Zacharia 12-14 (De rol van Israël in de eindtijd)

Introductie

Net als Jeremia en Ezechiël was Zacharia ook een priester (zie Nehemia 12:12-16). Volgens de overlevering was hij lid van de Grote Synagoge, een concilie van 120 leden, opgericht door Nehemia en voorgezeten door Ezra. Hij werd geboren in Babylon en voegde zich bij zijn grootvader Iddo, in de groep ballingen die als eersten terugkeerden naar Jeruzalem onder leiding van Zerubbabel en Jozua de Hogepriester.

Zacharia maakte deel uit van de groep die terugkeerde om de tempel te herbouwen en hij werd door de Heer geroepen om de mensen aan te moedigen om de tempel te herbouwen, ondanks het verzet en de tegenstand waarmee ze werden geconfronteerd. Als gevolg hiervan werd de tempel voltooid in 516 voor Christus.

De eerste zeven hoofdstukken van dit boek dateren van 520-518 v. Chr. De latere hoofdstukken stammen vermoedelijk uit de periode 480-470 v. Chr. De hoofdstukken die we zullen bekijken zijn profetieën over de eindtijd en de wederkomst van Jezus. We zullen ook de overeenkomstige hoofdstukken uit de oudtestamentische profeten en in het boek Openbaring onderzoeken.

Lees als groep Zacharia 12-14.

Vragen

1. Hoe spreekt het Woord van God in dit stuk tot jou?

2. Vergelijk Zacharia 12:1 met Johannes 1:1-3 en Colossenzen 1:16. Wat begrijp je uit deze verzen?

3. Vergelijk Zacharia 12:2-6, 9 met Psalm 2 en Openbaring 16:12-16; 19:19-21.

4. Wie is de ‘ik’ in Zacharia 12 verzen 2, 3, 4, 6, 9 en 10 en de “ikin vers 10?

(Lees ook Johannes 19:31-37)

5. Wat zal het resultaat zijn als de mensen Degene herkennen die ze doorstoken hebben? (Zacharia 12:10 – 13:6)

6. Wat zal er gebeuren in het land (Zacharia 13:8-9) en wat zal er gebeuren in Jeruzalem (Zacharia 14:1-7)? Vergelijk dit met Jeremia 30:5-7, Openbaring 19:11-14, 20-21 en Judas 14-15.

7. Lees Zacharia 14:12-15. Wat zal er gebeuren met de mensen die tegen Jeruzalem hebben gevochten? Vergelijk met Openbaring 19:15; 19:20-21.

8. Wat begrijp je uit Zacharia 14:8-11 en 14:16-21? Vergelijk dit stuk met Joël 3:17-21, Jeremia 30:8-9 en Openbaring 20:4-6

Antwoorden

1. Hoe spreekt het Woord van God in dit stuk tot jou?

Dit antwoord is persoonlijk. Neem de tijd om te horen hoe de Heilige Geest tot de groep spreekt.

2. Vergelijk Zacharia 12:1 met Johannes 1:1-3 en Colossenzen 1:16. Hoe begrijp je deze verzen?

Zacharia 12:1 De last*, het woord van de HEERE over Israël. De HEERE spreekt, Die de hemel uitspant, de aarde grondvest en de geest van de mens in zijn binnenste vormt.

(De last*dat wil zeggen: een woord van God dat de profeet als een last is opgelegd)

Johannes 1:1 In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.

2. Dit was in het begin bij God. 3. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is.

Colossenzen 1:16 Want door Hem zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen.

De last kan worden vertaald: het orakel of de profetie.

God de Almachtige wordt geïntroduceerd. Het is Zijn profetie die wordt geciteerd. De lezers moeten opletten. Als God al deze dingen kan doen: het creëren van het Universum, het creëren van de onzichtbare wereld en onze geest binnen in ons. Dan kan Hij ook voorspellen wat er gaat gebeuren. Wat er met Israël gaat gebeuren.

We kunnen deze profetie vertrouwen en weten dat het zal gebeuren.

Uit de andere verzen in het Nieuwe Testament kunnen we begrijpen dat Jezus in het begin bij God was en dat Hij de Schepper was. Dat Jezus de Almachtige God is die het Universum heeft geschapen.

3. Vergelijk Zacharia 12:2-6, 9 met Psalm 2 en Openbaring 16:12-16; 19:19-21.

Zacharia 12:2-6. Zie, Ik ga Jeruzalem maken tot een bedwelmende beker voor alle volken rondom, ja, ook tegen Juda zal het gaan bij de belegering van Jeruzalem.

3. Op die dag zal het gebeuren dat Ik Jeruzalem zal maken tot een steen die moeilijk te tillen is voor al de volken. Allen die hem optillen, zullen zichzelf zeker diepe sneden toebrengen, en al de volken van de aarde zullen zich tegen haar verzamelen.

4. Op die dag, spreekt de HEERE, zal Ik alle paarden met schichtigheid slaan en hun ruiters met krankzinnigheid. Maar over het huis van Juda zal Ik Mijn ogen openhouden en alle paarden van de volken zal Ik met blindheid slaan.

5. Dan zullen de leiders van Juda in hun hart zeggen: De inwoners van Jeruzalem zullen voor mij een bron van kracht zijn door de HEERE van de legermachten, hun God.

6. Op die dag zal Ik de leiders van Juda maken als een vuurbekken in een stapel hout en als een brandende fakkel in een graanschoof. Rechts en links zullen zij al de volken rondom verteren en Jeruzalem zal nog op zijn plaats blijven, in Jeruzalem.

Zacharia 12:9 Op die dag zal het gebeuren dat Ik alle heidenvolken die tegen Jeruzalem oprukken, zal willen wegvagen.

Psalm 2:2 De koningen van de aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde:

3. Laten wij Hun banden verscheuren en Hun touwen van ons werpen!

4. Die in de hemel woont, zal lachen, de Heere zal hen bespotten.

5. Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, in Zijn brandende toorn hun schrik aanjagen.

6. Ik heb Mijn Koning toch gezalfd over Sion, Mijn heilige berg.

7. Ik zal het besluit bekendmaken: De HEERE heeft tegen Mij gezegd: U bent Mijn Zoon, Ík heb U heden verwekt.

8. Eis van Mij en Ik zal U de heidenvolken als Uw eigendom geven, de einden der aarde als Uw bezit.

9. U zult hen verpletteren met een ijzeren scepter, U zult hen in stukken slaan als aardewerk.

Openbaring 16:12 En de zesde engel goot zijn schaal uit over de grote rivier, de Eufraat. En haar water droogde op, zodat de weg gereedgemaakt werd voor de koningen uit de richting waar de zon opgaat.

13. En ik zag uit de bek van de draak, uit de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten komen, als kikvorsen. 14. Dit zijn namelijk de geesten van de demonen, die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld, om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God. 15. Zie, Ik kom als een dief. Zalig hij die waakzaam is en op zijn kleren acht geeft, zodat hij niet naakt zal rondlopen en men zijn schaamte niet zal zien.

16. En hij verzamelde hen op de plaats die in het Hebreeuws Armageddon wordt genoemd.

Openbaring 19:19 En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers bijeen verzameld om oorlog te voeren tegen Hem Die op het paard zat, en tegen Zijn leger.

20. En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt.

21. En de overigen werden gedood met het zwaard van Hem Die op het paard zat, namelijk het zwaard dat uit Zijn mond kwam. En alle vogels werden verzadigd met hun vlees.

Door deze delen van de Schrift te vergelijken, kunnen we zien dat ze allemaal verwijzen naar dezelfde eindtijdgebeurtenissen. We kunnen weten dat er een tijd zal zijn aan het einde van de periode van de verdrukking dat God alle naties tegen Jeruzalem zal verzamelen. Deze naties zullen ook tegen Jezus vechten wanneer Hij terugkeert. Jezus zal de naties en de machten die tegen Jeruzalem strijden vernietigen.

4. Wie is de ‘ik’ in Zacharia 12 de verzen 2, 3, 4, 6, 9 en 10 en de “ik in vers 10?

(Lees ook Johannes 19:31-37)

Johannes 19:31 Opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op de sabbat, omdat het de voorbereiding was (want de dag van die sabbat was een grote dag), vroegen de Joden dan aan Pilatus of hun benen gebroken en zij weggenomen mochten worden. 32. De soldaten dan kwamen en braken wel de benen van de eerste en van de ander die met Hem gekruisigd was, 33. maar toen zij bij Jezus kwamen en zagen dat Hij al gestorven was, braken zij Zijn benen niet. 34. Maar een van de soldaten stak met een speer in Zijn zij en meteen kwam er bloed en water uit. 35. En die het gezien heeft, die getuigt ervan, en zijn getuigenis is waar, en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat ook u gelooft. 36. Want deze dingen zijn geschied, opdat het Schriftwoord vervuld wordt: Geen been van Hem zal gebroken worden.

37. En verder zegt een ander Schriftwoord: Zij zullen zien op Hem Die zij doorstoken hebben.

Zacharia 12:10 Maar over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik de Geest van de genade en van de gebeden uitstorten. Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben. Zij zullen over Hem rouw bedrijven, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene.

In vers 1 hebben we gezien dat de Almachtige God is voorgesteld als Degene die deze profetie aan Zacharia heeft gegeven. God blijft profeteren met het woord “ik” in de verzen 2, 3, 4, 6, 9 en 10. Dan gaat God verder in vers 10:

Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben. Zij zullen over Hem rouw bedrijven, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene.

Dus, God profeteert dat Hij zal worden doorboord. Met andere woorden wordt hier bevestigd dat Jezus God is.

5. Wat zal het resultaat zijn als de mensen Degene herkennen die ze doorstoken hebben?

(Zacharia 12:10 – 13:6)

God zal Zijn Heilige Geest op hen uitstorten. Israël zal zich bekeren van het feit dat ze Hem gekruisigd hebben en naar God opzien voor vergeving. De bittere rouw wordt vergeleken met de rouw over de dood van koning Josia in Hadad Rimmon. De koninklijke en priesterlijke lijnen, die in het verleden het slechte voorbeeld hadden gegeven, waren de belangrijkste in hun berouw en rouw. Elke persoon brengt individueel verdriet en geloof in Jezus Christus. (2 koningen 23:29)

Dit zal een totale reiniging zijn voor het hele volk. Door hun reiniging zullen ze Hem en Zijn waarheid liefhebben en valse profetie haten.

6. Wat zal er gebeuren in het land (Zacharia 13:8-9) en wat zal er gebeuren in Jeruzalem

(Zacharia 14:1-7)? Vergelijk dit met Jeremia 30:5-7, Openbaring 19:11-14, 20-21 en Judas 14-15.

Slechts een deel van de mensen in het land Israël zal Christus trouw blijven en uiteindelijk in leven blijven. De geestelijke overlevenden zullen het overblijfsel zijn, dat bij Zijn wederkomst berouwvol naar Christus zal kijken (waaronder de 144.000 (Openbaring 7:4)).

(Dit zullen de schapen van het schapen- en bokkenoordeel zijn na Christus’ wederkomst, die levend het koninkrijk binnengaan (vergelijk Jesaja 35:10, Jeremia 30:11 en Mat 25:31-46). Elk van hen zal Jezus als Heer erkennen).

Dan zal de Heer zal de volken verzamelen tegen Jeruzalem. Jeruzalem zal vallen en de helft van de stad zal in ballingschap worden genomen. Dan zal de Heer strijden tegen de volken. Hij zal komen met alle heiligen. Hij zal op de Olijfberg staan. Net zoals de engelen de apostelen vertelden, dat Hij dat zou doen nadat hij was opgevaren. De Olijfberg zal in tweeën splitsen, waardoor de mensen naar het Oosten kunnen vluchten. Er zal geen licht zijn (geen dag of nacht) tot de avond, wanneer de Heer het licht zal laten zijn.

Jeremia 30:5. Want zo zegt de HEERE: Een schrikwekkende stem hebben wij gehoord, angst is er, geen vrede. 6. Vraag toch en zie of een man baren kan? Waarom heb Ik dan iedere man gezien met zijn handen op zijn heupen als een barende vrouw, en waarom zijn alle gezichten lijkbleek weggetrokken?

7. Wee! Want die dag is groot, er is er geen als hij. Het is een tijd van benauwdheid voor Jakob, toch zal hij daaruit verlost worden.

Openbaring 19:11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid. 12. En Zijn ogen waren als een vuurvlam en op Zijn hoofd waren vele diademen. Hij had een Naam, die opgeschreven was, en die niemand kent dan Hijzelf. 13. En Hij was bekleed met een in bloed gedoopt bovenkleed, en Zijn Naam luidt: Het Woord van God. 14. En de legers in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed in fijn linnen, wit en smetteloos.

Judas 1:14 Ook over hen heeft Henoch, de zevende vanaf Adam, geprofeteerd, toen hij zei: Zie, de Heere is gekomen met Zijn tienduizenden heiligen, 15. om over allen het oordeel te vellen en alle goddelozen onder hen terecht te wijzen voor al hun goddeloze daden, die zij op goddeloze wijze bedreven hebben, en voor al de harde woorden die zij, goddeloze zondaars, tegen Hem gesproken hebben.

God zal ingrijpen nadat Jeruzalem is gevallen. Het is niet precies duidelijk wanneer Hij dit zal doen, maar het zal zijn nadat Jeruzalem is gevallen.

7. Lees Zacharia 14:12-15. Wat zal er gebeuren met de mensen die tegen Jeruzalem hebben gevochten? Vergelijk met Openbaring 19:15; 19:20-21.

God zal de mensen die tegen Jeruzalem vochten met een plaag slaan. Hun vlees, ogen en tongen zullen oplossen en grote paniek onder hen veroorzaken.

Openbaring19:15. En uit Zijn mond kwam een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heidenvolken zou slaan. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf. En Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmige toorn van de almachtige God.

20. En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt.

21. En de overigen werden gedood met het zwaard van Hem Die op het paard zat, namelijk het zwaard dat uit Zijn mond kwam. En alle vogels werden verzadigd met hun vlees.

In de verzen van Openbaring zien we dat de Heer de resterende legers zal doden met het zwaard dat uit Zijn mond kwam.

8. Wat begrijp je uit Zacharia 14:8-11 en 14:16-21? Vergelijk dit met Joël 3:17-21, Jeremia 30:8-9 en Openbaring 20:4-6

De geografie van Israël zal worden veranderd. Jeruzalem zal de hoogste plek zijn. De rest van het land zal een vruchtbare vlakte zijn, met levend water dat uit Jeruzalem stroomt. De Heer zal heersen over de hele aarde. Er zal maar één godsdienst zijn in de hele wereld zijn. Er zal veiligheid en vrede zijn.

Elk jaar zullen de mensen van de wereld naar Jeruzalem komen om het Loofhuttenfeest te vieren. (Leviticus 23:34-44 het Loofhuttenfeest – Een week lang om God te danken voor de oogst en opbrengst) Als ze dat niet doen, zal er geen regen in hun land zijn.

In het verleden werd de tulband van de hogepriester apart gezet voor dienst aan de Heer (“Heiligheid voor de Heer”). In het nieuwe koninkrijk zal er geen onderscheid zijn tussen heilig en seculier. Alles, zelfs gewone potten en pannen, zullen apart gezet worden (heilig zijn) voor de dienst van de Heer.

Immorele of geestelijk onreine personen (“Kanaänieten”) zullen de millenniumtempel niet mogen betreden.

Joël 3:17 Dan zult u weten dat Ik, de HEERE, uw God ben, Die op Sion, Mijn heilige berg, woont.

Jeruzalem zal een heiligdom zijn en vreemden zullen er niet meer doorheen trekken.

18. Op die dag zal het gebeuren dat de bergen van jonge wijn zullen druipen, de heuvels van melk zullen stromen, en alle waterstromen van Juda zullen overlopen van water. Een bron zal uit het huis van de HEERE ontspringen, die het dal van Sittim zal bevochtigen. 19. Egypte zal worden tot een woestenij, Edom zal worden tot een woeste wildernis vanwege het geweld tegen de Judeeërs: in hun land hebben zij onschuldig bloed vergoten. 20. Maar Juda zal voor eeuwig blijven, Jeruzalem van generatie op generatie. 21. Ik zal hun bloed voor onschuldig houden, dat Ik niet voor onschuldig gehouden had. En de HEERE zal wonen in Sion.

Jeremia 30:8. Want op die dag zal het geschieden, spreekt de HEERE van de legermachten, dat Ik zijn juk van uw nek zal breken en uw banden zal verscheuren. Vreemden zullen zich niet meer door hem laten dienen, 9. maar zij zullen de HEERE, hun God, dienen, en hun Koning David, Die Ik hun zal doen opstaan.

Openbaring 20:4 En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, en die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden, en die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij leefden en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang.

5. Maar de overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen waren. Dit is de eerste opstanding. 6. Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.

Deze extra hoofdstukken geven ons wat meer inzicht in het koninkrijk van de Heer op aarde:

Het land zal zeer vruchtbaar zijn.

Koning David zal worden opgewekt.

Het koninkrijk zal 1000 jaar bestaan.

De heiligen zullen dienen en regeren met Christus.

Samenvatting

Zacharia 12-14 is een reeks oudtestamentische profetieën die dezelfde dingen zeggen als andere oudtestamentische profetieën en de nieuwtestamentische profetieën van Judas en het boek Openbaring. Sommige van de profetieën die hier zijn geschreven, zijn al door Jezus vervuld tijdens Zijn eerste komst. Dit geeft ons vertrouwen en geloof dat de profetieën van de Eindtijd ook zullen worden vervuld. We hebben uit deze hoofdstukken geleerd dat Jeruzalem het centrum zal zijn van eindtijdgebeurtenissen. Dat Israël zal worden aangevallen, dat veel Joden zullen worden gedood, maar dat een overblijfsel zich tot Jezus zal wenden en gered zal worden. De terugkeer van Jezus, zijn overwinning op de naties die tegen het volk van Israël komen, worden duidelijk vermeld. Na deze overwinning zal de wereld worden hersteld, zullen de gevolgen van de vloek worden weggenomen en zal er een koninkrijk op aarde worden opgericht. We leren uit het boek Openbaring dat dit duizend jaar zal duren.

Extra opmerkingen

Het boek Zacharia is geschreven na de Babylonische ballingschap.