Mattheüs 1 & 2 (Toen God mens werd)

Introductie

Mattheüs schreef het evangelie van Mattheüs. Zijn naam betekent ‘gave van de Heer’. Zijn andere naam was Levi, de tollenaar die alles achterliet om Christus te volgen (Mattheüs 9:9; Marcus 2:13-17; Lucas 5:27-32). Mattheüs was één van de twaalf apostelen. In Mattheüs 10:3 noemt hij zichzelf expliciet een “belastinginner”. De andere evangelieschrijvers gebruiken zijn vroegere naam Levi. Het evangelie van Mattheüs is ergens tussen 50 en 70 na Christus geschreven.

Zijn doel met het schrijven van dit evangelie was om te laten zien dat Jezus Christus de Koning en Messias van Israël is. Dit evangelie citeert meer dan 60 keer uit profetische teksten uit het Oude Testament, en benadrukt hoe Christus de vervulling is van al die beloften.

Mattheüs was ooggetuige van veel van de gebeurtenissen, waardoor hetgeen hij beschrijft een getuigenis is uit eerste hand van de woorden en werken van Jezus van Nazareth.

Lees als groep Matthew 1 & 2

Vragen

1. Hoe spreekt het Woord van God in dit stuk tot jou?

2. Vergelijk de genealogie van Jezus in Mattheüs en die in het evangelie van Lucas (3:23-38).

3. a. Welke beroemde mannen herken je in de genealogie van Jezus?

3. b. Welke bekende vrouwen herken je en wat kunnen we hiervan leren?

4. Hoe is Jozef een voorbeeld voor ons? (Mattheüs 1:18-25)

5. a. Hoeveel wijze mannen waren er?

5. b. Wie waren deze wijze mannen en waar kwamen ze vandaan? (zie ook Daniël 4:7; 4:9; 5:11)

5. c. Hoe getuigen de wijzen over Jezus? (Mattheüs 2:1-12). Welke lessen zijn er voor ons?

6. Vergelijk de wijzen met de leiders van Israël. (Mattheüs 2:1-18; Micha 5:2)

7. Wat vertellen de namen Immanuel en Jezus ons over Hem?

8. Wat vertelt Mattheüs 2:13-18 ons over Herodes, Satan en God?

Antwoorden

1. Hoe spreekt het Woord van God in deze passage tot jou?

Dit antwoord is persoonlijk. Neem de tijd om te horen hoe de Heilige Geest tot de groep spreekt.

2. Vergelijk de genealogie van Jezus in Mattheus en die in het evangelie van Lucas (3:23-38).

Lukas 3:23 En Hij, Jezus, was ongeveer dertig jaar toen Hij Zijn dienstwerk begon. Hij was, naar men dacht, de Zoon van Jozef, de zoon van Heli,

24. de zoon van Matthat, de zoon van Levi, de zoon van Melchi, de zoon van Janna, de zoon van Jozef,

25. de zoon van Mattathias, de zoon van Amos, de zoon van Naüm, de zoon van Esli, de zoon van Naggai,

26. de zoon van Maäth, de zoon van Mattathias, de zoon van Semeï, de zoon van Jozef, de zoon van Juda,

27. de zoon van Joannas, de zoon van Rhesa, de zoon van Zerubbabel, de zoon van Sealthiël, de zoon van Neri,

28. de zoon van Melchi, de zoon van Addi, de zoon van Kosam, de zoon van Elmodam, de zoon van Er,

29. de zoon van Joses, de zoon van Eliëzer, de zoon van Jorim, de zoon van Matthat, de zoon van Levi,

30. de zoon van Simeon, de zoon van Juda, de zoon van Jozef, de zoon van Jonan, de zoon van Eljakim,

31. de zoon van Meleas, de zoon van Maïnan, de zoon van Mattatha, de zoon van Nathan, de zoon van David,

32. de zoon van Isaï, de zoon van Obed, de zoon van Boaz, de zoon van Salmon, de zoon van Nahesson,

33. de zoon van Aminadab, de zoon van Aram, de zoon van Esrom, de zoon van Perez, de zoon van Juda,

34. de zoon van Jakob, de zoon van Izak, de zoon van Abraham, de zoon van Tera, de zoon van Nahor,

35. de zoon van Serug, de zoon van Rehu, de zoon van Peleg, de zoon van Heber, de zoon van Selah,

36. de zoon van Kenan, de zoon van Arfachsad, de zoon van Sem, de zoon van Noach, de zoon van Lamech,

37. de zoon van Methusalach, de zoon van Henoch, de zoon van Jered, de zoon van Mahalalel, de zoon van Kenan,

38. de zoon van Enos, de zoon van Seth, de zoon van Adam, de zoon van God.

Mattheus benadrukt de band van Joseph met de koninklijke lijn van David via Abraham, David & Solomon in tegenstelling tot de bloedlijn van Maria in het Lukas evangelie die teruggaat naar David en daarna verder teruggaat naar Adam.

Het is een verdienste van de Israëlieten dat de registratie van hun genealogie zo goed is bijgehouden dat deze informatie beschikbaar is en onderzocht kan worden.

In de genealogie van Mattheüs wordt Josef genoemd als vader van Jezus. Ook al was Maria buitennatuurlijk zwanger geraakt, staat Josef geregistreerd als zijnde Zijn wettige vader. Juridisch gezien stamde Jezus dus af van David via Zijn “geadopteerde” vader. Dit wordt soms de “Juridische Lijn” of “Koninklijke Lijn” genoemd.

Er was een vloek uitgesproken over koning Jechonja (of ook wel Jojachin of Konia genoemd), dat geen van zijn nakomelingen op de troon van David zou zitten. (Zie Jeremia 22:24-30). Jezus volgt de koninklijke/wettelijke lijn, maar aangezien Hij fysiek geen afstammeling was, zou de vloek niet op Hem vallen.

In de genealogie van Lukas wordt het geslachtregister van Maria beschreven. Hieruit blijkt dat Jezus via Zijn moeder ook van David afstamde. Het wordt soms de “fysieke lijn” of “rechtmatige lijn” genoemd. Lukas gaat nog verder terug in de geschiedenis en legt de lijn helemaal terug naar Adam.

Maria wordt niet genoemd in Lukas, maar Heli was de vader van Maria en aangezien hij geen zonen had, was Jozef zijn zoon door huwelijk. (Mozes zorgde hier voor een model voor dit soort vervanging in Numeri 27:1-11; 36:1-12)

3. a. Welke beroemde mannen herken je in de genealogie van Jezus?

Er zijn er veel en afhankelijk van Bijbelkennis kan deze lijst lang zijn.

3. b. Welke bekende vrouwen herken jij en wat kunnen we hiervan leren?

Tamar was de schoondochter van Jacobs zoon Juda. Ze was getrouwd met de oudste zoon van Juda, maar werd een jonge weduwe zonder kinderen, ze werd aan de volgende zoon gegeven, maar hij stierf ook. Juda gaf haar niet aan de derde zoon, zoals hij zou moeten (Juda bedroog haar). Toen de vrouw van Juda was overleden, bedroog Tamar Juda door met hem naar bed te gaan en werd zwanger van een tweeling.

De bedrogen Tamar (Genesis 38): Geen PIJN is te diep voor Gods genade.

Rachab was een prostituee die de Israëlitische spionnen (Jozua en Kaleb) hielp zich te verbergen en te ontsnappen uit Jericho. Zij en haar huis werden gespaard toen de muren van Jericho vielen.

(Jozua 1-2, 6): Geen VERLEDEN is te hopeloos voor Gods genade.

Ruth was een Moabitische, de schoondochter van Naomi (een joodse weduwe) die niemand had om voor haar te zorgen. Er was hongersnood in Moab en Ruth keerde met haar schoonmoeder terug naar Israël om voor haar te zorgen (“uw volk zal mijn volk zijn en uw God zal mijn God zijn”). Ze keerden terug naar Bethlehem! Arm en zonder man om voor hen te zorgen.

De verachte Ruth (Genesis 19; Deuteronomium 23; Ruth 1-4): Geen enkel PROBLEEM is te groot voor Gods genade.

Bathseba, die we eerder bestudeerden, was de vrouw van Uria. David pleegde overspel met haar. Later werd zij zijn vrouw en de moeder van Salomo.

De verslagen Bathseba (2 Sam 11-12): Geen VLEK is onuitwisbaar voor Gods genade.

Maria, een jonge vrouw die verloofd is met Jozef, wordt door de engel Gabriël verrast met het nieuws dat ze de moeder van onze Verlosser, Heer en Heiland zal worden.

De vastberaden Maria (Mattheüs 1-2; Lukas 10-2): Geen TAAK is te groot voor Gods genade.

We hebben een God van genade. Hij gebruikt gewone, zondige mensen om Zijn doelen te verwezenlijken. Geloof hebben en op Hem vertrouwen is alles wat we hoeven te doen.

4. Hoe is Jozef een voorbeeld voor ons? (Mattheüs 1:18-25)

Mattheüs 1:18-20a — Jozef wilde het juiste doen. Hij was rechtvaardig. Tegelijkertijd hield hij zoveel van Maria dat hij niet wilde dat ze zou leiden onder schaamde.

Heeft hij God gezocht voor een antwoord op zijn problemen?

Mattheüs 1:20b-23 — Joseph luisterde zeker naar God (vers 20) voor Zijn leiding.

Mattheüs 1:24-25a — Jozef gehoorzaamde God (vers 24) met zijn daden.

5. a. Hoeveel wijze mannen waren er?

We weten het niet zeker. De Bijbel vertelt ons alleen dat ze 3 geschenken meebrachten.

5. b. Wie waren deze wijze mannen en waar kwamen ze vandaan? (zie ook Daniël 4:7; 4:9; 5:11)

Mattheüs 2:1 Toen nu Jezus geboren was in Bethlehem, in Judea, in de dagen van koning Herodes, zie, wijzen uit het oosten kwamen in Jeruzalem aan,

2. en zeiden: Waar is de Koning van de Joden die geboren is? Want wij hebben Zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem te aanbidden.

Daniël 4:7 Toen traden de magiërs, de bezweerders, de Chaldeeën en de toekomstvoorspellers binnen, en ik vertelde de droom in hun tegenwoordigheid, maar zij konden mij de uitleg ervan niet laten weten.

Daniël 4:8 Totdat ten slotte Daniël – zijn naam is Beltsazar, naar de naam van mijn god – bij mij binnentrad, in wie ook de geest van de heilige goden is. Ik vertelde in tegenwoordigheid van hem de droom:

9. Beltsazar, hoofd van de magiërs, aangezien ik weet dat de geest van de heilige goden in u is en dat geen enkele verborgenheid voor u te moeilijk is, vertel mij de visioenen van mijn droom, die ik gezien heb, te weten de uitleg ervan.

Daniël 5:11 Er is een man in uw koninkrijk in wie de geest van de heilige goden is, want in de dagen van uw vader is bij hem licht, verstand en wijsheid gevonden, zoals de wijsheid van goden. Daarom stelde koning Nebukadnezar, uw vader, hem aan als hoofd van de magiërs, de bezweerders, de Chaldeeën en de toekomstvoorspellers – uw eigen vader, o koning!

De wijzen kwamen uit het Oosten en ze zagen een speciale ster aan de nachtelijke hemel die ze volgden.

De Magiërs (Wijzen) waren hoogstwaarschijnlijk dezelfde Magiërs waarover we in Daniël lazen. De vertaling van wijze mannen in het Grieks is magoi in het Engels magi. Dit is het woord waar het woord goochelaar van is afgeleid. In de tijd van Daniël verzamelden de Babyloniërs alle wijze mannen en deze wijze mannen waren adviseurs van de koning. Ze beoefenden verschillende soorten occulte praktijken. Onder andere astrologie het lezen van tekens in de sterren. Daniël verschilde in dit opzicht van hen, omdat hij zijn wijsheid van de Levende God kreeg. Babylon ligt ten oosten van Jeruzalem, de richting waar de wijzen vandaan kwamen.

In de Romeinse tijd waren de magiërs een erfelijke priesterschap van het Parthische rijk dat ten oosten van Juda lag.

5. c. Hoe getuigen de wijzen over Jezus? (Mattheüs 2:1-12). Welke lessen zijn er voor ons?

Mattheüs 2:1 — De Wijzen kwamen tot Jezus.

Mattheüs 2:2 — De Wijzen offerden hun tijd, hun schema, hun comfort, veiligheid en middelen voor Christus. Het was een lange reis. (schatting ruim 1900km)

Mattheüs 2:11b — De Wijzen gaven Jezus wat ze hadden. Ze stuurden het niet naar Hem, ze brachten het en gaven het zelf aan Hem persoonlijk.

Enkele lessen voor ons:

Kom uit je zelf tot Hem – (ware aanbidding/relatie) vloeit voort uit de tijd in het Woord – Bijbel lezen

Offer van je tijd, vrijheid en comfort op voor Hem

Leg wat je hebt ontvangen aan Hem voor om te gebruiken.

Aanbid Hem persoonlijk

6. Vergelijk de wijzen met de leiders van Israël. (Mattheüs 2:1-18; Micha 5:2)

Micha 5:1 En u, Bethlehem-Efratha, al bent u klein om te zijn onder de duizenden van Juda, uit u zal Mij voortkomen Die een Heerser zal zijn in Israël.

Zijn oorsprongen zijn van oudsher, van eeuwige dagen af.

De leiders van Israël wisten uit dit vers uit het Oude Testament waar de Messias geboren zou worden. Je zou verwachten dat ze enthousiast zouden zijn over dit nieuws. We lezen echter in Mattheüs 2:3 dat koning Herodes en heel Jeruzalem “verontrust” waren.

Herodes was onzeker en haatte Christus als een rivaal; de leiders negeerden Christus en waren onverschillig voor Zijn komst, maar de wijzen zochten Hem met klem en toen ze Hem vonden, aanbaden ze Hem.

Van dit voorbeeld kunnen we leren dat:

God de meest onwaarschijnlijke mensen gebruikt;

God de eer en erkenning krijgt van onverwachte mensen (alleen verschoppelingen (herders) en buitenlanders erkenden Hem)

God gevonden wordt als mensen Hem zoeken met hun hart in plaats van hun hoofd (de leiders zochten Jezus met “hun hoofd” zij hadden de kennis over Hem)

7. Wat vertellen de namen Immanuel en Jezus ons over Hem?

Jesaja 7:14 Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven: Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel geven.

Mattheüs 1:23 Zie, de maagd zal zwanger worden en een Zoon baren, en u zult Hem de Naam Immanuel geven; vertaald betekent dat: God met ons.

De verzen in Jesaja en Mattheüs vertellen ons dat een maagd een Zoon zal baren. De naam van deze Zoon, Immanuel, betekent dat God met ons is. Met andere woorden, deze Zoon zal God zijn!

Mattheüs 1:20 Terwijl hij deze dingen overwoog, zie, een engel van de Heere verscheen hem in een droom en zei: Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, bij u te nemen, want wat in haar ontvangen is, is uit de Heilige Geest;

21. en zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

De naam Jezus betekent Verlosser. Mattheüs stelt dat Jezus ons van onze zonden zal redden.

Deze verzen laten ons duidelijk zien dat Jezus God is en dat hij kwam om ons van onze zonden te verlossen.

8. Wat vertelt Mattheüs 2:13-18 ons over Herodes, Satan en God?

We hebben eerder opgemerkt dat Herodes onzeker was en Jezus haatte als een rivaal, maar zijn acties waren des te gruwelijker in de wetenschap dat de Gezalfde van de Heer, de Messias, het doelwit was van zijn moorddadige complot. We kunnen het werk van Satan achter deze actie zien. Hij wilde ook niet dat de Messias op het toneel zou verschijnen. God had de situatie echter onder controle. Zoals Hij altijd heeft en heeft gehad.

Eerst gaf hij de wijzen een droom Mattheüs 2:12

Mattheüs 2:12 En nadat zij door een aanwijzing van God in een droom gewaarschuwd waren om niet terug te keren naar Herodes, keerden zij langs een andere weg terug naar hun land.

Later gaf Hij Jozef een droom Mattheüs 2:13-14

Mattheüs 2:13 Nadat zij vertrokken waren, zie, een engel van de Heere verschijnt Jozef in een droom en zegt: Sta op, en neem het Kind en Zijn moeder met u mee, en vlucht naar Egypte, en blijf daar totdat ik het u zal zeggen, want Herodes zal het Kind zoeken om Het om te brengen.

14. Hij stond dan op, nam het Kind en Zijn moeder in de nacht met zich mee en vertrok naar Egypte.

We kunnen weten dat God weet wat er gaat gebeuren en dat Hij niet zal worden tegengehouden bij het uitvoeren van Zijn plannen.

Samenvatting

God gebruikt koningen, profeten en beroemde Bijbelfiguren om Zijn doelen te vervullen, maar Hij gebruikt ook ‘gewone’ mensen waarvan we niet zouden verwachten dat ze Zijn plannen zouden uitvoeren. Uiteindelijk heeft God de volledige controle. Hij kent de harten van de mensen; Hij kent het einde vanaf het begin en Zijn plannen zullen worden vervuld.

Hij had/heeft een plan om ons te redden van onze verbroken relatie met Hem. Dat plan werd vervuld in Jezus. God met ons, God onze Heiland.

Additional Notes

Mattheüs laat zien dat Jezus van de “Koninklijke”, “wettelijke” lijn naar de troon van David kwam. Er werd echter een vloek uitgesproken over koning Jechonja (andere namen: Jojachin/Konia), dat geen van zijn nakomelingen op de troon van David zou zitten. (Zie Jeremia 22:24-30)

Lukas laat via Maria zien dat Jezus fysiek van de “rechtmatige” lijn afdaalt naar de troon van David. Joseph was de zoon van Heli “door huwelijk”. Heli was de vader van Maria. Luke gaat verder terug in de geschiedenis en legt de lijn helemaal terug naar Adam.

Het paleis bevindt zich op nummer 5 op de foto hierboven. De tempel bevindt zich op nummer 2.