hebben een relatie met Hem. We behoren niet alleen tot een gemeenschap en we zijn geen christenen omdat we bidden of Bijbelse rituelen uitvoeren. Dit houdt in dat de ware volgelingen van Jezus leven door- en uit een relatie met Hem.

5. Later dat jaar (in de winter) is Jezus in de tempel voor het inwijdingsfeest. De Joden confronteren Hem en eisen dat Hij hen vertelt of Hij de Messias is. (Verzen 25-29) (Lees ook Johannes 5:16-18; 8:57-59)

a. Waarom denk je dat de Joden Jezus confronteerden?

We lezen in Johannes 5:16-18 en in Johannes 8:57-59 dat de Joodse leiders al bij twee eerdere gelenheden, hadden geprobeerd Jezus te stenigen, omdat hij beweerde God (de Messias) te zijn. Ze lijken de confrontatie met Hem uit te zoeken. Ze waren waarschijnlijk op zoek naar een andere gelegenheid om Hem te stenigen.

b. Wat is de reactie van Jezus?

Jezus legt uit dat de wonderen (de werken) die Hij doet, het bewijs zijn dat Hij is wie Hij zegt dat Hij is. Hij legt verder uit dat de Joodse leiders niet geloven omdat ze niet “van Zijn schapen” zijn.

Alleen Zijn schapen ‘horen’ Zijn stem (begrijpen en geloven wat Jezus zegt).

Deze schapen zijn de ware volgelingen van Jezus.

c. Welke aanmoediging kunnen we putten uit zijn antwoord?

Redding (eeuwig leven) is een geschenk. Die we aanvaarden door in Jezus te geloven.

Gelovigen zullen nooit verloren gaan

Niemand zal ze uit Jezus’ hand rukken

Niemand zal ze uit de hand van de Vader rukken.

6. In de verzen 31 en 39 wilden de Joden Jezus grijpen en stenigen.

a. Waarom wilden ze Hem doden?

De Joodse leiders in Jeruzalem wilden Jezus doden omdat Hij beweerde God te zijn. Als iemand beweerde God te zijn (de Messias) en God niet was, dan was dat godslastering. De straf voor een dergelijke misdaad was de dood.

b. Wat was Jezus’ verdediging?

Jezus gebruikte de wet om hun redenering om hem te stenigen aan te vechten. De Joden beseften dat Jezus niet alleen beweerde een god te zijn met een kleine ‘g’, maar ze zagen dat Hij beweerde gelijk te zijn aan God. Bovendien voerde Jezus aan dat Hij door de Vader was gezonden.

Hij betoogde dat Hij in de Vader was en dat de Vader in Hem was. Met andere woorden dat Hij Eén was met de Vader. Hij vroeg hen te geloven wat Hij zei op basis van de wonderen die Hij had verricht.

7. Wat was het verschil tussen de Joodse leiders in Jeruzalem en de Joden aan de overkant van de Jorden?

De wonderen die Jezus verrichtte, werden door de Joodse leiders in Jeruzalem niet aanvaard als bewijs van Zijn goddelijkheid, maar de Joden aan de overzijde van de Jordaan zagen dit als bewijs dat Hij was wie Hij zei dat Hij was, de Messias (God in het vlees).

Jezus vraagt ons te geloven dat Hij is wie Hij zegt dat Hij is! Dit is een fundamentele vraag voor iedereen persoonlijk. Wie geloof jij dat Jezus is?

Samenvatting

De Joodse leiders accepteerden Jezus niet als God in het vlees. Ze verwierpen Zijn leer en negeerden de wonderen die Hij deed. Deze wonderen waren voor sommigen het bewijs dat Jezus was wie Hij zei dat Hij was.

Jezus is de Goede Herder. Hij heeft Zijn leven gegeven voor Zijn schapen. Wij, Zijn schapen kennen Zijn stem. We volgen Hem en hebben een relatie met Hem.

Extra Informatie

YahwehIK BEN

Namen van God in de Oude Testament met IK BEN

Yahweh-Raah (Onze Herder – Psalm 23:1)

Yahweh-Yirah (Onze Aanbieder – Genesis 22:13-14)

Yahweh-Shalom (Onze Vrede – Rechters 6:24)

Yahweh-Rapha (Onze Genezer – Exodus 15:26)

Yahweh-Tsidkenu (Onze Gerechtigheid – Jeremia 23:6)

Yahweh-Nissi (Onze Overwinning – Exodus 17:8-15)

Yahweh-Shammah (Met ons – Ezechiël 48:35)