Jesaja 14 (De val van Lucifer)

Introductie

Jesaja was een profeet in Juda, het zuidelijke deel van het verdeelde Koninkrijk. Hij leefde in de periode vanaf het einde van het boek 1 Koningen tot tegen het einde van het boek 2 Koningen. Het boek Jesaja is geschreven over een periode van zestig jaar, tussen 740 v.Chr. (De dood van koning Uzzia) en 680 v.Chr. (de moord op Senacherib – de Assyrische Veroveraar). Jesaja stierf voordat Babylon de wereldmacht werd (612-539 v.Chr.) en voordat de Joden in Babylon werden gevangengenomen. Toch bevat dit deel van het hoofdstuk profetieën over de ballingschap in Babylon en Gods plan voor Babylon.

Lees als groep Jesaja 14, (Ezechiël 28:12-17)

Beantwoord de volgende vragen individueel. Vraag God om u te helpen de boodschap die Hij voor u heeft door Zijn Woord te begrijpen. Als je alle vragen hebt beantwoord, neem dan samen de antwoorden door.

Vragen

1. Hoe spreekt het Woord van God in dit stuk tot jou?

2. Wat belooft de Heer in de verzen 1 & 2?

3. Er wordt een profetie uitgesproken tegen de koning van Babylon (14:11) en dat hij naar “het graf” (Sjeool)zal gaan. Wat is dit voor plek? (Lees ook Ezechiël 31:14-16, Lucas 16:19-31)

4. Waar gaan de doden nu heen en waar zullen ze in de toekomst heen gaan? (Lees ook Openbaring 20:11-15, Johannes 14:1-6, Lukas 23:39-43, Mattheüs 25:31-46)

5. Hoe beschrijft Jesaja Lucifer? (verzen 12-14)

6. Hoe beschrijft Ezechiël hem? (Ezechiël 28:12-17)

7. Wat was Lucifers zonde?

8. Hoe kunnen we ons wapenen tegen deze zonde?

Antwoorden

1. Hoe spreekt het Woord van God in dit stuk tot jou?

Dit antwoord is persoonlijk. Neem de tijd om te horen hoe de Heilige Geest tot de groep spreekt.

2. Wat belooft de Heer in de verzen 1 & 2?

Deze inleiding lijkt enige verwijzing te hebben naar de bevrijding uit het Babylonische ballingschap, maar de meest waarschijnlijke verklaring is, dat we uitkijken naar het einde van de grote verdrukkingsperiode waar het Joodse volk doorheen zal gaan zoals omschreven in Openbaring. Het omschrijft ook de omstandigheden tijdens het millenniumrijk na het oordeel van het toekomstige Babylon. De vernietiging van het toekomstige Babylon. Dit Babylon moet vergaan, zodat de Heer Zijn volk kan verhogen.

God belooft dat Hij genade zal hebben met Zijn volk. De rollen van onderdrukker en onderdrukten zullen worden omgedraaid.

3. Er wordt een profetie uitgesproken tegen de koning van Babylon en dat hij naar “het graf/de hel (Sjeool) zal gaan. Wat is dit voor een plek? (Lees ook Ezechiël 31:14-16, Lucas 16:19-31)

(Opmerking – Is dit de koning van Babylon of de macht achter de koning van Babylon??

Sjeool – wordt soms vertaald als hel in het Engels. De hel (Gehena) is een andere plaats – dit is de poel van vuur waarover in Openbaring wordt gesproken)

Zie ook

afbeeldingen bij

extra

opmerkingen. Gebruik deze om te assisteren met je uitleg

In de boeken van het Oude Testament werd de plaats waar de doden naartoe gingen, beschreven als de put of Sjeool. In het nieuwtestamentische evangelieboek Lucas beschrijft Jezus deze plaats als twee delen. Een deel waar de arme bedelaar Lazarus werd getroost door Abraham en een deel waar de rijke man werd gepijnigd.

Er is ook een bodemloze put waar de gevallen engelen naartoe werden verbannen

Deze gevangenis met demonen zal worden geopend in Openbaring 9:1-6

Judas 6 – Engelen die hun eigen domein niet behielden (Genesis 6:1-3) – in eeuwige ketenen onder duisternis.

2 Petrus 2:4 (hel is beter vertaald als Tartarus)

Tartarus – de afgrond waar Satan tijdelijk zal worden geworpen in Openbaring 20:2.

4. Waar gaan de doden nu heen en waar zullen ze in de toekomst heen gaan? (Lees ook Openbaring 20:11-15, Johannes 14:1-6, Lucas 23:39-43, Mattheüs 25:31-46)

De doden in Christus zullen met Hem in de hemel zijn, waar Hij nu is.
Johannes 14:1-6 In het huis van Zijn Vader.

Lucas 23:39-43 in het Paradijs

Anderen zullen het oordeel voor de witte troon afwachten. Openbaring 20:11-15; Mattheüs 25:31-46.

Zij die hun geloof in Jezus stellen, zullen met Hem in de hemel zijn (zij zullen met Hem terugkomen wanneer hij terugkeert zoals beschreven in Openbaring 19).

De overige doden zullen opstaan aan het einde van het komend 1000 jarig vrederijk (Millennium) en ​​voor de rechterstoel van Christus verschijnen.

Het beest, de valse profeet wordt in de poel des vuurs” geworpen, wanneer Jezus terugkeert. Dan zal Satan na een korte tijd van bevrijding uit de bodemloze put aan het einde van de 1000 jaar daar ook ingeworpen worden. Openbaring 20:10.

Opmerking – We kunnen niet weten hoe God zal oordelen bij het oordeel van de Witte Troon. We weten alleen dat Hij liefdevol en rechtvaardig is. We weten zeker dat degenen die hun vertrouwen op Hem stellen, bij Hem en de Vader in de hemel zullen zijn (Johannes 14:1-6)

5. Hoe beschrijft Jesaja Lucifer? (verzen 12-14)

Lucifer betekent “lichtdrager/schijnende”, maar vertalers hebben het vaak over de “morgenster”
Dit gedeelte beschrijft de koning van Babylon en de “macht” achter de koning – Lucifer. Hij wordt beschreven als iemand die uit de hemel is gevallen, die op aarde is neergeveld. Iemand die zichzelf wilde verheffen boven alle andere “sterren des hemels” (engelen). Hij wilde aanbeden worden (de berg van de samenkomst/ontmoeting) (vers 13) bevond zich volgens de lokale traditie in de bergen in het noorden van Israël, waar de Kanaänitische goden werden aanbeden. Lucifer wilde als God zijn.

6. Hoe beschrijft Ezechiël hem? (Ezechiël 28:12-17)

Dit stuk beschrijft de koning van Tyrus en de Satan (de macht achter de koning van Tyrus). Sommige zaken verwijzen duidelijk naar Satan: Hij was het toonbeeld (of zegel) van volmaaktheid. Vol wijsheid. Volmaakt in schoonheid. Een gezalfde cherub. (cherub – is een engel die Gods troon bewaakt). Deze engelen hadden altijd onbeperkte toegang tot de glorieuze tegenwoordigheid van God. Hij was volmaakt totdat er ongerechtigheid in hem werd gevonden (oneerlijke handel). Hij was op de heilige berg van God (Sion). Hij liep heen en weer tussen de vurige stenen (zie extra opmerkingen). Hij was in Eden (toen een paradijs). “Vakmanschap van uw tamboerijnen en fluitenzou kunnen verwijzen naar hem die ooit de leiding had over hemelse lofprijzing.

7. Wat was Lucifers zonde?

Lucifers zonde was de zonde van hoogmoed. Ezechiël 28:17 – Je hart was verheven vanwege je schoonheid. Je hebt je wijsheid bedorven omwille van je pracht. In Jesaja 14:13-14 spreekt hij 5 keer “Ik wil” uit

Ik zal opstijgen naar de hemel,

Ik zal mijn troon verheffen boven de sterren van God,

Ik zal zitten op de berg van de gemeente…,

Ik zal opstijgen boven de hoogten van de wolken,

Ik zal zijn als de Allerhoogste. (Let op – dit is de verleiding die hijzelf had en ook Eva mee in verleiding wilde brengen. (Genesis 3:5)).

We kunnen aan deze val van Lucifer zien dat God ook de engelen een vrije wil heeft gegeven.

8. Hoe kunnen we ons wapenen tegen deze zonde?

Pas op voor hoogmoed: Jakobus 4:6-10, 1 Petrus 5:5-9,
Doe de wapenrusting van God aan – Efeziërs 6:11.

Samenvatting

Lucifer was een geschapen wezen, een machtige en mooie engel. Hij is gemaakt met een vrije wil en zijn trots zorgde ervoor dat hij viel. Hij wilde als God zijn en de mensheid verleiden met dezelfde ideeën. De gevolgen van de zonde van hoogmoed zijn enorm voor het spirituele en het aardse, iets waarvan we ons goed bewust behoren te zijn en mijden.

Toepassing op uw dagelijks leven

Zie antwoorden op vraag 8.

Extra opmerkingen

Hieronder staan drie diagrammen:

Eén die een interpretatie toont van de verschillende bestemmingen na de dood die worden beschreven in de bijbel. Ook is zichtbaar waar Jezus heen ging na zijn kruisiging (als je de pijlen volgt), en voordat hij uit de dood opstond waarna hij later opsteeg naar de hemel (hemelvaart).

De tweede is een gedetailleerd diagram van bestemmingen na de dood op een tijdlijn, inclusief de drie verschillende opvattingen over de timing van de opname: voor de verdrukking, halverwege de verdrukking en aan het einde van de verdrukkingsperiode. Het derde diagram toont de omvang van het Assyrische rijk in de tijd van Jesaja.

 

Vurige Stenen

Vuurkolen of vurige stenen worden in de Bijbel gebruikt als verwijzing naar attributen van engelen of, beter nog, engelen zelf. In Ezechiël 10:2, 6-7 wordenvurige kolen uit het midden van de cherubs” genoemd, en in Ezechiël 1:13 worden cherubs zelf op deze manier beschreven: “… hun uiterlijk was als brandende kolen van vuur, zoals het uiterlijk van fakkels die heen en weer gaan tussen de levende wezens. Het vuur was helder en uit het vuur kwam bliksem.” Psalm 104:4 beschrijft Gods engelen alseen vuurvlam” (vergelijk Hebreeën 1:7); zie ook Daniël 10:6 (beschrijft waarschijnlijk Gabriël in zijn heerlijkheid); 2 Koningen 2:11 en 2 Koningen 6:17 (verwijzen naar engelen als paarden van vuur); en Openbaring 10:1 (een machtige engel).

Openbaring 4:5 beschrijft zeven engelenwezens als vurige lampen die branden voor Gods troon. Gecombineerd met het feit dat vooral hooggeplaatste engelenwezens zoals cherubs in het boek Ezechiël worden geassocieerd met of zelfs worden beschreven alskolen van vuur“, is het zeer waarschijnlijk dat de toespeling op Lucifer die te midden van vurige stenen loopt, verwijst naar de cherub Lucifer die tussen andere cherubs en machtige engelachtige wezens liep, maar dat hij uit hun heilige aanwezigheid werd verbannen, toen hij zondigde en als Satan uit de hemel viel.